Arbeidshof Brussel: geen code 207 als asielzoeker geen opvang krijgt binnen 48 uur; dan OCMW-steun

Update 20 januari 2023

Op 28 september 2022 veroordeelde het Arbeidshof van Brussel in arrest nr. 2022/KB/14 Fedasil om de code 207 niet toe te wijzen of op te heffen als Fedasil binnen de 48 uur geen opvangplaats geeft aan de verzoeker. Het Arbeidshof stelt vast dat het opvangnetwerk verzadigd is. In dat geval laat artikel 11, § 3 van de Opvangwet toe om geen verplichte plaats van inschrijving (code 207) toe te wijzen. Hierdoor krijgt de verzoeker om internationale bescherming (VIB) recht op maatschappelijke dienstverlening van het OCMW. Ook het Nederlandstalig Arbeidshof van Brussel sprak zich op 20 december 2022 in dezelfde zin uit.

Feiten en voorgaanden

De verzoeker diende op 7 september 2022 een verzoek om internationale bescherming in bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). In de context van de opvangcrisis die sinds oktober 2021 gaande is in België, werd hem geen opvangplaats toegekend door het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers (Fedasil). Omdat de verzoeker als gevolg van die opvangweigering op straat verbleef, tekende hij op 15 september 2022 via een eenzijdig verzoekschrift beroep aan bij de voorzitter van de Franstalige Arbeidsrechtbank van Brussel. Hij vroeg om Fedasil in de eerste plaats te veroordelen om hem binnen de 48 uur een opvangplaats toe te wijzen. Als Fedasil zou nalaten dit te doen, dan vroeg hij dat de beslissing van de arbeidsrechtbank zou gelden als een beslissing tot niet-toewijzing of opheffing van zijn code 207.

In een beschikking van 16 september 2022 antwoordde de arbeidsrechtbank positief op de eerste vraag en veroordeelde Fedasil om de verzoeker een opvangplaats toe te kennen. De vraag tot niet-toewijzing of opheffing van de code 207 werd afgewezen.

De verzoeker tekende beroep aan tegen dit tweede deel van de beslissing bij het Franstalige Arbeidshof van Brussel en riep de volgende argumenten in:

  • Artikel 11, § 3 van de Opvangwet van 12 januari 2007 laat Fedasil toe om in “bijzondere omstandigheden” te beslissen om geen verplichte plaats van inschrijving toe te wijzen aan een verzoeker om internationale bescherming. De parlementaire werkzaamheden bij de Opvangwet duiden de verzadiging van het opvangnetwerk aan als een situatie die kan gelden als “bijzondere omstandigheden” die toelaten af te wijken van de normale regels over de toewijzing van een verplichte plaats van inschrijving;
  • Het opvangnetwerk is momenteel duidelijk verzadigd: talrijke personen verblijven op straat bij gebrek aan een opvangplaats;
  • Fedasil werd al duizenden keren veroordeeld tot het toekennen van een opvangplaats, maar deze vonnissen worden niet gerespecteerd.
  • De dwangsommen die de arbeidsrechtbank Fedasil systematisch oplegt, missen hun effect doordat ze niet opeisbaar zijn.
  • Een andere oplossing is dus nodig om in menselijke waardigheid te kunnen leven. De niet-toewijzing of opheffing van de code 207 biedt hiertoe een oplossing.

Beslissing van het Arbeidshof

Het Arbeidshof verwijst bijkomend naar rechtspraak van het Hof van Cassatie, waarin de verzadiging van het opvangnetwerk inderdaad als bijzondere omstandigheid in de zin van artikel 11, § 3 Opvangwet aangeduid wordt. Uit de informatie die de verzoeker voorlegt, leidt het Arbeidshof af dat er inderdaad sprake is van een verzadiging van het opvangnetwerk. Het Arbeidshof acht de gevraagde maatregel noodzakelijk om de menselijke waardigheid van de verzoeker te waarborgen: hij moet effectief toegang krijgen tot een opvangplaats, hetzij in de vorm van materiële hulp van Fedasil, hetzij in de vorm van financiële hulp toegekend door het OCMW.

Het Arbeidshof oordeelt daarom als volgt:

  • In de eerste plaats wordt Fedasil veroordeeld om de verzoeker vanaf de betekening van het arrest een opvangplaats toe te kennen, in een collectieve of individuele opvangplaats of in een hotel of eender welke andere gepaste plaats.
  • Indien Fedasil niet binnen de 48 uur vanaf de betekening van het arrest overgaat tot de toewijzing van een opvangplaats, geldt dit arrest als een beslissing tot niet-toewijzing of opheffing van de code 207 van de verzoeker, en dit tot het moment dat Fedasil de verzoeker een opvangplaats toewijst.

Praktisch gevolg van deze rechtspraak?

Na dit arrest van het Arbeidshof zijn er nog veroordelingen in deze zin van arbeidsrechtbanken. De POD Maatschappelijke Integratie (POD MI) bevestigt in zijn nieuwsbrief E-cho van november 2022 dat verzoekers om internationale bescherming (VIB) op basis van dergelijke veroordeling beroep kunnen doen op het OCMW voor steunverlening.

Praktisch gezien zijn dit de situaties die zich kunnen voordoen:

  • Als Fedasil de VIB binnen de opgelegde tijd van de veroordeling een materiële opvangplaats kan toekennen, dan is de situatie vanaf dan in orde. De code 207 in het wachtregister vermeldt dan de toegewezen opvangplaats waar zij de steun ontvangen waarop zij gerechtigd zijn.
  • Als Fedasil de VIBniet binnen de opgelegde tijd van de veroordeling een materiële opvangplaats kan toekennen, dan geldt de veroordeling als niet-toewijzing of opheffing van de code 207. Er zijn dus twee mogelijke situaties:
    • Als er nog geen code 207 toegekend is, dan is het OCMW van de plaats waar de VIB ingeschreven staat in het wachtregister bevoegd om financiële steun toe te kennen.
    • Blijkbaar is er soms wel een code 207 toegekend ook als er geen materiële opvangplaats beschikbaar is? Dan geldt de veroordeling zonder tijdige toekenning van een opvangplaats als "opheffing" van die code 207. Maar praktisch gezien vermeldt het wachtregister dan nog steeds de code 207. Volgens de POD MI nieuwsbrief E-cho kan het OCMW (van de plaats waar de VIB ingeschreven staat in het wachtregister) dan de rechterlijke uitspraak en de naam van de VIB aan de POD MI bezorgen. Zo kan de POD MI het dossier bestuderen en informatie opvragen bij Fedasil in functie van mogelijke terugbetaling aan het OCMW. Beide administraties hebben afgesproken om dan snel te reageren.
  • Als Fedasil dan later toch nog een materiële opvangplaats kan toekennen (met code 207), dan kan de VIB naar die opvangplaats verhuizen en dan eindigt de financiële OCMW-steun.
Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen, aangevuld door AgII