Laatste updates 17-5-2023 over de verplichte inschrijving bij VDAB en over de openingsuren van het registratiecentrum voor tijdelijke bescherming. Consulteer dit bericht regelmatig.
In een arrest van 28 februari 2023 oordeelt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen dat het risico op een schending van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) in het kader van een verwijderingsmaatregel niet afdoend werd onderzocht. Een voorafgaande weigeringsbeslissing van het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen met een niet-bindend advies dat “er geen enkele elementen voorhanden zijn die wijzen op het feit dat een verwijderingsmaatregel strijdig zou zijn met artikel 48/3 en 48/4 Vw” volstaat niet. De UNRWA is door ernstige operationele moeilijkheden niet in staat zijn reguliere maar ook levensreddende diensten te garanderen. De RvV vernietigt het bevel om het grondgebied te verlaten.
De Dienst Vreemdelingenzaken kan een gezinsherenigingsaanvraag van een familielid van een Unieburger alleen weigeren wegens redenen van openbare orde als dit familielid een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging vormt voor een fundamenteel belang van de samenleving. Een eerder opgelegd inreisverbod op basis van de Terugkeerrichtlijn volstaat niet als weigeringsgrond of bewijs van zulke bedreiging. Dit stelt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in een arrest van 16-2-2023.
In verschillende arrresten op 29-11-2022 en 23-12-2022 vernietigt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) de verlengingen van overdrachtstermijn in het kader van een Dublinprocedure. Medewerking weigeren aan vrijwillige terugkeer mag niet automatisch leiden tot een verlengingsbeslissing. De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) moet aantonen dat een verzoeker om internationale bescherming zich doelbewust onttrekt aan de procedure zodat de uitvoering van de overdracht materieel onmogelijk wordt. Dit is bijvoorbeeld als een verzoeker zijn laatst gekende woonplaats verlaten heeft en geen nieuw adres laat weten. Een asielzoeker is echter niet verplicht om een Dublin-beslissing vrijwillig uit te voeren bijvoorbeeld wanneer hij hierdoor zijn belang bij een hangende beroepsprocedure zou verliezen.
De Arbeidsrechtbank van Gent vernietigt op 8-2-2023 een beperking van materiële hulp. Fedasil nam de beslissing omdat de verzoeker om internationale bescherming (VIB) niet kwam opdagen voor een tweede gesprek bij de Dienst Vreemdelingenzaken. Dit gesprek had als doel om een Dublin-overdracht naar Duitsland te organiseren. De VIB werkte nog altijd mee aan de asielprocedure en was niet ondergedoken. Als de VIB opgedaagd zou zijn voor het gesprek, was er een reëel risico op vasthouding in strijd met artikel 27 en 28 van de Dublin-III Verordening. Er liep nog een beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) tegen het overdrachtsbesluit (bijlage 26quater). Een vasthouding zou de effectiviteit van dit beroep schaden. De opvang stop zetten is volgens de rechter hier niet evenredig aan het doel. Zolang het beroep bij de RvV in behandeling is, is er geen plicht om (een onrechtmatige) vasthouding te riskeren in een gesloten centrum.
Een ernstig zieke derdelander kan niet worden teruggestuurd naar zijn land waar hij geen adequate behandeling kan krijgen, als zijn pijn daardoor snel, aanzienlijk en onomkeerbaar zou toenemen. Volgens een Hof van Justitie arrest van 22-11-2022 verzet de Europese Terugkeerrichtlijn 2008/115 en het Handvest van de Grondrechten van de EU zich in dat geval tegen een terugkeerbesluit of repatriëring.
De socio-economische situatie in Afghanistan is geen “onmenselijke behandeling” in de zin van artikel 48/4, § 2, b) van de Verblijfswet. De onmenselijke behandeling moet worden veroorzaakt door een opzettelijke handeling of nalaten van een actor en moet gericht zijn tegen de betrokkene. De socio-economische situatie is na de machtsovername door de taliban in augustus 2021 is het gevolg van een complexe crisis waarvoor niet één specifieke actor verantwoordelijk is. Dit oordeelde de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) in twee arresten op 12 en 13 oktober 2022. De RvV beklemtoont wel dat de huidige socio-economische situatie een schending van artikel 3 van het EVRM kan uitmaken en mee moet worden onderzocht bij de afgifte van een bevel om het grondgebied te verlaten.
De Nederlandstalige kamer van het Hof van Cassatie (HvC) verliet in zijn arrest van 27-9-2022 de traditionele “zonder voorwerp”-rechtspraak van het Hof bij beroepen tegen administratieve detentie als de vreemdeling intussen in vrijheid is gesteld. De rechter moet zich dan toch nog uitspreken over het beroep. Dit is in lijn met rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), onder andere het arrest Saqawat van 30 juni 2020. Opmerkelijk, de Franstalige kamer van het HvC blijkt in arresten van 9 november 2022, 15 december 2022 en 22 maart 2023 toch nog terughoudend om de koerswijziging helemaal door te voeren in de eigen rechtspraak.
Raad van State arrest nr. 253.942 van 9-6-2022 (Franstalig) oordeelt dat de DVZ een bevel om het grondgebied te verlaten (BGV) uitdrukkelijk moet motiveren. De formele motiveringsplicht van bestuurshandelingen vereist dat de DVZ de feitelijke en juridische gronden uiteenzet waarop deze is gebaseerd. Wanneer DVZ beveelt het grondgebied te verlaten, moet hij daarbij in het bijzonder rekening houden met de grondrechten van de vreemdeling en uitleggen hoe hij rekening heeft gehouden met de vereisten uit artikel 74/13 Vw nl. het hoger belang van het kind, het gezins- en familieleven en de gezondheidstoestand. De RvS oordeelde in arrest nr. 253.374 van 28-3-2022 (Nederlandstalig) in andere zin. De rechtspraak lijkt verdeeld op dit punt.
In twee arresten van 6 juli 2022 concludeert de Nederlandse Raad van State dat er een evident en fundamenteel verschil is tussen het beschermingsbeleid van Nederland enerzijds en Denemarken en Zweden anderzijds. De RvS nam aan dat er een risico was op indirect refoulement bij overdracht aan Denemarken van een Syrische asielzoeker die alle Deense rechtsmiddelen had uitgeput. Een andere asielzoeker die eerder een verzoek om internationale bescherming (VIB) in Zweden had ingediend kon niet bewijzen dat alle Zweedse rechtsmiddelen waren uitgeput. De bevindingen van de Nederlandse Raad van State kunnen nuttig zijn voor de Belgische praktijk rond VIB van Syriërs die eerder een aanvraag hebben ingediend in Zweden of Denemarken.
We gaven onze eerdere nieuwspagina “Afghanistan: verblijfsaanvragen en bijstand sinds machtsovername Taliban” een update. We wijzigden ook de structuur. In dit huidige nieuwsbericht geven we een overzicht van de belangrijkste wijzigingen. We actualiseerden de volgende titels en informatie: 1.1.1. Praktisch verloop visumaanvraag - a) Afghaanse documenten verkrijgen, c) Indiening verbljifsaanvraag: Plaats en wijze van indiening, Verloop indiening, f) Afleveren visum; 1.1.2. Visum gezinshereniging - a) Flexibiliteit vereiste documenten?; 1.2.1. Behandeling van dossiers internationale bescherming; 2.5. Standpunt Centrale Autoriteit Burgerlijke Stand FOD Justitie Afghaanse documenten
Vanaf 16 maart 2022 is Rusland geen lid meer van de Raad van Europa. Vanaf 16 september 2022 zal Rusland ook geen lid meer zijn van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Wanneer Belgische overheden verzoeken om internationale bescherming en verblijfsaanvragen behandelen, zullen zij rekening moeten houden met deze verminderde rechtsbescherming.
Sinds 1-02-2022 is er nog 4 maanden vanaf een definitieve nationale beslissing om beroep in te dienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Voor nationale definitieve beslissingen vóór 1-02-2022 geldt nog de oude termijn van 6 maanden.
In het arrest Sabani t/België van 8-3-2022 oordeelt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat het binnendringen in een woning van een vreemdeling zonder wettig verblijf zonder huiszoekingsbevel of toestemming van de betrokkene, een schending uitmaakt van het recht op eerbiediging van de woning (artikel 8 EVRM) en op onschendbaarheid van de woning (artikel 15 Grondwet).
Onze vaste webpagina over Afghanistan kreeg een grondige update: over de aflevering van Afghaanse documenten en paspoorten, legalisatie, grensoversteek, reizen, het beleid van DVZ bij visa-aanvragen, en van CGVS bij asielaanvragen.
RvV arrest nr. 265.593 van 16-12-2021 oordeelt dat DVZ onzorgvuldig handelt door het verblijf van een gevestigde vreemdeling te beëindigen op grond van rapporten van de inlichtingendiensten zonder voldoende verifieerbare of geverifieerde feitelijke grondslag.
RvV arrest nr. 265.069 van 7-12-2021 vernietigt de beëindiging van het verblijfsrecht van een mama waarbij DVZ onvoldoende rekening hield met het hoger belang van haar 14-jarige zoon die in België geboren en opgegroeid is.
GwH arrest 187/2021 van 23-12-2021 brengt de maximumtermijn voor administratieve detentie voor repatriëring van Unieburgers of hun familieleden omwille van openbare orde of nationale veiligheid, terug tot 5 maanden. Voor preventieve maatregelen tegen het risico op onderduiken tijdens de uitvoering van het terugkeerbesluit legt het GwH enkele voorwaarden op.
RvV arrest nr 253.382 van 22 april 2021 vernietigt een beslissing tot signalering in het Schengeninformatiesysteem (SIS) terwijl er slechts een weigering van gecombineerde vergunning was genomen, en nog geen weigering van toegang.
Op 3-1-2022 trad het KB van 30-11-2021 in werking. Dit wijzigingsbesluit verduidelijkt de bevoegdheden van de veiligheidsmedewerkers-chauffeurs van de Dienst Vreemdelingenzaken.
Nieuwspagina over verblijfsprocedures van Afghanen vanuit Afghanistan en in België; verblijf, opvang en rechten van geëvacueerden; opsporing van familie en hulp in Afghanistan
In een arrest nr. 260.995 van 23-09-2021 oordeelde de RvV dat een bevel om het grondgebied te verlaten rekening moet houden met een niet-terugleidingsclausule, opgenomen in een beslissing van het CGVS na een verzoek om internationale bescherming.