Nieuws

print
  • 17 februari 2022

    De rechtbank van eerste aanleg van Brussel veroordeelt op 19-01-2022 de Belgische staat en Fedasil en legt hen dwangsommen op. Verzoekers om internationale bescherming moeten zonder uitstel een verzoek kunnen indienen en hun recht op opvang kunnen uitoefenen. De staat en Fedasil moeten alle noodzakelijke maatregelen nemen om dit mogelijk te maken.

  • 17 februari 2022

    RvV arrest nr. 263.741 van 16-11-2021 stelt dat de DVZ een aanvraag gezinshereniging met een erkend vluchteling niet alleen mag weigeren omdat gelegaliseerde, officiële bewijsstukken over de verwantschap ontbreken. Bovendien had de DVZ niet zorgvuldig onderzocht of de laattijdige vraag tot vrijstelling van materiële voorwaarden (zoals bestaansmiddelen) verschoonbaar was. De RvV past voor beide conclusies rechtspraak van het Hof van Justitie toe.

  • 21 december 2021

    Nieuwspagina over verblijfsprocedures van Afghanen vanuit Afghanistan en in België; verblijf, opvang en rechten van geëvacueerden; opsporing van familie en hulp in Afghanistan

  • 16 december 2021

    In een arrest nr. 260.995 van 23-09-2021 oordeelde de RvV dat een bevel om het grondgebied te verlaten rekening moet houden met een niet-terugleidingsclausule, opgenomen in een beslissing van het CGVS na een verzoek om internationale bescherming.

  • 16 december 2021

    Sinds 10-12-2021 is de mogelijkheid tot het gebruik van een louter schriftelijke procedure bij de RvV aanzienlijk uitgebreid. Vanaf 22-03-2022 wordt de langverwachte elektronische communicatie van procedurestukken voor de RvV ingevoerd. Dat volgt uit de wet van 30-07-2021 tot wijziging van de Verblijfswet, en het KB van 21-11-2021 tot wijziging van het Procedurereglement van de RvV.

  • 16 december 2021

    In verschillende beschikkingen van november 2021 veroordeelt de arbeidsrechtbank van Brussel Fedasil tot opvang van asielzoekers die als gevolg van de opvangcrisis geen toegang krijgen tot het opvangnetwerk. Dit enkel op voorwaarde dat de asielaanvraag werd geregistreerd. Indien dit niet het geval is, verklaart de arbeidsrechtbank zich onbevoegd. Dit staat in schril contrast met rechtspraak ten tijde van het online aanmeldformulier, en lijkt niet in overeenstemming met rechtspraak van het HvJ (C-36/20 van 25-06-2020).

  • 16 december 2021

    RvV arrest nr. 256.214 van 11-06-2021 analyseert de veiligheidssituatie in de stad Goma (Noord-Kivu, DRC) in het licht van artikel 48/4, §2, c) Vw. De RvV oordeelt dat er weliswaar sprake is van een binnenlands gewapend conflict en van een veiligheidssituatie die tot een voorzichtige beoordeling noopt, maar dat er geen sprake is van een situatie van willekeurig geweld.

  • 16 december 2021

    RvV arrest nr. 253.598 van 28-04-2021 vernietigt een beslissing van het CGVS nadat de advocaat van de verzoeker de toegang tot het persoonlijk onderhoud van zijn cliënt werd geweigerd omdat hij zich laattijdig had aangemeld. De RvV oordeelt dat deze praktijk een schending inhoudt van de rechten van verdediging, en meer bepaald van het recht op bijstand van een advocaat.

  • 24 november 2021

    In arrest nr. 254.893 van 21-05-2021 kent de RvV de vluchtelingenstatus toe aan een Turkse man. De man loopt niet alleen omwille van zijn banden met de Gülen beweging een risico op vervolging, het CGVS heeft ook onvoorzichtig gehandeld door contact op te nemen met de Turkse autoriteiten.

  • 8 november 2021

    Hof van Justitie arrest C-262/21 van 2-08-2021 oordeelt dat er geen 'ongeoorloofde overbrenging of niet doen terugkeren van het kind' kan zijn in de situatie waarin een ouder zijn kind, zonder instemming van de andere ouder, uit de lidstaat van zijn gewone verblijfplaats meeneemt naar een andere lidstaat ter uitvoering van een Dublin-overdrachtsbeslissing, en vervolgens in deze lidstaat blijft nadat deze overdrachtsbeslissing nietig is verklaard zonder dat de doorverwijzende lidstaat evenwel heeft besloten hen terug te nemen of hun verblijf toe te staan. Het gaat in dat geval niet om een onwettige handeling, maar om het gevolg geven aan een beslissing die bindend is.

  • 14 oktober 2021

    Vanaf 11-10-2021 worden bepaalde elektronische vreemdelingenkaarten voor derdelanders en familieleden van Unieburgers en Belgen vervangen. Deze wijziging door een Ministerieel Besluit van 6-10-2021 kadert in de gefaseerde modernisering van de elektronische verblijfskaarten, ter invoering van het nieuwe uniforme Europese model voor verblijfstitels. Niet alleen de lay-out, maar ook het opschrift, de nummering en de geldigheidsduur van bepaalde kaarten wijzigt. De reeds afgegeven oude kaarten blijven ook nog tijdelijk geldig.

  • 8 oktober 2021

    De RvV stelt in arrest nr. 243.508 van 30 oktober 2020 en arrest nr. 244.492 van 20 november 2020 dat er drie categorieën Palestijnse vluchtelingen bestaan die door UNRWA geregistreerd zijn. Zij zijn in principe uitgesloten van bescherming onder het Vluchtelingenverdrag (volgens artikel 1D) maar omdat UNRWA hen nu geen bijstand en bescherming kan geven, vallen zij automatisch onder het Vluchtelingenverdrag. Het verzoek om internationale bescherming van een Palestijn die niet onder die categorieën valt, moet onderzocht worden.

  • 8 oktober 2021

    HvJ arrest X.Y. tegen Oostenrijk (nr. C-18/20) van 9-09-2021 verduidelijkt de definitie van ‘nieuwe elementen’ voor het indienen van een volgend verzoek om internationale bescherming (IB). Het betreft nieuwe elementen die zich voordoen na de definitieve beëindiging van het vorige verzoek om IB alsook nieuwe elementen die reeds bestonden vóór de beëindiging van de procedure, maar waarop de verzoeker zich niet heeft beroepen.

  • 8 oktober 2021

    In beschikking nr. 21/12/K van 19-04-2021 oordeelt de voorzitter van de arbeidsrechtbank van Luik (afdeling Namen) dat de organisatie van het verblijf in een open terugkeerplaats, zoals geregeld door de Fedasil-omzendbrief van 22 september 2020, verzoekers om internationale bescherming die een bijlage 26quater ontvingen en hiertegen annulatieberoep aantekenden bij de RvV, blootstelt aan een schending van het principe van de onschendbaarheid van de woonst, van het recht op juridische bijstand en van het recht op een effectief beroep. 

  • 6 oktober 2021

    Volgens RvV arrest nr. 249.026 van 15-02-2021 kan de besnijdenis vermeden worden door zich te verzetten tegen de sociale druk, en zijn de problemen die de dochter zou ondervinden door het feit dat zij niet besneden is niet geografisch gebonden.

  • 6 oktober 2021

    RvV arrest nr. 258.932 van 2-08-2021 is van oordeel dat zij omwille van haar kwetsbaar profiel en hiv-positieve status, op basis waarvan zij in Ivoorkust deel uitmaakt van ‘sociale groep’ zoals bedoeld in het Verdrag van Genève, een gegronde vrees heeft voor vervolging.

  • 5 oktober 2021

    RvV arrest nr. 248.617 van 2-02-2021 aanvaardt dat het onderzoek van een 9ter-aanvraag gebeurt ten aanzien van de verantwoordelijke lidstaat onder de Dublin III-Verordening. De RvV stelt evenwel vast dat de ambtenaar-geneesheer van DVZ de relevante landeninformatie fragmentarisch gebruikte en geen deugdelijk onderzoek voerde naar de toegang tot gezondheidszorg voor asielzoekers.

  • 26 augustus 2021

    In twee principearresten van 28-07-2021 oordeelt de Nederlandse RvS dat, sinds de Griekse wetswijziging van maart 2020 inzake statushouders, het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Griekenland niet zonder meer toegepast kan worden. De Nederlandse RvS wijst op structurele en zwaarwegende tekortkomingen waardoor de Griekse instanties in de praktijk vaak niet kunnen voorkomen dat statushouders in een onmenselijke situatie terechtkomen. Deze bevindingen kunnen ook van belang zijn voor de Belgische praktijk rond verzoeken om internationale bescherming afkomstig van statushouders in Griekenland.

  • 19 juli 2021

    In arrest 251.246 van 19-03-2021 vernietigt de RvV een beslissing van het CGVS waarbij het statuut van vluchteling en subsidiaire bescherming geweigerd werd aan een Congolese vrouw die het slachtoffer werd van seksueel misbruik in Spanje. De RvV is van oordeel dat het seksueel misbruik een bijzonder ernstig element uitmaakt waarmee rekening gehouden moet worden bij de beoordeling van de risico’s waaraan zij blootgesteld kan worden bij terugkeer naar Congo. Haar extra kwetsbaarheid omwille van het seksueel misbruik moet bovendien onderzocht worden in het licht van de in Afrika heersende stigmatiserende sociale normen ten aanzien van vrouwen die het slachtoffer werden van seksueel misbruik. 

  • 19 juli 2021

    In arrest nr. 249.489 van 22-02-2021 kent de RvV subsidiaire bescherming toe aan een niet-begeleide minderjarige verzoekster om internationale bescherming uit het district Doshi, provincie Baghlan. De RvV oordeelt dat naast de jonge leeftijd en beperkte scholingsgraad van het meisje, ook de reisroute die zij alleen zal moeten afleggen bij haar terugkeer naar haar herkomstregio in Afghanistan bijdraagt tot de persoonlijke omstandigheden die haar kwetsbaarder maken.

  • 19 juli 2021

    In het arrest L.R. tegen Duitsland (nr. C-8/20) van 20-05-2021 oordeelt het HvJ dat een bij een lidstaat ingediend verzoek om internationale bescherming niet kan worden aangemerkt als een ‘volgend verzoek’ indien het verzoek is ingediend nadat aan verzoeker de vluchtelingenstatus werd geweigerd door een derde land. In dit verband wijst het Hof erop dat Noorwegen en IJsland ook beschouwd moeten worden als derde landen, ondanks hun deelname aan het gemeenschappelijk Europees Asielbeleid krachtens de Overeenkomst tussen de Unie, IJsland en Noorwegen, en hun vergelijkbaar asielstelsel.

  • 9 juli 2021

    Zes Schengenlidstaten, waaronder België, stellen in een brief naar de Europese Commissie van 01-06-2021 vast dat het aantal secundaire migranten met internationale bescherming in Griekenland in hun landen toeneemt. Doordat deze migranten in Griekenland ondermaats behandeld worden, kunnen de Schengenstaten waar zij later opnieuw een verzoek om internationale bescherming doen hen niet terugsturen. Volgens de zes Schengenlidstaten ondermijnt dat het Gemeenschappelijk Europees Asielsysteem.

     

  • 21 mei 2021

    RvV arrest nr. 253.776 van 30-04-2021 vernietigt een weigeringsbeslissing van het CGVS van een vrouw uit Turkije. De vrouw heeft een gegronde vrees voor vervolging door haar ex-man en -schoonfamilie, en Turkije slaagt er niet voldoende in om vrouwen te beschermen tegen femicide en gender gerelateerd geweld.

  • 21 mei 2021

    In navolging van Hof van Justitie arrest H.A. t. België (nr. C-194/19) van 15 april 2021 oordeelt de Raad van State dat bij een annulatieberoep tegen een Dublin-overdracht de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen moet toetsen of nieuwe elementen aangevoerd na het overdrachtsbesluit doorslaggevend zijn voor een correcte toepassing van de Dublinverordening. Het HvJ stelde dat om een toereikende rechterlijke bescherming te verzekeren, de EU-lidstaten in een rechtsmiddel tegen een overdrachtsbesluit op basis van de Dublin III-Verordening (bijlage 26quater) moeten voorzien waarbij er rekening gehouden kan worden met gegevens die dateren van na dit besluit. 

  • 21 mei 2021

    Raad van State arrest nr. 249.122 van 03-12-2020 oordeelt dat het CGVS niet voorafgaand moet oordelen of een verzoeker om internationale bescherming voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een beschermingsstatus als het op basis van ernstige redenen diezelfde verzoeker kan uitsluiten. Daarnaast oordeelt de RvS dat het advies dat het CGVS in het kader van deze beslissing moet verstrekken over de verenigbaarheid van de verwijderingsmaatregel met het non-refoulementbeginsel, geen aparte beslissing uitmaakt waartegen een beroep bij de RvV mogelijk is.

Pagina's