RvV arrest nr. 220.190 van 24-04-2019 stelt vast dat er in Marokko een repressief beleid en een extreem vijandig sociaal klimaat heerst ten aanzien van homoseksuelen. Het voordeel van de twijfel moet ruim worden toegekend vooral omdat de man minderjarig was toen hij vluchtte en het verzoek om internationale bescherming deed.
RvV arrest nr. 214.242 van 19-12-2019 kent subsidiaire bescherming toe aan een kwetsbaar Irakees koppel, omdat zij een groter risico lopen als gevolg van het in Bagdad aanwezige willekeurige geweld. De ernstige bedreiging van het leven of de persoon kan ook ernstige geestelijke trauma’s omvatten.
RvV arrest nr. 214.315 van 19-12-2018 verduidelijkt het begrip 'ernstig misdrijf' ingeval van uitsluiting van de subsidiaire beschermingsstatus. De RvV beslist dat het CGVS onterecht de subsidiaire beschermingsstatus introk van een Afghaanse man die in België veroordeeld was voor een diefstal met geweld.
Dat zeggen RvV nr. 219.546 van 8-04-2019, en RvV nr. 220.747 van 6-05-2019. UNRWA kan in de Gazastrook onmogelijk de levensomstandigheden bieden die stroken met haar opdracht.
Raad van State arrest nr. 244.033 van 26-03-2019 oordeelt dat een vaag en weinig onderbouwd vluchtverhaal niet voldoende is om medische attesten, die opgelopen letsels objectief aantonen, niet in overweging te nemen.
Sinds 2 april 2019 wordt op de website van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) geen convocatielijst meer gepubliceerd. Verzoekers om internationale bescherming zullen op de dag van registratie in het Klein Kasteeltje voortaan meteen een datum en uur meekrijgen waarop ze hun verzoek daadwerkelijk kunnen indienen. Dit wordt vermeld op hun bewijs van aanmelding.
HvJ arrest nr. C-163/17 van 19 maart 2019 verduidelijkt dat het verlaten van de toegekende opvangplaats geldt als vermoeden van onderduiken, op voorwaarde dat de verzoeker geïnformeerd is over de plicht een afwezigheid of verhuis te melden. Het HvJ benadrukt ook het absoluut en algemeen karakter van het verbod op onmenselijke of vernederende behandeling: ook de verwachte leefomstandigheden in geval van toekenning van internationale bescherming moeten in acht genomen worden.
RvV arrest nr. 216.632 van 12-02-2019 kent subsidiaire bescherming toe aan vier Afghaanse niet-begeleide minderjarigen uit het district Doshi, provincie Baghlan. Hun minderjarigheid is een persoonlijke omstandigheid die hen kwetsbaarder maakt.
In arrest nr. 217.609 van 27-02-2019 beslist de RvV op basis van de persoonlijke situatie en de actuele veiligheidsomstandigheden dat er geen intern vluchtalternatief is in de stad Kaboel voor een Afghaanse verzoeker om internationale bescherming. De RvV kent hem de subsidiaire bescherming toe.
Het Koninklijk Besluit van 15-02-2019 bevestigt de lijst van veilige herkomstlanden voor asiel: Albanië, Bosnië-Herzegovina, FYROM (Macedonië), Georgië, India, Kosovo, Montenegro en Servië.
Volgens HvJ arrest nr. C-652/16 van 4-10-2018 is automatische toekenning van internationale bescherming aan een gezinslid van een erkend vluchteling toelaatbaar onder bepaalde voorwaarden.
RvV arrest nr. 211.220 van 18-10-2018 vernietigt een beslissing waarin CGVS een asielverzoek niet-ontvankelijk verklaart omdat de verzoeker al een internationaal beschermingsstatuut heeft in Griekenland. Volgens de RvV kunnen fundamentele mensenrechten geschonden worden bij terugkeer naar Griekenland waar de bescherming ineffectief is.
RvV arrest nr. 216.474 van 7-02-2019 baseert zich op een recent BBC document over de gewijzigde situatie aan de grensovergang met Rafah. CGVS moet opnieuw de internationale bescherming onderzoeken voor een Palestijnse verzoeker uit Gaza.
RvV arrest nr. 211.533 van 25-10-2018 erkent een Koerd met Turkse nationaliteit die al lang actief is voor Koerdische partijen en verenigingen en die de Turkse dienstplicht weigert uit angst te worden ingezet in militaire acties tegen Koerden.
RvV arrest nr. 213.146 van 29-11-2018 oordeelt dat het gebrek aan geloofwaardigheid omtrent de identiteit van verzoekster geen afbreuk doet aan het objectieve risico dat zij opnieuw zal worden blootgesteld aan vervolging ingeval van terugkeer naar Guinee. Voor wie al slachtoffer was, geldt een vermoeden van gegronde vrees voor vervolging of reëel risico op ernstige schade.
RvS arrest nr. 243.306 van 20-12-2018 schorste de beperking tot 50 asielaanvragen per dag die de voormalige staatssecretaris voor Asiel en Migratie had ingesteld sinds 22-11-2018.
RvV arrest nr. 206.172 van 28-06-2018 vernietigt een asielweigering omdat CGVS geen onderzoek gedaan had naar het risico op ernstige schade dat een Irakees uit Mosul zou lopen in geval van terugkeer. CGVS vond dat hij onvoldoende meewerkte om zijn recent verblijf in zijn herkomstregio aan te tonen.
Hof van Justitie arrest Alheto van 25 juli 2018 verduidelijkt de bevoegdheden van instanties zoals de RvV bij asielberoepen; en het onderzoek van een asielaanvraag bij personen die geregistreerd zijn bij de UNRWA voor Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten, waaronder de toepassing van het concept eerste land van asiel.
Op 3 september 2018 oordeelde het VN-comité tegen foltering dat de Dublinoverdracht van een Eritrees slachtoffer van foltering van Zwitserland naar Italië een schending van het non-refoulementbeginsel en van het recht op herstel inhoudt. Beide principes zijn vervat in het Verdrag tegen foltering van 10 december 1984.
De UNHCR richtlijnen van 30-08-2018 geven een uitgebreide analyse van de actuele sociale, politieke, economische en humanitaire situatie in Afghanistan.