1 maart 2023

Laatste update 19-5-2023.

De aardbeving op 6 februari 2023 in het noordwesten van Syrië en het zuidoosten van Turkije heeft aan tienduizenden mensen het leven gekost, miljoenen mensen dakloos gemaakt en volledige steden verwoest. Verschillende slachtoffers hebben gezins- en familieleden in België met wie zij al een procedure gezinshereniging hadden opgestart. Anderen hebben familieleden in België die hen tijdelijk willen opvangen. Visumaanvragen of -afspraken hierover die vóór 1 mei 2023 zijn ingediend, worden prioritair behandeld.

In dit artikel vind je een actueel overzicht van de informatie hierover die wij ter beschikking hebben. Er blijven nog een aantal onduidelijkheden, maar wij volgen de ontwikkeling op de voet en blijven dit nieuwsbericht actualiseren. Consulteer ook de website van de bevoegde instanties: de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) en FOD Buitenlandse Zaken.

Inhoud van dit bericht

1. Getroffen gebieden

2. Hangende visumaanvragen

3. Nieuwe visumaanvragen

a) Indienen visumaanvraag

b) Voorwaarden

c) Flexibiliteit inzake vereiste documenten

d) Flexibiliteit voor familieleden van begunstigden van internationale bescherming

e) Prioritaire behandeling van visumaanvragen

f) Verlenging van verblijf van personen die vóór 6 februari 2023 wettig in België verbleven

4. Internationale adoptie: een mogelijkheid in deze crisis?

a) Juridisch kader

b) Het hoger belang van het kind

c) Juridische en andere knelpunten

d) Niet adopteren uit een rampgebied

e) Financiële steun

Meer info

 

1. Getroffen gebieden

Getroffenen die uit volgende gebieden afkomstig zijn, worden als slachtoffers van de aardbeving aanzien

  • in Syrië: Idlib, Aleppo, Latakia, Hama en Tartous
  • in Turkije: Kahramanmaras, Gaziantep, Hatay, Adana, Malatya, Diyarbakir, Sanliurfa, Adiyaman, Kilis en Osmaniye

2. Hangende visumaanvragen

Hangende visumaanvragen van personen die in de getroffen gebieden wonen en ingediend zijn vóór 1 mei 2023, alsook voor aanvragen die zullen worden ingediend tijdens een afspraak die vóór 1 mei 2023 is gemaakt met VFS Global (Turkije) of TLS Contact (Libanon), zullen prioritair behandeld worden. 

Deze personen worden verzocht zich per e-mail bekend te maken via het e-mailadres: infodesk@ibz.fgov.be met als onderwerp: ‘Aardbeving-Visumaanvraag’ en vermelding van volgende gegevens:

  • naam en voornaam van de aanvrager
  • referentie van de visumaanvraag toegekend door de Belgische ambassade in Beiroet of het Belgische consulaat-generaal in Istanboel (bijvoorbeeld 5945, 98484, 268740), of door een Visa Application Center van VFS Global in Turkije (bijvoorbeeld VFSPEK000054554) of van TLS Contact in Libanon (bijvoorbeeld TLSBEY000089765)
  • datum van de aanvraag en land waar de aanvraag werd ingediend
  • bewijs dat de aanvrager in één van de door de aardbeving getroffen gebieden woont
  • korte beschrijving van de nood aan hulp / de dringendheid van de situatie

 

3. Nieuwe visumaanvragen

Nieuwe visumaanvragen vóór 1 mei 2023 alsook aanvragen ingediend tijdens een afspraak die vóór 1 mei 2023 is gemaakt met VFS Global (Turkije) of TLS Contact (Libanon) worden prioritair en zo snel mogelijk behandeld. Uit de informatie op de website van de DVZ en een e-mail van 27 februari 2023 van het kabinet blijken de volgende voorwaarden. De aanvrager moet:

  • bewijzen dat deze woont in een van de getroffen gebieden
  • de nood aan hulp en de dringendheid van de situatie kort beschrijven
  • een volledig dossier inclusief alle bewijsstukken voorleggen op het moment van de visumaanvraag.

Het betreft voornamelijk:

  • aanvragen voor een visum kort verblijf (familiebezoek) om tijdelijk opgevangen te worden door familie in België
  • aanvragen voor een visum lang verblijf om zich langer in België te vestigen, bv. via gezinshereniging.

Aanvragen die nadien worden ingediend, zullen niet langer prioritair behandeld worden.  

 

a) Indienen visumaanvraag

Een visumaanvraag moet nog altijd in persoon worden ingediend bij de outsourcing partners van de bevoegde Belgische diplomatieke posten in Libanon (bevoegd voor Syrië) of in Turkije. Deze posten zijn inmiddels versterkt met extra tijdelijke krachten. De algemene regel is dat de Belgische post in het land van jouw nationaliteit of in het land waar je wettig verblijft, bevoegd is.

  • Turkije: in Turkije verloopt dit via VFS Global met bureaus in Ankara, Antalya en Istanbul. Het bureau van Gaziantep is momenteel gesloten.
    Een afspraak moet vooraf gemaakt worden via het specifiek voorziene nummer +90212 373 5828 of per e-mail via Turkiye_EQ@vfworldwide.onmicrosoft.com. Er werden extra afspraken opengesteld.
  • Syrië: in Libanon gebeurt de aanvraag via TLS Contact met bureau in Beiroet. Er werd geen specifiek nummer bekend gemaakt. Een afspraak wordt vastgelegd via het gewone online systeem of via het nummer + 9611977031.

Familieleden van begunstigden van internationale bescherming (erkend vluchtelingen, subsidiair beschermden) kunnen bij de outsourcing partner van eender welke Belgische diplomatieke post een visum gezinshereniging aanvragen. Dit is een uitzondering op de algemene bevoegdheidsregel. 

Wanneer het onmogelijk of buitengewoon moeilijk is voor een familielid om een aanvraag gezinshereniging persoonlijk in te dienen bij de outsourcing partner van de bevoegde post, aanvaardt DVZ in bepaalde gevallen dat de visumaanvraag ingediend wordt met een communicatiemiddel op afstand (postbrief, mail, expresbrief) bij de externe dienstverlener waarmee de post samenwerkt. Meer info vind je op de website van DVZ.

b) Voorwaarden

De voorwaarden voor het aanvragen en verkrijgen van een visum en de daarvoor nodige bewijsstukken blijven ongewijzigd. De vraag rijst echter hoe de gewone voorwaarden zullen worden toegepast op deze bijzondere situatie:

  • Aanvragen voor een visum kort verblijf bv. om tijdelijk opgevangen te worden door familie in België:

DVZ vereist dat de normale wettelijke vereisten voldaan zijn voor kort verblijf derdelander

    • reisdocument, nog minstens 3 maanden geldig na het voorgenomen vertrek uit België
    • bewijs van reisdoel en verblijfsomstandigheden, bv. een verklaring van een familielid die tijdelijk onderdak wil verschaffen
    • voldoende bestaansmiddelen, ofwel door eigen middelen ofwel door een verbintenis tot tenlasteneming (bijlage 3bis)
    • reisverzekering voor medische bijstand
    • behoud van het centrum van belangen in het herkomstland. Het kabinet bevestigt dat het migratierisico een belangrijke factor blijft in de beoordeling van aanvragen kort verblijf. Het benadrukt dat personen die de bedoeling hebben om voor langer dan 90 dagen naar België te komen, een visum D moeten aanvragen. De aanvragers beschrijven hun intentie en belangen om terug te keren best in detail. Het is onduidelijk of en hoe DVZ zal rekening houden met de onzekere en onvoorspelbare evolutie van de situatie ter plaatse.
    • toestemming van de ouder of wettelijke voogd bij minderjarigen
    • geen overschrijding termijn voor kort verblijf, nl. geen verblijf van 90 dagen in Schengen in de voorgaande 6 maanden
    • geen gevaar voor openbare orde of SIS-signalement
    • geen fraude of openstaande repatriëringsfactuur

Verschillende van deze voorwaarden laten een ruime beoordelingsmarge aan de DVZ.

  • Aanvragen voor een visum lang verblijf, bv. in het kader van gezinshereniging:

Of iemand in aanmerking komt voor een visum gezinshereniging is onder meer afhankelijk van de nationaliteit en het verblijfsrecht van de referentiepersoon in België. De voorwaarden, documenten en de te volgen procedure worden uitvoerig besproken op onze webpagina's gezinshereniging.

De DVZ beoordeelt aanvragen gezinshereniging van slachtoffers van de aardbeving nog altijd op basis van de normale wettelijke vereisten. Concreet betekent dit het volgende:

    • alleen de wettelijk bepaalde familieleden komen in aanmerking. Andere familieleden (zoals bijvoorbeeld broers, zussen, ooms, tantes, soms grootouders, enzovoort) kunnen vaak alleen een humanitair visum aanvragen als alternatief voor gezinshereniging
    • de materiële voorwaarden moeten vervuld zijn (indien van toepassing: toereikende, stabiele en regelmatige inkomsten; voldoende huisvesting; ziekteverzekering; geen gevaar voor volksgezondheid, openbare orde of nationale veiligheid). De wettelijk voorziene uitzonderingen of vrijstellingen blijven uiteraard van toepassing. Zo moet DVZ in het kader van de individuele behoefteanalyse en de verplichte evenredigheidstoets rekening houden met alle individuele elementen van het dossier. Bijgevolg is het altijd nuttig om de individuele situatie van zowel de referentiepersoon in België, als het familielid zoveel mogelijk te duiden en te staven met bewijzen.
    • De administratieve bijdrage moet betaald worden, behalve voor familieleden die vrijgesteld zijn.
  • Aanvragen voor een humanitair visum:

Een humanitair visum is een uitzonderingsprocedure waarbij DVZ een grote beoordelingsmarge heeft en elke aanvraag individueel beoordeelt. Het huidige beleid over aanvragen voor een humanitair visum ingediend door slachtoffers van de aardbeving is voorlopig nog onbekend. Meer informatie over de mogelijkheid om een humanitair visum in te dienen, vindt u op onze webpagina’s ‘Humanitair visum’

c) Flexibiliteit inzake vereiste documenten

Heel wat slachtoffers van de aardbeving zijn belangrijke documenten verloren, zoals hun paspoorten, bewijzen van familiebanden, enz. Volgens de bevoegde diplomatieke posten zou het voor de meeste personen mogelijk moeten zijn om op korte termijn nieuwe identiteitsdocumenten te verkrijgen (bron : e-mail kabinet 21 februari 2023).

Het is nog niet duidelijk of en hoe DVZ rekening zal houden met het gebrek aan (bepaalde) documenten bij de concrete beoordeling van de visumdossiers.  

d) Flexibiliteit voor familieleden van begunstigden van internationale bescherming

Voor familieleden van begunstigden van internationale bescherming geldt als algemene regel dat soepelheid bestaat wat betreft het ontbreken van een reisdocument of het aantonen van de familieband. Zo moet rekening gehouden worden met ‘andere geldige bewijzen’ indien er geen officiële documenten voorhanden zijn. Bovendien hoeft het dossier bij de indiening van de visumaanvraag niet volledig te zijn. Een aantal principes die we in ons artikel over Afghanistan beschreven, kunnen ook hier nuttig zijn. (1.1.1.c indiening verblijfsaanvraag - “ontbreken paspoort”, 1.1.2.a visum gezinshereniging “flexibiliteit vereiste documenten”)

Meer specifiek stelt DVZ op zijn website dat in dit geval het ontbreken van een reisdocument geen onoverkomelijk obstakel is voor de indiening van de visumaanvraag en de identiteit met andere bewijsmiddelen kan worden aangetoond. Wanneer de ambassade of het consulaat echter van mening is dat het redelijkerwijze mogelijk is om een reisdocument te bekomen, moet dit document alsnog worden voorgelegd wanneer de aanvraag wordt ingediend, of, ten laatste, vóór het bekomen van het visum.

In sommige gevallen is DVZ bij wet verplicht om rekening te houden met andere geldige bewijzen (artikel 12bis, §§5 en 6 Verblijfswet). Voor het bewijs van de familieband voorziet de Verblijfswet zelf in alternatieve bewijsmodaliteiten via een cascadesysteem. Dit geldt in het algemeen, onafhankelijk van de specifieke situatie in de door de aardbeving getroffen gebieden, maar is in dit kader wel belangrijk.

Volgens de Verblijfswet wordt de familieband met de volgende bewijsmiddelen vastgesteld :

  • officiële documenten die deze band aantonen, opgesteld overeenkomstig de regels van het internationaal privaatrecht, zowel wat de inhoudelijke en vormelijke voorwaarden als wat de legalisatie betreft. Over het algemeen gaat het om een letterlijk afschrift van het origineel van de akte die overeenkomstig artikel 30 van het Wetboek van internationaal privaatrecht gelegaliseerd werd.
  • 'andere geldige bewijzen', als het voor de vreemdeling niet mogelijk is om officiële documenten voor te leggen. Bij familie van begunstigden van internationale bescherming, met wie de familieband al bestond voor aankomst van de referentiepersoon in België, is DVZ verplicht hiermee rekening te houden (artikel 12bis, §5 Verblijfswet). Ook mag DVZ de aanvraag niet weigeren om de enige reden dat er geen officiële documenten van de gezinsband werden voorgelegd (artikel 11, §2, eerste lid Verblijfswet).
  • een onderhoud of een aanvullende analyse (een DNA-test), als het familielid geen ‘andere geldige bewijzen’ kan voorleggen.

De omzendbrief van 17 juni 2009 houdende bepaalde verduidelijkingen en wijzigings- en opheffingsbepalingen inzake gezinshereniging verduidelijkt verder:

  • wanneer aanvaard wordt dat het ‘onmogelijk’ is om officiële documenten voor te leggen, en
  • welke 'andere geldige bewijzen' aanvaard kunnen worden.
  • Opgelet! De omzendbrief van 17 juni 2009 verzwaart de bewijslast door te stellen dat men de ‘onmogelijkheid’ moet bewijzen om officiële documenten voor te leggen, terwijl noch de verblijfswetgeving, noch de Gezinsherenigingsrichtlijn dit oplegt. Het familielid moet alleen aantonen dat het geen officiële documenten kan voorleggen, zonder dat dit daarom onmogelijk moet zijn. Bovendien blijkt intussen uit rechtspraak van het Hof van Justitie (lees hierover meer in dit nieuwsbericht) dat, van zodra het familielid zijn samenwerkingsplicht ten aanzien van de lidstaat nakomt en er kennelijk geen sprake is van fraude, de lidstaat verplicht is om rekening te houden met andere bewijzen van de gezinsband, zelfs al vindt de lidstaat de uitleg voor het ontbreken van officiële documenten niet plausibel.

In de praktijk is het aangewezen dat de aanvrager alle mogelijke bewijzen van de gezinsband voorlegt en motiveert waarom hij, desgevallend, bepaalde documenten niet kan voorleggen. Ook hier voorziet de situatie in de getroffen gebieden in Syrië en Turkije de slachtoffers van de aardbeving dus niet automatisch van een vrijstelling.

Voor de familieleden van begunstigden van internationaal bescherming

  • voorziet de  Verblijfswet een vrijstelling op de vereisten van huisvesting, ziekteverzekering en bestaansmiddelen, op voorwaarde dat:
    • de familieband reeds bestond vooraleer de referentiepersoon België binnenkwam, en
    • de aanvraag is ingediend binnen het jaar na de erkenning als vluchteling of de toekenning van het statuut van subsidiair beschermde.

Uit rechtspraak van het Hof van Justitie en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen blijkt evenwel dat wanneer een laattijdige aanvraag gezinshereniging objectief verschoonbaar is, termijnen niet strikt toegepast mogen worden (zie nieuwsbericht van januari 2019).

  • ouders van een niet-begeleide minderjarige vluchteling hebben een recht op gezinshereniging, ook al is de NBMV ondertussen meerderjarig op het moment van de aanvraag gezinshereniging. Wel moeten de ouders hun aanvraag gezinshereniging indienen binnen een redelijke termijn na de erkenning als vluchteling of na de toekenning van de subsidiaire bescherming. Lees meer hierover in dit nieuwsbericht.

DVZ past in dergelijke situaties een strikte termijn van 3 maanden toe. Volgens de RvV moet deze ‘redelijke termijn’ echter in elk dossier concreet beoordeeld worden (nieuwsbericht van januari 2020). Ook moeten bijzondere omstandigheden die de laattijdige indiening objectief verschoonbaar maken, aanvaard worden (zie RvV 21 april 2020, nr. 235.415; RvV 17 december 2020, nr. 246.404; RvV 29 oktober 2019, nr. 228.228 (UDN), RvV 17 september 2020, nr. 41.134). 

e) Prioritaire behandeling van visumaanvragen

De prioriteitdie België toekende aan de behandeling van visumaanvragen van slachtoffers van de aardbeving eindigt op 1 mei 2023.

Deze prioriteit blijft wel nog behouden voor visumaanvragen die vóór 1 mei 2023 zijn ingediend, alsook voor aanvragen die zullen worden ingediend tijdens een afspraak die vóór 1 mei 2023 is gemaakt met VFS Global (Turkije) of TLS Contact (Libanon). Deze aanvragen zullen verder "zo snel mogelijk" behandeld worden door de Belgische vertegenwoordigingen in Istanbul en Beiroet en door de Dienst Vreemdelingenzaken.

f) Verlenging van verblijf van personen die vóór 6 februari 2023 wettig in België verbleven

Personen uit de getroffen gebieden die al wettig in België verbleven vóór 6 februari 2023 (kort of lang verblijf), maar wiens verblijf afloopt, kunnen indien nodig een (tijdelijke) verlenging vragen van hun verblijf.  

Zij moeten vóór de vervaldatum contact opnemen met de gemeente waar zij verblijven. De procedure verloopt volgens de bestaande regels. 

  • Verlenging kort verblijf: in geval van overmacht, humanitaire redenen of ernstige persoonlijke redenen van dwingende aard kan de DVZ een kort verblijf verlengen. De verlenging is een gunstmaatregel waarbij DVZ geval per geval beslist. Concreet moeten volgende documenten worden voorgelegd:
    • kopie paspoort
    • kopie aankomstverklaring
    • begeleidende brief + documenten die de redenen voor de verlenging aantonen
    • bewijs reisziektekostenverzekering voor de duur van het verblijf

Als de DVZ het kort verblijf verlengt, verlengt de gemeente ook de aankomstverklaring of levert de FOD Buitenlandse Zaken na uitnodiging en op afspraak een nieuw visum af. 

De verblijfsvoorwaarden en documenten die samen met de aanvraag tot verlenging van de verblijfskaart moeten worden voorgelegd, worden vermeld in de beslissing van DVZ waarbij het verblijf in België wordt toegestaan.

Deze beslissing wordt ofwel door de gemeente betekend ofwel door de ambassade of consulaat dat het visum D aflevert. 

4. Internationale adoptie: een mogelijkheid in deze crisis?

De recente aardbevingen in Syrië en Turkije hebben ertoe geleid dat veel mensen familieleden zijn kwijtgeraakt. Onder hen ook kinderen. Waar zijn hun ouders? Is er nog familie in eigen land waarbij ze terecht kunnen of vormt interlandelijke adoptie misschien een uitweg? Dit artikel gaat dieper in op deze laatste vraag.

a) Juridisch kader

Het Haags Adoptieverdrag van 29 mei 1993, dat in België op 1 september 2005 in werking is getreden, vertrekt vanuit het principe van de dubbele subsidiariteit. Enkel wanneer het kind niet in zijn familie van herkomst kan blijven en ook niet ondergebracht kan worden in een gezin in zijn land van herkomst is interlandelijke adoptie mogelijk.

Voorafgaand aan de eigenlijke adoptieprocedure, moeten de adoptieouders met gewone verblijfplaats in België echter een verplichte voorbereiding hebben gevolgd. Enkele aandachtspunten zijn:

  • De kandidaat-adoptanten volgen een verplichte voorbereidingscursus, gegeven door Steunpunt Adoptie.
  • De jeugdrechter acht de kandidaat-adoptanten geschikt in een geschiktheidsvonnis, na een maatschappelijk onderzoek.
  • Er gebeurt een matching tussen de kandidaat-adoptanten en het kind. Hier werken de overheden in het land van ontvangst en in het land van herkomst nauw samen. Bemiddeling door adoptiediensten is mogelijk.

Als de adoptieouders deze voorbereidingsfase niet met succes afronden voordat de rechter een adoptievonnis uitspreekt, zal het buitenlands adoptievonnis niet kunnen worden erkend in België.

Turkije

Turkije is ook partij bij het Haags Verdrag sinds 1 september 2004.

Een adoptievonnis wordt meestal uitgesproken in het land van herkomst. Omdat Turkije net als België lid is van het Haags Verdrag, zou een adoptievonnis uit Turkije van rechtswege kunnen worden erkend in België. De Federale Centrale Autoriteit zal enkel nagaan of de adoptie conform de voorgeschreven procedure tot stand kwam én of de adoptie niet manifest tegen de openbare orde is. Bij deze laatste beoordeling zal de Federale Centrale Autoriteit steeds rekening houden met het belang van het kind. De conformiteit met de procedure moet blijken uit een getuigschrift. Van zodra dit schriftelijk bewijsstuk wordt voorgelegd ontstaat er een vermoeden van conformiteit.

Syrië

Zoals in de meeste islamitische landen, is adoptie niet toegelaten volgens het Syrische recht. Wel bestaat er in Syrië de kafala, een soort pleegouderschap dat voorkomt in islamitische rechtsstelsels. In de Syrische cultuur zal de zorg van het kind, dat gescheiden is van zijn ouders, meestal worden opgenomen door de gemeenschap. Dit zijn dan bijvoorbeeld de grootouders langs moederszijde, nonkels of tantes. In tegenstelling tot adoptie wordt er bij kafala geen nieuwe afstammingsband gecreëerd. De Belgische rechter die met deze buitenlandse rechtsfiguur geconfronteerd wordt, kan moeilijkheden ondervinden.

b) Het hoger belang van het kind

Het Adoptieverdrag vertrekt vanuit het hoger belang van het kind dat moet primeren op het belang van de adoptieouders. Daarnaast is het ook de bedoeling om ontvoering, verkoop van en handel in kinderen te voorkomen. Het is van belang deze doelstellingen voldoende te waarborgen. Adoptie heeft namelijk grote gevolgen op het leven van het kind. Om bijvoorbeeld psychische problemen en identiteitscrises te vermijden bij de geadopteerde is een uitgebreid nazorg-aanbod aangewezen. Ook heeft het kind recht om zijn identiteit te kennen. Goed bewaarde gegevens over de identiteit van de ouders, adoptiedossiers die volledig zijn en begeleiding door adoptiediensten naar de herkomst kunnen hierbij helpen.

c) Juridische en andere knelpunten

Bij interlandelijke adoptie van kinderen die wees zijn geworden na de aardbeving in Turkije en Syrië botsen we op een aantal moeilijkheden. Ten eerste vraagt (interlandelijke) adoptie tijd, veel tijd. Zeker bij de matching van de kandidaat-adoptanten met het kind is er veel tijd nodig om de individuele situatie te onderzoeken. Een versnelde uitzonderingsprocedure is nadelig voor de zorgvuldigheid die altijd aan de dag zou moeten worden gelegd. Het zou tevens misbruik in de hand kunnen werken. Bovendien is een erkenning van een Syrische kafala in België niet vanzelfsprekend.

Naast deze praktische en juridische belemmeringen, zijn er misschien ook morele bezwaren ten aanzien van deze Turkse en Syrische adopties. Adoptie heeft een levenslange impact op het leven van het kind. Daarom zou het hoger belang van het kind altijd de hoofdoverweging moeten zijn. Tevens moet gedacht worden aan de ouders die, na vermist te zijn geweest terug aanwezig zijn, plots moeten vernemen dat hun kind is geadopteerd in het buitenland.

d) Niet adopteren uit een rampgebied

De Vlaamse Centrale Autoriteit inzake adoptie van Kind & Gezin (K&G), stelt duidelijk dat het niet de bedoeling is om kinderen uit een oorlogsgebied of een rampgebied te adopteren. Als de ouders vermist zijn, is er namelijk geen zicht op de toestemming voor de adoptie. Er moet de kans zijn om de kinderen terug te vinden en om herenigd te worden. Daarnaast deelt K&G mee dat ze in ieder geval niet gaan afwijken van de normale procedure.

Ook de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht (HCCH) en de Internationale Sociale Dienst (ISS) zijn die mening toegedaan. Volgens hen moet de focus namelijk liggen op kinderbescherming en niet op adoptie. Het herenigen van families krijgt voorrang op het uitvoeren van (ongeregelde) interlandelijke adopties. Adoptie is in deze omstandigheid niet gewenst, omdat het praktisch onmogelijk is om de persoonlijke en familiale omstandigheden van elk kind te onderzoeken. Volgens het ISS zou een plotse verandering (verhuis naar een ander land) tenslotte ook psychologisch een grote negatieve impact kunnen hebben op de kinderen die momenteel al onder veel stress gebukt gaan. Om dezelfde reden is het ook niet wenselijk om een humanitair visum af te leveren aan kinderen die hun ouders verloren tijdens de aardbeving. Dit zou namelijk neerkomen op een omzeiling van de bestaande adoptieprocedures en het naast zich neerleggen van de waarborgen die het Haags Adoptieverdrag vooropstelt.

De HCCH kwam in het verleden tot gelijkaardige conclusies in aanbevelingen en rapporten over andere situaties (te denken valt aan de oorlog in Oekraïne, de aardbeving in Haïti en de Tsunami in Zuidoost-Azië).

e) Financiële steun

Interlandelijke adoptie van achtergebleven Syrische en Turkse kinderen is met andere woorden weinig realistisch en botst op vele bedenkingen. Eerst en vooral zou er steeds grondig onderzocht moeten worden of de ouders nog leven en of er geen andere naaste familieleden in het land van herkomst zijn die de zorg op zich zouden kunnen nemen. Opvang in eigen regio lijkt de meest verantwoordelijke keuze. Hiervoor kan financiële steun zeker van pas komen.