RvV arrest nr. 201.900 van 29-03-2018 oordeelt dat de persoonlijke omstandigheden die een gezin meervoudige asielzoekers uit Bagdad aanvoeren, de ernst van de bedreiging die voortvloeit uit het willekeurig geweld dermate verhogen, dat zij wel degelijk een reëel risico lopen op ernstige schade in geval van terugkeer. Dit is zelfs het geval wanneer het geweld hen niet meer dan een ander persoon specifiek viseert.
Op 10-10-2017 vernietigde de RvV een negatieve beslissing van DVZ in het kader van de Dublin III-verordening omwille van de interpretatie van het begrip “gezinslid” uit die verordening. De RvV doet beroep op het Wetboek Internationaal Privaatrecht om de wettigheid van een huwelijk vast te stellen.
Dat stellen drie RvV arresten van 8 en 9-3-2018 in verenigde kamers, ook bij overdracht van een vreemdeling in onwettig verblijf die in België geen verzoek om internationale bescherming indient. Als DVZ zo'n persoon overdraagt aan de Europese lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, moet DVZ de Dublin III-verordening en alle daarin vervatte procedures en waarborgen toepassen. Het is onwettig om in dit geval een terugkeerbesluit te nemen in toepassing van de Terugkeerrichtlijn.
Op 22 maart 2018 trad een groot aantal wetswijzigingen van de Verblijfswet in werking. Deze wetswijzigingen beogen een omzetting van de Procedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn. Ook een aantal bepalingen uit de Terugkeerrichtlijn en de Kwalificatierichtlijn zijn omgezet. GwH arrest nr. 23/2021 verduidelijkt en vernietigt enkele bepalingen. Deze wijzigingen zullen de komende weken verwerkt worden op de betrokken thematische webpagina's van onze website vreemdelingenrecht.be.
In arrest P.18.0002.N van 16-01-2018 oordeelt het HvC dat er geen sprake kan zijn van fraude of oneigenlijk gebruik van de asielprocedure op grond van artikel 74/6, §1bis, 9° en 12° Vw na inoverwegingname van een meervoudige asielaanvraag. Bijgevolg oordeelde het HvC dat ook de beslissing tot vasthouding op basis van dit wetsartikel ongegrond is.
De RvV in verenigde kamers oordeelt in arrest nr. 199.329 van 8 februari 2018 dat een beslissing tot terugleiding naar de grens een individuele beslissing is waartegen een annulatie- en/of schorsingsberoep kan worden ingesteld. Hierdoor komt een einde aan de rechtsonzekerheid over dit thema.
Tijdens deze studiedagen belichten verschillende diensten de belangrijkste wijzigingen van de Belgische asielprocedure en de opvang van asielzoekers die op 22-03-2018 in werking traden. Hierbij een overzicht van de voorgestelde presentaties en van de gepubliceerde wetgeving.
Hof van Justitie arrest E. van 16 januari 2018 verduidelijkt wat moet gebeuren wanneer een lidstaat een vreemdeling met verblijfsrecht in een andere lidstaat signaleert in het Schengeninformatiesysteem (SIS).
Personen die vrijwillig terugkeren naar Georgië of Oekraïne, kunnen tijdelijk nog aanspraak maken op een terugkeerpremie en re-integratiesteun (enkel voor uitgeprocedeerde asielzoekers).
Op 1 april 2018 treedt de nieuwe Wet 'frauduleuze erkenningen' in werking. Deze Wet schijnerkenningen wil vermijden dat erkenningen van een kind gebeuren enkel en alleen met het doel om een verblijfsrecht te bekomen voor één van de betrokkenen (kind of erkenner of toestemmende persoon).
Op 20 februari 2018 oordeelde de RvS dat Albanië en Georgië terecht op de lijst van veilige landen staan. CGVS had tot voorzichtigheid aangemaand in haar advies.
Het vonnis van de Arbeidsrechtbank Brussel van 8 februari 2018 oordeelt dat Fedasil zijn beslissing niet individueel motiveerde en geen rekening hield met het hoogste belang van het kind.
In recente rechtspraak oordeelt de RvV dat asielaanvragen van Burundese asielzoekers met de nodige voorzichtigheid moeten behandeld worden en vestigt zij de aandacht op een verslag van de onderzoekscommissie inzake Burundi van de Raad voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties.
Na repatriëring van Soedanezen in najaar 2017 formuleert het CGVS in een rapport conclusies en aanbevelingen. Ook zonder asielaanvraag moet het risico op schending van art. 3 EVRM onderzocht worden. Dat moet ook vooraleer het land van herkomst de betrokken persoon identificeert.
In de arresten nr. 196.023 en nr. 196.024 van 30 november 2017 oordeelt de RvV dat de aangebrachte landeninformatie rond verwestersing en de veiligheidssituatie rond Kabul, in combinatie met de persoonlijke kenmerken van de asielzoeker, een onderzoek ten gronde noodzakelijk maken.
Op 20-12-2017 beslist het HvC dat de Dublin III-verordening van toepassing is op de detentie van een asielzoeker wanneer deze het voorwerp uitmaakt van een terugnameverzoek, ook al heeft die persoon geen asiel aangevraagd in België.
Op 4-1-2018 beval de KI de vrijlating van een Soedanese man omdat de Belgische staat geen grondig onderzoek heeft gevoerd naar het risico dat een terugkeer naar Soedan zou meebrengen in het licht van artikel 3 EVRM (verbod op foltering).
De vijfde Pot Pourri-wet wijzigde het Wetboek Internationaal Privaatrecht op vlak van de naam, sinds 1 januari 2018. Een omzendbrief verduidelijkt de modaliteiten.
In verschillende situaties hebben derdelanders bij wie de afstammingsband tussen ouder en kind niet geregistreerd is in het RR, toch recht op gewaarborgde gezinsbijslag.
POD Maatschappelijke Integratie werkte alle reglementeringen en richtlijnen over medische bewijsstukken die nodig zijn voor federale terugbetaling van OCMW-steun, bij tot begin 2018.
Medimmigrant, Atlas en Agentschap Integratie en Inburgering overlegden in december 2017 met de Cel medische kosten van Fedasil over de betaling van medische kosten van asielzoekers. Hieronder vind je de belangrijkste punten.
In een arrest van 23-11-2017 oordeelt het HvC dat het verlies van de Belgische nationaliteit, ook als er sprake is van fraude zoals na schijnhuwelijk, alleen gevolgen heeft voor de toekomst.