De Griekse autoriteiten lieten een asielzoeker 12 jaar lang in een precaire en onzekere situatie leven door maar geen beslissing te nemen over zijn asielaanvraag. Het EHRM oordeelt voor het eerst dat dit het recht op respect voor privé- en familieleven (artikel 8 EVRM) schendt.
RvV arrest nr. 175.525 van 29-09-2016 vernietigt de niet-inoverwegingname van de vierde asielaanvraag van een Somalische man met Bajuni origine. De man legde onder meer een nationaliteitsverklaring van de Somalische ambassade te Brussel neer.
In arrest nr. 175.642 van 30-09-2016 legt de RvV eerdere rechtspraak van Cass. van 21-01-2014 naast zich neer. Cass. oordeelde dat een tweede asielaanvraag na terugkeer uit land van herkomst een nieuwe asielaanvraag is. De RvV daarentegen oordeelt dat die tweede asielaanvraag wel degelijk een meervoudige asielaanvraag is.
Raad van State arrest nr. 234.824 van 24-05-2016 stelt dat de intrekking van subsidiaire beschermingsstatus door het CGVS geen uitwijzingsbeslissing is. Dus is het advies van het CGVS over de verenigbaarheid van een mogelijke uitwijzing met artikel 3 EVRM geen aanvechtbare rechtshandeling.
RvV arrest nr. 167.848 van 19-05-2016 en RvV arrest nr. 170.821 van 29-06-2016 kennen allebei subsidiaire bescherming toe op grond van artikel 48/4, §2, b Vw.
Volgens EHRM arrest van 23-08-2016 kunnen de Iraakse autoriteiten geviseerde groepen onvoldoende beschermen tegen de bedreigingen van Al-Qaeda en andere private groepen.
Een nieuw KB somt vanaf 29-08-2016 op als veilig land van herkomst: Albanië, Bosnië-Herzegovina, Macedonië (FYROM), Georgië, India, Kosovo, Montenegro, Servië.
In verschillende gelijkaardige arresten vernietigt de RvV de weigeringsbeslissing van het CGVS wegens onterechte toepassing van 'eerste land van asiel'. De RvV verduidelijkt dat dit begrip niet van toepassing is op EU-lidstaten.
RvV arrest nr. 164.790 van 25-03-2016 bevestigt de intrekking van vluchtelingenstatus door CGVS van een Congolese man die was teruggekeerd naar zijn land, zonder toestemming of verantwoording.
Opvallend in de Wet van 1-06-2016 tot wijziging van de Verblijfswet (in werking 8-07-2016): erkende vluchtelingen krijgen de eerste 5 jaar na asiel een tijdelijk verblijfsrecht. Dat heeft geen invloed op hun recht op werk en op leefloon, en zij kunnen ook nog een Belgisch reisdocument krijgen. De regels voor einde verblijf zijn wel uitgebreid.
Dit verdrag van de Raad van Europa is onder meer van belang voor het verblijfsrecht via gezinshereniging en via asiel. Het beschermt ook tegen een uitwijzing.
In advies nr. 65 van 9-05-2015 verduidelijkt het Comité voor Bio-Ethiek de rol en de verplichtingen van de ambtenaar-arts in de 9ter procedure. Daarnaast benadrukt het Comité ook het belang van medische beoordeling in de asielprocedure.
RvV arrest nr. 162.694 van 24-02-2016 schorst bij UDN de uitvoering van een impliciete beslissing. Bij een meervoudige asielaanvraag werd geen bijlage 11ter afgeleverd. De situatie bij terugkeer naar Turkije werd niet grondig onderzocht door DVZ.
RvV arrest nr. 165.615 van 12-04-2016 vernietigt een asielweigering aan een Iraakse man uit Bagdad. Volgens de RvV deed het CGVS geen grondige analyse van de actuele veiligheidssituatie in Bagdad en trok het twijfelachtige conclusies uit rapporten van haar onderzoekscel CEDOCA.
UNHCR heeft op 19-04-2016 nieuwe richtlijnen uitgevaardigd over hoe asielaanvragen van Afghaanse asielzoekers best beoordeeld worden. Dit document vervangt de eerder opgestelde richtlijnen over Afghanistan van 06-08-2013.
Op 11-03-2016 hervormt de RvV een beslissing van CGVS waarbij de vluchtelingenstatus werd ingetrokken op basis van fraude. De RvV oordeelt dat het objectief risico op besnijdenis blijft bestaan.
Volgens EHRM arrest F.G. tegen Zweden van 23-03-2016 moet het risico op vervolging na bekering worden onderzocht ook al roept de asielzoeker dit niet zelf in.
Op 19-01-2016 veroordeelde het EHRM België in de zaak M.D. en M.H.. DVZ en RvV hadden de nieuwe elementen die nodig zijn om een meervoudige asielaanvraag te onderzoeken te nauw geïnterpreteerd. Het risico op mishandeling moet onderzocht worden op basis van de aangebrachte documenten.
EHRM arrest Sow tegen België van 19-01-2016 oordeelt dat art. 3 en 13 EVRM niet geschonden zijn, omdat het risico al uitvoerig onderzocht was in een vorige asielaanvraag en er geen nieuwe elementen waren in de nieuwe asielaanvraag.
In een beslissing van 17-12-2015 stelt het Hof van Justitie dat een beroep tegen een beslissing om een meervoudige asielaanvraag niet te behandelen geen schorsende werking moet hebben. In België bestaat er sinds de wet van 10-04-2014 wel een schorsend beroep in volle rechtsmacht tegen de niet-overwegingname van een meervoudige asielaanvraag.