8 november 2021
Hof van Justitie arrest C-262/21 van 2-08-2021 oordeelt dat er geen 'ongeoorloofde overbrenging of niet doen terugkeren van het kind' kan zijn in de situatie waarin een ouder zijn kind, zonder instemming van de andere ouder, uit de lidstaat van zijn gewone verblijfplaats meeneemt naar een andere lidstaat ter uitvoering van een Dublin-overdrachtsbeslissing, en vervolgens in deze lidstaat blijft nadat deze overdrachtsbeslissing nietig is verklaard zonder dat de doorverwijzende lidstaat evenwel heeft besloten hen terug te nemen of hun verblijf toe te staan. Het gaat in dat geval niet om een onwettige handeling, maar om het gevolg geven aan een beslissing die bindend is.