DVZ wijzigt praktijk van toekenning machtiging tot verblijf voor onbepaalde duur

Sinds midden oktober 2013 kent de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) pas na een periode van 5 jaar een machtiging tot verblijf voor onbepaalde duur toe. Deze verstrenging geldt in alle situaties waar DVZ een discretionaire bevoegdheid heeft. De DVZ bevestigt dit nieuw beleid in een e-mail.

De wijziging komt er naar aanleiding van een verstrenging voor Unieburgers en hun familieleden, en voor familieleden van Belgen: de programmawet van 28 juni 2013 trok hun voorwaardelijk verblijfsrecht op van 3 naar 5 jaar.

Om derdelanders niet te bevoordelen, besliste DVZ nu om ook voor hen de praktijk te verstrengen:

  • Als er geen wettelijke bepalingen zijn over de termijnen, en DVZ dus een discretionaire bevoegdheid heeft, geeft DVZ derdelanders pas na 5 jaar een definitieve verblijfsvergunning.
  • De periode van 5 jaar begint bovendien pas te lopen vanaf de afgifte van de verblijfskaart, niet vanaf de indiening van de aanvraag.

Voor welke vreemdelingen is er een verstrenging?

De volgende categorieën van vreemdelingen zijn onderworpen aan de discretionaire beslissingsbevoegdheid van DVZ en krijgen vanaf nu pas een definitieve verblijfsvergunning na 5 jaar:

  • arbeidsmigranten en hun gezinsleden
  • humanitair geregulariseerden (art. 9bis Verblijfswet) en hun gezinsleden
  • personen die op basis van artikel 9 lid 2 Verblijfswet een verblijfsmachtiging kregen
  • niet-begeleide minderjarigen met een elektronische A kaart die, eens ze 18 zijn, nog geen 3 jaar een A kaart hebben.

Voor arbeidsmigranten en hun gezinsleden gaf DVZ tot nu toe na een derde, of ten laatste na een vijfde arbeidskaart B een definitieve verblijfsgunning. Ook iemand die een arbeidskaart A bekwam, en nog aan het werk was, kreeg een definitieve verblijfsvergunning. ‘Economisch geregulariseerden’ die op basis van het K.B. van oktober 2009 (en criterium 2.8.B van de instructie van 19 juli 2009) met een arbeidskaart B aan het werk waren, kregen na 3 jaar een definitieve verblijfsvergunning. Elk van deze praktijken is nu gewijzigd: pas na 5 jaar na de afgifte van de eerste verblijfskaart (elektronische A kaart) zal DVZ een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur toekennen. Deze personen zullen dus een aantal extra jaren hun arbeidskaart B en dus ook hun elektronische A kaart moeten verlengen.

Behoud wettelijke termijnen

Wanneer er wettelijke termijnen en wettelijke startpunten van die termijnen zijn vastgelegd om een definitief verblijf toe te kennen, verandert er niets. De wettelijke termijnen blijven gelden.

Het gaat om de volgende categorieën van vreemdelingen:

  • medisch geregulariseerden (9ter): na 5 jaar vanaf de indiening van de aanvraag
  • subsidiair beschermden: na 5 jaar vanaf de indiening van de aanvraag
  • Unieburgers en hun familieleden: na 5 jaar vanaf de indiening van de aanvraag
  • gezinsleden van derdelanders die zelf een onbeperkt verblijfsrecht hebben: na 3 jaar vanaf de indiening van de aanvraag of, als de aanvraag in het buitenland werd gedaan, vanaf de afgifte van de eerste verblijfskaart
  • niet-begeleide minderjarigen: na 3 jaar met een elektronische A kaart vóór ze 18 worden
  • slachtoffers mensenhandel: als de klacht heeft geleid tot een veroordeling of als de tenlastelegging van mensenhandel of mensensmokkel door de procureur of arbeidsauditeur werd weerhouden

Bron: e-mail van Dienst Vreemdelingenzaken, Bureau Lang Verblijf