25 mei 2020
Hof van Justitie arrest van 12-12-2019 (C-381/18 en C-382/18) maakt onderscheid tussen het begrip openbare orde in de Burgerschapsrichtlijn en in de Gezinsherenigingsrichtlijn. Een familielid van een derdelander kan wegens veroordeling voor een strafbaar feit een weigering, niet-verlenging of intrekking van het verblijf krijgen 'om redenen van openbare orde' als het strafbaar feit voldoende ernstig is, de uitsluiting nodig is om de openbare orde te vrijwaren, en de situatie van het familielid individueel beoordeeld is. Het is niet nodig om aan te tonen dat het "persoonlijk gedrag van het familielid een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging vormt voor een fundamenteel belang van de samenleving" (wat wel moet volgens de Burgerschapsrichtlijn).