Belg worden: talenkennis ook bewezen door kortstondig onderbroken tewerkstelling

Om Belg te worden moet je in sommige gevallen je kennis van een van de drie landstalen van niveau A2 van het Europees Referentiekader voor Talen bewijzen. Het koninklijk besluit (KB)van 14 januari 2013 somt 8 mogelijke bewijzen van talenkennis op. Talenkennis kan onder meer bewezen worden door vijf jaar ononderbroken tewerkstelling. Kortstondige onderbrekingen door de omschakeling van het statuut van zelfstandige naar werknemer en omgekeerd, staan deze taalkundige integratie niet in de weg, oordeelt de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen in een vonnis van 7 maart 2017.

Feiten

De betrokkene legde een nationaliteitsverklaring af op basis van artikel 12bis §2 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (WBN) bij de gemeente. Hij kreeg een negatief advies omdat het Openbaar Ministerie vond dat zijn talenkennis onvoldoende bewezen was. Hij wilde zijn talenkennis bewijzen aan de hand van vijf jaar onafgebroken tewerkstelling in de zin van artikel 1, 5° van het KB van 14 januari 2013. Betrokkene werkte onafgebroken als zelfstandige gedurende een periode van 4,5 jaar. Voor en na deze periode werkte hij als werknemer maar er waren korte onderbrekingen in de periode van tewerkstelling omwille van de omschakeling van statuut.

De rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen

De rechtbank bevestigt dat de wetgever een documentair systeem invoerde om te bewijzen dat kandidaat-Belgen voldoen aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de Belgische nationaliteit, in casu van talenkennis. Hierbij moet men steeds de ratio legis voor ogen houden. Het bewijzen van talenkennis door vijf jaar onafgebroken tewerkstelling, gaat ervan uit dat door deelname aan het economisch leven als zelfstandige of door het werken in een bedrijf of bij de overheid, de kandidaat-Belg een taalkundige integratie verwerft. In deze zaak waren er korte onderbrekingen in de vereiste periode van vijf jaar onafgebroken tewerkstelling maar de rechtbank oordeelde dat die onderbrekingen niet van die aard zijn om te doen twijfelen aan de taalkundige integratie van de verzoeker. Het ging namelijk om beperkte onderbrekingen, alleen door het omschakelen van statuut van werknemer naar zelfstandige en omgekeerd.

Conclusie

De wetgever heeft de bewijsmiddelen van talenkennis, en bij uitbreiding ook van maatschappelijke integratie en economische participatie, limitatief opgesomd in het KB van 14 januari 2013. Bij de beoordeling van de bewijsmiddelen is het belangrijk om de ratio legis voor ogen te houden en is een zekere soepelheid aangewezen als duidelijk blijkt dat de voorwaarden voor het verkrijgen van de Belgische nationaliteit zijn vervuld.