Nieuws

print
  • 23 februari 2023

    Het Hof van Justitie oordeelt op 12-1-2023 in verschillende zaken over de regels voor terugname van een asielzoeker die opeenvolgend in drie verschillende EU-lidstaten een verzoek om internationale bescherming (VIB) indiende.

    Ook al is de termijn voor een terugnameverzoek verstreken, toch kan de derde lidstaat terugname van een asielzoeker verzoeken aan de tweede lidstaat. De voorwaarden hiervoor zijn dat de derde lidstaat tijdig terugname verzocht heeft aan de eerste lidstaat én dat de tweede lidstaat na de overdrachtstermijn de verantwoordelijkheid gekregen heeft. Het terugnameverzoek van de derde lidstaat is dan echter niet meer mogelijk binnen de vooropgestelde termijnen. Toch wordt de derde lidstaat dan niet automatisch verantwoordelijk voor het verzoek om internationale bescherming (VIB). Zodra de verantwoordelijkheid overgaat van de eerste lidstaat naar de tweede lidstaat start een nieuwe termijn waarbinnen de derde staat een terugname kan verzoeken.

    Een daadwerkelijk rechtsmiddel tegen een overdrachtsbesluit heeft ook betrekking op de situatie die dateert van na het overdrachtsbesluit. Dit impliceert dat het rechtsmiddel ook betrekking kan hebben op het feit dat de overdrachtstermijn tegenover de eerste, aangezochte lidstaat is verstreken. In dat geval waarborgt het rechtsmiddel dat de overdracht naar de eerste, aangezochte lidstaat niet doorgaat.

  • 1 februari 2023

    De rechtspraak veroordeelt Fedasil en de Belgische staat voor het gebrek aan materiële hulp aan verzoekers om internationale bescherming (VIB). We geven een overzicht en gaan dieper in op de praktijk waarbij Fedasil aan VIB voor wie er nog geen opvang is een 'code 207 no show' toekent. Wat betekent dat, welke situaties zijn mogelijk, en wat zijn de gevolgen?

  • 21 december 2022

    Het bijzonder profiel van Afghaanse verzoekers om internationale bescherming van Hazara-afkomst vereist een individuele risicoanalyse gecombineerd met een analyse van de algemene landeninformatie. Hazara’s hebben herkenbare fysieke kenmerken waardoor zij de belangrijkste slachtoffers zijn van sektarische aanvallen op sjiieten. Veel Hazara’s zijn immers sjiitische moslims. Bij terugkeer naar Afghanistan kunnen zij een gegronde vrees voor vervolging hebben waartegen de talibanregering geen behoorlijke bescherming kan bieden. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen erkende op 13-10-2022 een Afghaanse verzoeker van Hazara-afkomst als vluchteling.

  • 21 december 2022

    Het willekeurig geweld in Afghanistan is aanzienlijk gedaald sinds de machtsovername van de Taliban. Er zijn geen ernstige redenen om aan te nemen dat een burger die naar Afghanistan terugkeert een reëel risico loopt om te worden onderworpen aan een ernstige bedreiging van zijn leven of persoon. Om in aanmerking te komen voor subsidiaire bescherming moeten verzoekers aantonen hoe hun persoonlijke omstandigheden het risico om het slachtoffer te worden van willekeurig geweld verhogen. Dit oordeelde de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) in twee arresten op 13 oktober 2022.

  • 20 december 2022

    In twee arresten van 16 januari 2023 en 19 januari 2023 geeft de Raad voor Vreemelingenbetwistingen (RvV) meer duiding over "verwestering". Eerder stelde de RvV op 12 en 13 oktober 2022 dat verwesterde Afghanen die vanuit Europa terugkeren naar Afghanistan geen sociale groep in de zin van artikel 48/3, § 4, d) van de Verblijfswet. Zij kunnen wel worden erkend als vluchteling op basis van hun politieke of religieuze overtuiging als na individueel onderzoek blijkt dat zij zich westerse waarden en normen of kenmerken of gedragingen zodanig eigen hebben gemaakt dat niet kan worden verwacht dat zij deze opgeven. Een verzoeker moet bewijzen dat hij in die zin is verwesterd of als verwesterd kan worden beschouwd.

  • 20 december 2022

    De socio-economische situatie in Afghanistan is geen “onmenselijke behandeling” in de zin van artikel 48/4, § 2, b) van de Verblijfswet. De onmenselijke behandeling moet worden veroorzaakt door een opzettelijke handeling of nalaten van een actor en moet gericht zijn tegen de betrokkene. De socio-economische situatie is na de machtsovername door de taliban in augustus 2021 is het gevolg van een complexe crisis waarvoor niet één specifieke actor verantwoordelijk is. Dit oordeelde de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) in twee arresten op 12 en 13 oktober 2022. De RvV beklemtoont wel dat de huidige socio-economische situatie een schending van artikel 3 van het EVRM kan uitmaken en mee moet worden onderzocht bij de afgifte van een bevel om het grondgebied te verlaten.

  • 20 december 2022

    Verzoekers om internationale bescherming uit Afghanistan moeten kunnen duiden wat de invloed is van de machtsovername door de taliban op hun persoonlijke situatie. Een nieuw persoonlijk onderhoud met het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (CGVS) of het invullen van een nieuwe vragenlijst is niet altijd vereist. Verzoekers kunnen dat ook duiden in hun verzoekschrift, bij aanvullende nota of ter terechtzitting bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV). Dit oordeelt de RvV op 13-10-2022.

  • 20 december 2022

    In een arrest van 11-2-2022 stelt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) dat er in de Gazastrook sprake is van een gewapend conflict. Voor de toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus moet het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en staatlozen (CGVS) de persoonlijke omstandigheden onderzoeken. De RvV vernietigt de weigering van het CGVS omdat deze de verscherpte lokale vatbaarheid te weinig heeft onderzocht. De familiewoning van verzoekster licht immers dichtbij doelwitlocaties.

  • 20 december 2022

    Een RvV arrest van 22-6-2022 erkent een 17-jarig Somalisch meisje dat vier jaar met haar moeder in België woont als vluchteling, gelet op haar vrees voor vervolging (genitale verminking, discriminatie, ...) doordat ze tot een bepaalde sociale groep behoort, met name verwesterde personen.

  • 14 december 2022

    De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen oordeelde in arresten van 4 en 9 augustus 2022 dat om internationale bescherming verzoeken in België niet volstaat om een gegronde vrees voor vervolging te hebben in Burundi. Verzoekers moeten concreet aantonen dat zij persoonlijk een gegronde vrees voor vervolging hebben.

  • 14 december 2022

    Sinds 19-9-2022 kunnen de Dienst Vreemdelingenzaken en het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en staatlozen gehoren op afstand organiseren. De koninklijke besluiten van 2003 die de asielprocedure regelen voor DVZ en voor CGVS zijn daartoe aangepast.

  • 1 december 2022

    Vanaf 14-11-2022 tot 1-4-2023 kunnen asielzoekers die werken verplicht of vrijwillig een opheffing van hun toewijzing aan een opvangplaats (code 207) krijgen. Vanaf december 2022 wordt in het Rijksregister IT141 een nieuwe code (LOG) 7 gecreëerd voor deze asielzoekers maar ook voor sinds minder dan 6 maanden erkende vluchtelingen of subsidiair beschermden die bij familie of vrienden verblijven. Als de gemeente die code aanduidt, heeft dergelijke samenwoonst geen negatieve impact op belastingen en op eventuele steun of uitkering van alle betrokkenen. Deze tijdelijke maatregelen staan in een nieuwe instructie van Fedasil en worden nog verder toegelicht.

  • 23 november 2022

    Op 29 april 2022 kent de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen de vluchtelingenstatus toe aan een Salvadoraanse vrouw die het slachtoffer is van huiselijk geweld. De RvV acht het namelijk niet redelijk om aan te nemen dat de Salvadoraanse autoriteiten haar konden beschermen. “Getrouwde vrouwen in El Salvador die niet in staat zijn om hun relatie te verlaten” zijn een herkenbare, specifieke sociale groep. Dit kan de basis kan zijn voor een nood aan internationale bescherming.

  • 21 oktober 2022

    In twee arresten van 6 juli 2022 concludeert de Nederlandse Raad van State dat er een evident en fundamenteel verschil is tussen het beschermingsbeleid van Nederland enerzijds en Denemarken en Zweden anderzijds. De RvS nam aan dat er een risico was op indirect refoulement bij overdracht aan Denemarken van een Syrische asielzoeker die alle Deense rechtsmiddelen had uitgeput. Een andere asielzoeker die eerder een verzoek om internationale bescherming (VIB) in Zweden had ingediend kon niet bewijzen dat alle Zweedse rechtsmiddelen waren uitgeput. De bevindingen van de Nederlandse Raad van State kunnen nuttig zijn voor de Belgische praktijk rond VIB van Syriërs die eerder een aanvraag hebben ingediend in Zweden of Denemarken.

  • 21 oktober 2022

    RvV arrest nr. 269.049 van 25-2-2022 kent de vluchtelingenstatus toe aan een verzoeker die voor de achtste keer om internationale bescherming vroeg. Hoewel de bekering van de verzoeker tot het christendom eerder als weinig oprecht en opportunistisch gezien werd, duiden zijn consistente verklaringen en neergelegde documenten op een volgehouden en werkelijk engagement als christen. Minstens leidt zijn betrokkenheid bij de christelijke gemeenschap ertoe dat hij in Irak als bekeerd kan worden gepercipieerd. De RvV kent hem de vluchtelingenstatus toe.

  • 21 oktober 2022

    RvV arrest nr. 264.018 van 22-11-2021 beoordeelt de geloofwaardigheid van een bekering tot het christendom van een Iraanse verzoekster om internationale bescherming aan de hand van de drie elementen van HvJ arrest Fathi van 4-10-2018: de motieven van het bekeringsproces, de kennis en de beleving van het nieuwe geloof. De RvV oordeelt dat de verzoekster geen oprechte bekering tot het christendom aannemelijk maakt en verwerpt het beroep.

  • 21 oktober 2022

    Op 28-9-2022 veroordeelde het Franstalig Arbeidshof van Brussel Fedasil om artikel 11, § 3 van de Opvangwet toe te passen als Fedasil binnen de 48 uur geen opvangplaats geeft aan de verzoeker. Artikel 11, § 3 Opvangwet laat toe om bij verzadiging van het opvangnetwerk geen verplichte plaats van inschrijving (code 207) toe te wijzen. Hierdoor krijgt de verzoeker om internationale bescherming recht op maatschappelijke dienstverlening van het OCMW. Ook het Nederlandstalig Arbeidshof van Brussel sprak zich op 20 december 2022 in dezelfde zin uit. 

  • 21 oktober 2022

    RvV arrest nr. 273.049 van 20-05-2022 oordeelt dat steun aan de Koerdische PKK geen uitsluiting rechtvaardigt van internationale bescherming (IB) op grond van artikel 1, F (c) van het Vluchtelingenverdrag. Een uitsluiting van IB kan wel gerechtvaardigd zijn op grond van artikel 1, F (a) Vluchtelingenverdrag wanneer de verzoeker individueel verantwoordelijk kan worden gesteld voor oorlogsmisdrijven.

  • 1 september 2022

    Een instructie van Fedasil van 12-07-2022 laat bepaalde categorieën verzoekers om internationale bescherming toe om hun toewijzing aan een materiële opvangstructuur (code 207) op te heffen. In geval van behoeftigheid komen zij dan in aanmerking voor financiële OCMW-steun. De instructie van 12-07-2022 werd vervangen door de instructie van 10-11-2022 die in werking trad op 14-11-2022.

  • 3 augustus 2022

    We gaven onze eerdere nieuwspagina “Afghanistan: verblijfsaanvragen en bijstand sinds machtsovername Taliban” een update. We wijzigden ook de structuur. In dit huidige nieuwsbericht geven we een overzicht van de belangrijkste wijzigingen. We actualiseerden de volgende titels en informatie: 1.1.1. Praktisch verloop visumaanvraag - a) Afghaanse documenten verkrijgen, c) Indiening verbljifsaanvraag: Plaats en wijze van indiening, Verloop indiening, f) Afleveren visum; 1.1.2. Visum gezinshereniging - a) Flexibiliteit vereiste documenten?; 1.2.1. Behandeling van dossiers internationale bescherming; 2.5. Standpunt Centrale Autoriteit Burgerlijke Stand FOD Justitie Afghaanse documenten

  • 5 juli 2022

    Verder onderzoek is nodig naar de rekruteringspraktijk van lokale bendes in regio Antioqia, Colombia alvorens de vluchtelingenstatus en subsidiaire bescherming te weigeren. Dat besliste de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) in arrest nummer 261.885 van 8 oktober 2021. Verder benadrukte de Raad dat NGO’s en privépersonen geen actoren van bescherming zijn in de zin van artikel 48/5, §2 van de Vreemdelingenwet (Vw).

  • 5 juli 2022

    In twee arresten nrs. 272.907 en 272.908 van 18 mei 2022 beslist de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) dat de mate van willekeurig geweld in het Noorden en centrum van Mali zo hoog is dat elke Malinese burger afkomstig uit deze regio’s daar een reëel risico loopt op ernstige schade. Mensen uit deze regio’s hebben geen intern vestigingsalternatief in andere delen van het land. De RvV kent beide verzoekers de subsidiaire beschermingsstatus toe.

  • 5 juli 2022

    Vanaf 16 maart 2022 is Rusland geen lid meer van de Raad van Europa. Vanaf 16 september 2022 zal Rusland ook geen lid meer zijn van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Wanneer Belgische overheden verzoeken om internationale bescherming en verblijfsaanvragen behandelen, zullen zij rekening moeten houden met deze verminderde rechtsbescherming.

  • 30 juni 2022

    Sinds 1-02-2022 is er nog 4 maanden vanaf een definitieve nationale beslissing om beroep in te dienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de MensVoor nationale definitieve beslissingen vóór 1-02-2022 geldt nog de oude termijn van 6 maanden.

  • 25 mei 2022

    RvV arrest nr. 261.893 van 8-10-2021 oordeelt dat de vordering geen voordeel meer kan opleveren aangezien de verzoeker in dat geval al blijvende bescherming tegen refoulement geniet.

Pagina's