In twee arresten nrs. 272.907 en 272.908 van 18 mei 2022 beslist de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) dat de mate van willekeurig geweld in het Noorden en centrum van Mali zo hoog is dat elke Malinese burger afkomstig uit deze regio’s daar een reëel risico loopt op ernstige schade. Mensen uit deze regio’s hebben geen intern vestigingsalternatief in andere delen van het land. De RvV kent beide verzoekers de subsidiaire beschermingsstatus toe.
Vanaf 16 maart 2022 is Rusland geen lid meer van de Raad van Europa. Vanaf 16 september 2022 zal Rusland ook geen lid meer zijn van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Wanneer Belgische overheden verzoeken om internationale bescherming en verblijfsaanvragen behandelen, zullen zij rekening moeten houden met deze verminderde rechtsbescherming.
Sinds 1-02-2022 is er nog 4 maanden vanaf een definitieve nationale beslissing om beroep in te dienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Voor nationale definitieve beslissingen vóór 1-02-2022 geldt nog de oude termijn van 6 maanden.
RvV arrest nr. 261.893 van 8-10-2021 oordeelt dat de vordering geen voordeel meer kan opleveren aangezien de verzoeker in dat geval al blijvende bescherming tegen refoulement geniet.
RvV arrest nr. 261.886 van 8-10-2021 vernietigt een beslissing van het CGVS tot niet-ontvankelijkheid van een volgend verzoek om internationale bescherming (IB) omdat de kopieën van documenten die door de verzoeker als ‘nieuw element’ werden neergelegd, niet inhoudelijk onderzocht werden.
RvV arrest nr. 268.005 van 8-2-2022 houdt in casu rekening met de socio-economische gevolgen van de escalatie van het conflict in mei 2021 en met de individuele situatie van de verzoeker, die hij staaft met documenten. De RvV besluit dat de verzoeker voldoende aantoont dat hij in geval van terugkeer in een situatie van extreme armoede terecht zou komen die een onmenselijke en vernederende behandeling zou vormen.
Raad van State (RvS) arrest nr. 235.038 van 21-2-2022 verwerpt het verzoek tot wraking van een rechter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV), die eerder het beroep tegen de weigering van internationale bescherming van de broer van een van de verzoekers had verworpen. De RvS oordeelt dat dit niet onder de definitie van ‘wettige verdenking’ valt en dat het niet om hetzelfde geschil gaat.
Sinds begin maart 2022 neemt het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) terug beslissingen over Afghaanse verzoeken om internationale bescherming (VIB). Het past hierbij een nieuw beleid toe na de machtsovername door de Taliban. De RvV meent in arrest nr. 270.813 van 31 maart 2022 dat de verzoeker onvoldoende de mogelijkheid kreeg om relevante elementen aan te brengenom zijn volgend VIB te ondersteunen in het licht van de gewijzigde situatie na de machtswissel. Ook moest het CGVS uitvoeriger onderzoeken of verzoeker een risico op vervolging loopt omwille van zijn profiel van terugkeerder en onderzocht het CGVS niet zorgvuldig of de subsidiaire beschermingsstatus moest worden toegekend, omdat de precaire socio-economische en humanitaire situatie in Afghanistan overwegend te wijten is aan gedragingen van de Taliban, of omdat er voor de betrokkene persoonlijke omstandigheden zijn die het risico, verbonden aan het willekeurig geweld, verhogen.
Onze vaste webpagina over Afghanistan kreeg een grondige update: over de aflevering van Afghaanse documenten en paspoorten, legalisatie, grensoversteek, reizen, het beleid van DVZ bij visa-aanvragen, en van CGVS bij asielaanvragen.
De Nederlandse Raad van State (RvS) oordeelde op 15-12-2021 (nr. 202104510/1/V3) dat bij de Dublin-procedure niet zonder meer mag worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Malta. De Nederlandse staatssecretaris moet meer informatie inwinnen over de detentie(-omstandigheden) en de toegang tot een effectief rechtsmiddel van Dublin-terugkeerders in Malta om zich ervan te verzekeren dat de verzoeker er niet aan een onmenselijke of vernederende behandeling zou worden blootgesteld.
Raad van State arrest nr. 252.042 van 4-11-2021 oordeelt dat de 10 dagen beroepstermijn tegen een CGVS-weigering van een volgend verzoek strijdig is met het recht op een effectief rechtsmiddel in het geval dat de verzoeker 3 dagen voor het einde van de termijn een nieuwe raadsman moet raadplegen.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2022, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 28 februari 2022, legt opnieuw een lijst van ‘veilige herkomstlanden’ vast.
Procedurestukken aan en door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen kunnen voortaan digitaal verstuurd worden via het systeem DPA-Jbox. UDN-procedures kunnen niet meer per fax worden ingediend. De vraag rijst echter of in alle situaties het recht op toegang tot de rechter verzekerd blijft.
Ondanks een eerdere erkenning als vluchting in een andere EU-lidstaat mag het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) op basis van een eigen gegrondheidsonderzoek toch besluiten dat niet (langer) voldaan is aan de voorwaarden voor internationale bescherming. Zo oordeelt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) in arrest nr. 252.141 van 2 april 2021.
RvV arrest nr. 262.192 van 13 oktober 2021 kende de vluchtelingenstatus toe aan een Senegalese vrouw die een abortus had ondergaan. Hierdoor vreesde zij voor vervolging door de Senegalese autoriteiten en voor geweldpleging door haar partner. Daarmee kwam de RvV terug op haar eerdere uitspraak in dezelfde zaak, waarin zij het eerste verzoek om internationale bescherming van de verzoekster had afgewezen.
De rechtbank van eerste aanleg van Brussel veroordeelt op 19-01-2022 de Belgische staat en Fedasil en legt hen dwangsommen op. Verzoekers om internationale bescherming moeten zonder uitstel een verzoek kunnen indienen en hun recht op opvang kunnen uitoefenen. De staat en Fedasil moeten alle noodzakelijke maatregelen nemen om dit mogelijk te maken.
RvV arrest nr. 263.741 van 16-11-2021 stelt dat de DVZ een aanvraag gezinshereniging met een erkend vluchteling niet alleen mag weigeren omdat gelegaliseerde, officiële bewijsstukken over de verwantschap ontbreken. Bovendien had de DVZ niet zorgvuldig onderzocht of de laattijdige vraag tot vrijstelling van materiële voorwaarden (zoals bestaansmiddelen) verschoonbaar was. De RvV past voor beide conclusies rechtspraak van het Hof van Justitie toe.
Nieuwspagina over verblijfsprocedures van Afghanen vanuit Afghanistan en in België; verblijf, opvang en rechten van geëvacueerden; opsporing van familie en hulp in Afghanistan
In een arrest nr. 260.995 van 23-09-2021 oordeelde de RvV dat een bevel om het grondgebied te verlaten rekening moet houden met een niet-terugleidingsclausule, opgenomen in een beslissing van het CGVS na een verzoek om internationale bescherming.
Sinds 10-12-2021 is de mogelijkheid tot het gebruik van een louter schriftelijke procedure bij de RvV aanzienlijk uitgebreid. Vanaf 22-03-2022 wordt de langverwachte elektronische communicatie van procedurestukken voor de RvV ingevoerd. Dat volgt uit de wet van 30-07-2021 tot wijziging van de Verblijfswet, en het KB van 21-11-2021 tot wijziging van het Procedurereglement van de RvV.
In verschillende beschikkingen van november 2021 veroordeelt de arbeidsrechtbank van Brussel Fedasil tot opvang van asielzoekers die als gevolg van de opvangcrisis geen toegang krijgen tot het opvangnetwerk. Dit enkel op voorwaarde dat de asielaanvraag werd geregistreerd. Indien dit niet het geval is, verklaart de arbeidsrechtbank zich onbevoegd. Dit staat in schril contrast metrechtspraak ten tijde van het online aanmeldformulier, en lijkt niet in overeenstemming met rechtspraak van het HvJ (C-36/20 van 25-06-2020).
RvV arrest nr. 256.214 van 11-06-2021 analyseert de veiligheidssituatie in de stad Goma (Noord-Kivu, DRC) in het licht van artikel 48/4, §2, c) Vw. De RvV oordeelt dat er weliswaar sprake is van een binnenlands gewapend conflict en van een veiligheidssituatie die tot een voorzichtige beoordeling noopt, maar dat er geen sprake is van een situatie van willekeurig geweld.