Bedragen onwettige retributie voor verblijfsaanvragen opnieuw geïndexeerd

Geactualiseerd mei 2022

Vanaf 1 juni 2021 werden de bedragen van de retributie die gevraagd wordt bij het indienen van een verblijfsaanvraag opnieuw geïndexeerd. Dat gebeurde tot dan elk jaar van rechtswege op 1 juni. Sinds 26 mei 2022 is de regelgeving inzake retributies aangepast aan de rechtspraak van zowel de Raad van State (RvS) als de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) dat de toenmalige (niet-geïndexeerde) bedragen van de retributie onwettig waren omdat ze niet in redelijke verhouding stonden tot de kostprijs van de geleverde dienst. Toch bleef Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) de retributie eisen en ook de jaarlijkse indexering toepassen. Nochtans gold deze rechtspraak ook - en des te meer - voor hogere (= geïndexeerde) bedragen. Bovendien had de RvS ook de bevoegdheid van DVZ, de gemeente en de consulaire post vernietigd om onontvankelijkheidsbeslissingen te nemen. De RvV oordeelde ook al dat DVZ niet meer bevoegd is om een verblijfsaanvraag onontvankelijk te verklaren bij niet-betaling van de retributie: zie daarover ons nieuwsbericht.

Aangezien de toenmalige (al dan niet geïndexeerde) bedragen van de retributie onwettig waren, kunnen ze in principe integraal teruggevorderd worden voor de rechtbank van eerste aanleg. Wanneer een consulaire post, gemeente of DVZ een verblijfsaanvraag onontvankelijk verklaart wegens niet-betaling van de (al dan niet geïndexeerde) retributie, kan men de vernietiging vorderen van deze beslissing voor de RvV.

Sinds 26 mei 2022 vervangt het koninklijk besluit van 9 februari 2022 het oorspronkelijke artikel 1/1/1 en artikel 1/2 van het Verblijfsbesluit. Hiermee brengt de Belgische Staat de retributies in verhouding tot de effectieve kost van een aanvraag en komt hij tegemoet aan de bovenvermelde rechtspraak van de Raad van State (RvS). Voortaan worden de retributies jaarlijks en van rechtswege geïndexeerd op 1 januari. Ook de procedure en de bevoegdheid wordt opnieuw geregeld. De hierboven vermelde rechtspraak die de oude retributies onwettig verklaarde en die bevoegdheden vernietigde, kan dus enkel worden ingeroepen voor de oude retributies en niet meer voor de huidige aangepaste en jaarlijks geïndexeerde retributies.Lees hierover ons nieuwsbericht.