Op 3 april 2014 is de zogenaamde “databank schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen” in werking getreden (Koninklijk besluit van 28 februari 2014). De databank kreeg uiteindelijk de vorm van bijkomende informatie die opgenomen wordt in het rijksregister. Het is dus geen aparte databank, maar een uitbreiding van het bestaande rijksregister.
Wat is de bedoeling?
Het opzetten van een databank schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen was een maatregel die in het federaal regeerakkoord van 1 december 2011 was aangekondigd. Dit kaderde in het opvoeren van de strijd tegen schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen.
Volgens het Verslag aan de Koning heeft het KB van 28 februari 2014 tot doel een “relevante gegevensuitwisseling” mogelijk te maken tussen de betrokken overheden, “in het kader van de opgevoerde strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijn-wettelijke samenwoningen”. Die gegevensuitwisseling wordt mogelijk gemaakt door in de bevolkingsregisters een aantal gegevens op te nemen met betrekking tot de beslissingen die kunnen genomen worden op grond van het Burgerlijk Wetboek door de ambtenaar van de burgerlijke stand “bij een ernstig vermoeden van een schijnhuwelijk of schijn-wettelijke samenwoning”. Ook verwijst het Verslag naar het federaal regeerakkoord waarin de regering besliste om de strijd tegen schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen op te drijven, onder meer “door het opzetten van een databank met relevante informatie voor alle overheden”.
Opmerking van Kruispunt M-I:
- In de databank worden meer gegevens opgenomen dan wat strikt genomen “relevant” is volgens de definitie van een “schijnhuwelijk of schijnwettelijke samenwoning”. Er is niet bij alle gegevens sprake van een “ernstig vermoeden”. De gegevens van de databank moeten dus bijzonder voorzichtig geïnterpreteerd worden.
- Er is pas sprake van een schijnhuwelijk "wanneer, ondanks de formele gegeven toestemmingen tot het huwelijk, uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens één van de echtgenoten kennelijk niet gericht is op het totstandbrengen van een duurzame levensgemeenschap, maar enkel op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel dat is verbonden aan de staat van gehuwde" (artikel 146bis Burgerlijk Wetboek).
- Er is pas sprake van schijnwettelijke samenwoning "wanneer, ondanks de geuite wil van beide partijen om wettelijk samen te wonen, uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens een van beide partijen kennelijk enkel gericht is op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel" dat is verbonden aan de staat van wettelijk samenwonende" (artikel 1476bis Burgerlijk Wetboek).
Welke gegevens worden opgenomen?
Gegevens voor de strijd tegen schijnhuwelijken:
- De afgifte van het ontvangstbericht dat het koppel krijgt nadat het alle documenten overhandigde die nodig zijn voor de huwelijksaangifte. Het ontvangstbericht wordt alleen in het rijksregister vermeld wanneer een van de partners een verblijfsrechtelijk voordeel kan bekomen door het huwelijk.
- Opmerkingen van Kruispunt M-I:
- Een ontvangstbericht geeft op zichzelf geen enkele indicatie dat het over een schijnhuwelijk zou gaan. Het zegt niets over de intentie van het koppel; het betekent alleen dat alle vereiste documenten om te huwen overgemaakt zijn.
- Ook het feit dat het ontvangstbericht alleen vermeld wordt wanneer een van de partners een verblijfsrechtelijk voordeel kan bekomen, betekent helemaal niet dat het om een schijnhuwelijk zou gaan. Anders zou elk gemengd huwelijk prima facie als verdacht beschouwd worden, hetgeen juist vermeden moet worden volgens de omzendbrief van 6 september 2013 inzake de wet van 2 juni 2013.
- De weigering van de opmaak van de huwelijksaangifte, omdat de ambtenaar van de burgerlijke stand twijfels heeft over de echtheid of geldigheid van de overgelegde documenten. Hierdoor zou een vermoeden van schijnhuwelijk kunnen ontstaan.
- Opmerkingen van Kruispunt M-I: het niet opmaken van de huwelijksaangifte kan op zich nooit een vermoeden doen ontstaan dat het om een schijnhuwelijk gaat. De insinuatie van het KB van 28 februari 2014 dat dit wel kan, druist in tegen de wet van 2 juni 2013.
- De wet van 2 juni 2013 geeft alleen de bevoegdheid aan de ambtenaar van de burgerlijke stand om te weigeren de huwelijksaangifte op te maken, wanneer hij twijfels heeft over de geldigheid of de echtheid van de overgelegde documenten.
- De memorie van toelichting bij de wet van 2 juni 2013 stelt uitdrukkelijk dat het al dan niet opmaken van de huwelijksaangifte enkel afhangt van het overleggen van de documenten en van de geldigheid en de echtheid ervan, “en niet van de intentie van de aanstaande echtgenoten” (zie MvT bij de wet van 2 juni 2013, Parl.St. Kamer 2013-2014, 2673/001, 5). Volgens de MvT slaat het onderzoek naar de geldigheid en de echtheid op de legalisatie, vertaling door een beëdigd vertaler en op de geldigheid van de datum van de voorgelegde documenten.
- De beslissing om de voltrekking van het huwelijk uit te stellen, omwille van een ernstig vermoeden van schijnhuwelijk.
- De weigering om het huwelijk te voltrekken omdat de ambtenaar van de burgerlijke stand van oordeel is dat het om een schijnhuwelijk gaat.
Gegevens voor de strijd tegen schijnwettelijke samenwoningen:
- Het uitstel van de melding van de verklaring van wettelijke samenwoning, omwille van een ernstig vermoeden dat het om een schijnwettelijke samenwoning gaat, of dat de wettelijke samenwoning zonder vrije toestemming aangegaan wordt, of dat de toestemming onder geweld of bedreiging gegeven wordt.
- De weigering van de melding van de verklaring van wettelijke samenwoning in het rijksregister, omwille van een ernstig vermoeden dat het om een schijnwettelijke samenwoning gaat, of dat de wettelijke samenwoning zonder vrije toestemming aangegaan wordt, of dat de toestemming onder geweld of bedreiging gegeven wordt.
- Opmerking van Kruispunt M-I: De informatie over wettelijke samenwoningen zonder vrije toestemming of onder dwang is niet relevant voor de schijnwettelijke samenwoning. Dit zijn immers verschillende begrippen die geregeld worden in verschillende artikelen. Met betrekking tot huwelijken wordt deze informatie niet opgenomen in de databank.
Hoelang worden gegevens opgeslagen en bewaard?
Alle gegevens over schijnhuwelijken (hierboven opgesomd) worden gewist vijf jaar na de datum waarop de ambtenaar van de burgerlijke stand het koppel in kennis heeft gesteld van zijn weigeringsbeslissing om de akte van huwelijksaangifte op te maken of vijf jaar na de kennisgeving van zijn beslissing om het huwelijk niet te voltrekken.
Alle gegevens over schijnwettelijke samenwoningen (hierboven opgesomd) worden gewist vijf jaar na de datum waarop de ambtenaar van de burgerlijke stand het koppel in kennis heeft gesteld van zijn weigeringsbeslissing om melding te maken van de verklaring van wettelijke samenwoning in het rijksregister.
Daarnaast worden alle gegevens over schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen (hierboven opgesomd) gewist, na de voltrekking van het huwelijk van het betrokken koppel, respectievelijk na de melding van de verklaring van wettelijke samenwoning van het betrokken koppel.
Gegevens van vreemdelingen die nog niet ingeschreven zijn in het rijksregister, worden opgeslagen in het wachtregister
Wanneer een vreemdeling zonder identificatienummer bij het rijksregister, wil huwen of wettelijk samenwonen, wordt hij ingeschreven in het wachtregister van de gemeente van de aangifte van het huwelijk of van de verklaring van wettelijke samenwoning. De databank schijnhuwelijk en schijnwettelijke samenwoning zal dus leiden tot extra inschrijvingen in het wachtregister.
De vreemdeling zal geschrapt worden uit het wachtregister na dezelfde periode en volgens dezelfde modaliteiten zoals hierboven vermeld. Alleen de naam, voornaam, het geslacht, de geboorteplaats en -datum blijven vermeld in het wachtregister.
- Bron: KB van 28 februari 2014 tot wijziging van het KB van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister en tot voorschrift van de inschrijving in het wachtregister van de vreemdelingen die niet beschikken over een identificatienummer van het Rijksregister en die in het huwelijk willen treden of een verklaring van wettelijke samenwoning willen afleggen, BS 24-03-2014 en erratum BS 16-04-2014
- Meer info: Lees ons nieuwsbericht van 8 oktober 2013 “Strengere wetgeving tegen schijnhuwelijk en schijnwettelijke samenwoning in werking”