Nieuws

RvV arrest nr. 201.900 van 29-03-2018 oordeelt dat de persoonlijke omstandigheden die een gezin meervoudige asielzoekers uit Bagdad aanvoeren, de ernst van de bedreiging die voortvloeit uit het willekeurig geweld dermate verhogen, dat zij wel degelijk een reëel risico lopen op ernstige schade in geval van terugkeer. Dit is zelfs het geval wanneer het geweld hen niet meer dan een ander persoon specifiek viseert.
Dat stellen drie RvV arresten van 8 en 9-3-2018 in verenigde kamers, ook bij overdracht van een vreemdeling in onwettig verblijf die in België geen verzoek om internationale bescherming indient. Als DVZ zo'n persoon overdraagt aan de Europese lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, moet DVZ de Dublin III-verordening en alle daarin vervatte procedures en waarborgen toepassen. Het is onwettig om in dit geval een terugkeerbesluit te nemen in toepassing van de Terugkeerrichtlijn.
Op 22 maart 2018 trad een groot aantal wetswijzigingen van de Verblijfswet in werking. Deze wetswijzigingen beogen een omzetting van de Procedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn. Ook een aantal bepalingen uit de Terugkeerrichtlijn en de Kwalificatierichtlijn zijn omgezet. GwH arrest nr. 23/2021 verduidelijkt en vernietigt enkele bepalingen. Deze wijzigingen zullen de komende weken verwerkt worden op de betrokken thematische webpagina's van onze website vreemdelingenrecht.be.
Op 1 april 2018 treedt de nieuwe Wet 'frauduleuze erkenningen' in werking. Deze Wet schijnerkenningen wil vermijden dat erkenningen van een kind gebeuren enkel en alleen met het doel om een verblijfsrecht te bekomen voor één van de betrokkenen (kind of erkenner of toestemmende persoon).
Na repatriëring van Soedanezen in najaar 2017 formuleert het CGVS in een rapport conclusies en aanbevelingen. Ook zonder asielaanvraag moet het risico op schending van art. 3 EVRM onderzocht worden. Dat moet ook vooraleer het land van herkomst de betrokken persoon identificeert.