Belang van het kind bij vrij personenverkeer EU-burgers en familieleden

De DVZ moet bij haar beslissingen in toepassing van het Unierecht rekening houden met het hoger belang van het kind. Dit geldt niet alleen bij maatregelen die de DVZ rechtstreeks ten aanzien van kinderen neemt. Het gaat ook over maatregelen die het kind onrechtstreeks beïnvloeden. De RvV bevestigt in een arrest van 20 maart 2014 zijn eerdere rechtspraak.

Feiten

Een Marokkaanse moeder komt op 15 december 2011 met haar dochter aan in België. De moeder heeft als enige ouder het omgangsrecht met haar dochter. De moeder diende op 21 januari 2013 een aanvraag in voor de minderjarige dochter als unieburger met voldoende bestaansmiddelen op basis van artikel 40 Verblijfswet. Op 12 juli 2013 krijgt de dochter een E-kaart. Op 15 april 2013 dient de moeder een aanvraag gezinshereniging in met de dochter. Op 9 oktober 2013 weigert de DVZ die aanvraag omdat de moeder onvoldoende ten laste zou zijn van de minderjarige dochter en omdat de dochter over onvoldoende middelen beschikte om haar moeder ten laste te hebben. De moeder krijgt ook een bevel om het grondgebied (BGV) te verlaten. De moeder zou dus het grondgebied moeten verlaten waardoor het kind zonder ouder in België zou moeten verblijven.

Verblijfswet

Als de DVZ een uitwijzingsbeslissing neemt ten aanzien van een derdelander moet ze daarbij rekening houden met het hoger belang van het kind, het gezins- en familieleven en de gezondheidstoestand van de betrokken onderdaan van een derde land. Dit volgt uit artikel 74/13 Verblijfswet. Dit artikel is een omzetting van artikel 5 Terugkeerrichtlijn 2008/115/EG. Met de weigering en het BGV ten aanzien van de Marokkaanse vrouw past de DVZ artikel 74/13 Verblijfswet. en dus het Unierecht toe. In zulk geval zegt artikel 51 van het Handvest Grondrechten EU dat dit Handvest en dus ook artikel 24 daaruit van toepassing is. Artikel 24 Handvest verwijst op haar beurt weer naar onder meer artikel 3 Kinderrechtenverdrag.

Artikel 3 Kinderrechtverdrag stelt het volgende: "Als openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen maatregelen nemen betreffende kinderen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging." Het VN Kinderrechten comité heeft verduidelijkt dat dit niet alleen geldt voor maatregelen die een lidstaat neemt rechtstreeks ten aanzien van kinderen. Het is ook van toepassing op maatregelen die kinderen onrechtstreeks beïnvloeden.

Uitspraak RvV

De weigering van verblijf met BGV aan de Marokkaanse moeder beïnvloedt indirect ook de belangen van de minderjarige, Italiaanse dochter. De DVZ wist dat de vrouw een minderjarige dochter had waar ze mee samenwoonde en een gezin mee vormde. Uit de beslissing blijkt niet dat de DVZ rekening heeft gehouden met het gezinsleven van de vrouw of met het hoger belang van haar kind.

De RvV vernietigt daarom de beslissing tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten wegens schending van 74/13 Verblijfswet.

Meer info