Beroepstermijn nationaliteitsverklaring start na ontvangst van negatief advies

In een arrest van 22 oktober 2018 oordeelt het Hof van Cassatie (HvC) dat de termijn om in beroep te gaan tegen een negatief advies van het openbaar ministerie (OM) op een nationaliteitsverklaring, start bij ontvangst van dat negatieve advies. Het openbaar ministerie meende dat de beroepstermijn start na de kennisgeving, maar dat wordt dus niet gevolgd door het Hof van Cassatie.

Familierechtbank Brugge

Het OM gaf een negatief advies op de nationaliteitsverklaring van de betrokkene omwille van een gewichtig feit eigen aan de persoon: verzoekster woont samen met een persoon zonder wettig verblijf. Dit getuigt volgens het OM van weinig respect voor de Belgische samenleving. De betrokkene gaat in beroep bij de familierechtbank, die het negatief advies ongegrond verklaart. De familierechter beschouwt het samenwonen met een persoon zonder wettig verblijf niet als een gewichtig feit eigen aan de persoon, omdat de persoon zonder wettig verblijf de vaste partner van verzoekster is en de vader van hun drie jonge kinderen.

Hof van beroep Gent

Tegen deze beslissing van de familierechtbank gaat het OM in beroep. Het OM haalt daarbij ook aan, anders dan in eerste aanleg, dat het beroep tegen het negatief advies te laat werd ingediend. Het OM meent dat de beroepstermijn start na de kennisgeving van het negatieve advies, ook al is het nog niet ontvangen, en niet na ontvangst van het negatieve advies. Het hof van beroep van Gent volgt deze redenering niet, en bepaalt dat het beroep op tijd werd ingesteld, namelijk binnen 15 dagen na ontvangst van het negatieve advies van het OM.

Ook meent het hof, net als de familierechtbank, dat er geen sprake is van gewichtige feiten eigen aan de persoon.

Het OM gaat in beroep tegen deze beslissing van het hof.

Hof van Cassatie

Het HvC stelt dat artikel 15, §5, eerste lid van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (WBN) bepaalt dat de betrokkene in beroep kan gaan tegen het negatief advies van de procureur des Konings binnen 15 dagen na ontvangst van het negatieve advies. Die datum is dus van belang en niet, zoals het OM meende, de datum van kennisgeving.