11 september 2020
Verschillende RvV arresten (RvV 26 maart 2021, nr. 251.748; RvV 17 april 2020, nr. 235.273 en RvV 9 juli 2019, nr. 223.830) stellen dat een gemeente een aanvraag gezinshereniging van een 'ander familielid' van een Unieburger, mag weigeren wanneer het familielid visumplichtig is en geen paspoort met geldig visum voorlegt binnen de drie maanden na de aanvraag. Deze zienswijze wijkt af van de gevestigde praktijk, en staat mogelijk op gespannen voet met rechtspraak van het HvJ. Bovendien bestaat er geen duidelijke verblijfsprocedure voor ‘andere familieleden’ van Unieburgers: de verblijfsprocedure voor ‘klassieke’ familieleden is immers niet volledig toepasbaar op ‘andere’ familieleden. In arrest nr. 236.793 (RvV 12 juni 2020, nr. 236.793) stelt de RvV dat voor het indienen van een aanvraag gezinshereniging door een 'ander familielid' van een Unieburger niet geëist kan worden dat dit ander familielid een geldig visum voorlegt.