Nieuws

print
  • 23 februari 2023

    Het Hof van Justitie oordeelt op 12-1-2023 in verschillende zaken over de regels voor terugname van een asielzoeker die opeenvolgend in drie verschillende EU-lidstaten een verzoek om internationale bescherming (VIB) indiende.

    Ook al is de termijn voor een terugnameverzoek verstreken, toch kan de derde lidstaat terugname van een asielzoeker verzoeken aan de tweede lidstaat. De voorwaarden hiervoor zijn dat de derde lidstaat tijdig terugname verzocht heeft aan de eerste lidstaat én dat de tweede lidstaat na de overdrachtstermijn de verantwoordelijkheid gekregen heeft. Het terugnameverzoek van de derde lidstaat is dan echter niet meer mogelijk binnen de vooropgestelde termijnen. Toch wordt de derde lidstaat dan niet automatisch verantwoordelijk voor het verzoek om internationale bescherming (VIB). Zodra de verantwoordelijkheid overgaat van de eerste lidstaat naar de tweede lidstaat start een nieuwe termijn waarbinnen de derde staat een terugname kan verzoeken.

    Een daadwerkelijk rechtsmiddel tegen een overdrachtsbesluit heeft ook betrekking op de situatie die dateert van na het overdrachtsbesluit. Dit impliceert dat het rechtsmiddel ook betrekking kan hebben op het feit dat de overdrachtstermijn tegenover de eerste, aangezochte lidstaat is verstreken. In dat geval waarborgt het rechtsmiddel dat de overdracht naar de eerste, aangezochte lidstaat niet doorgaat.

  • 23 februari 2023

    Het Grondwettelijk Hof oordeelt op 26-1-2023 dat de termijn van 8 dagen om verzet aan te tekenen tegen een vervallenverklaring die bij verstek uitgesproken is door een hof van beroep, te kort is. Deze termijn uit artikel 23, §5 Wetboek van de Belgische Nationaliteit (WBN) is in strijd met het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel (artikelen 10 en 11 van de Grondwet) en met het recht op toegang tot de bevoegde rechter (artikel 13 Grondwet). Vervallenverklaring wil zeggen dat het hof van beroep beslist om de Belgische nationaliteit af te nemen van een persoon om de maatschappij te beschermen. Bij verstek betekent dat de betrokkene niet aanwezig en niet vertegenwoordigd was in de procedure. Het is aan de wetgever om een nieuwe termijn te bepalen. Intussen mag het hof van beroep een verzet na de huidige achtdagentermijn uit het WBN niet meer zomaar afwijzen.

  • 22 februari 2023

    Van 4-2-2023 tot en met 3-8-2024 geldt voorlopig opnieuw een visumplicht voor onderdanen van Vanuatu. Dat is bepaald door de Europese Commissie via gedelegeerde verordening 2023/222.

  • 22 februari 2023

    Volgens een arrest van het Hof van Beroep Brussel op 9-6-2022 kan een bureau voor juridische bijstand vrijstelling verlenen voor de betaling van de retributie voor een humanitaire regularisatie-aanvraag (artikel 9bis Verblijfswet), in het kader van rechtsbijstand op basis van artikel 664 Gerechtelijk Wetboek.

  • 21 februari 2023

    Op 1-3-2023 wordt richtlijn (EU) 2016/801 gedeeltelijk omgezet. Vanaf dan stappen ook onderzoekers met een gastovereenkomst bij een erkende onderzoeksinstelling in het systeem van de gecombineerde vergunning. Zij zijn dus niet langer vrijgesteld van gecombineerde vergunning. Onderzoekers met een vergunning voor onderzoekers uit een andere EU-lidstaat kunnen vanaf 1-3-2023 gebruik maken van hun recht op korte- of langetermijnmobiliteit. Er gelden afwijkende regels voor gezinshereniging.

  • 1 februari 2023

    De rechtspraak veroordeelt Fedasil en de Belgische staat voor het gebrek aan materiële hulp aan verzoekers om internationale bescherming (VIB). We geven een overzicht en gaan dieper in op de praktijk waarbij Fedasil aan VIB voor wie er nog geen opvang is een 'code 207 no show' toekent. Wat betekent dat, welke situaties zijn mogelijk, en wat zijn de gevolgen?

  • 1 februari 2023

    Op 31-12-2022 traden een aantal wijzigingen aan het Wetboek van de Belgische nationaliteit (WBN) in werking. Vooral artikel 10 WBN wordt inhoudelijk en vormelijk gewijzigd. Zo staat het nu wettelijk vast dat er geen erkenning als staatloze nodig is om de Belgische nationaliteit toe te kennen aan een kind dat in België geboren wordt zonder nationaliteit. Daarnaast wordt een Centrale Autoriteit inzake nationaliteit opgericht binnen de FOD Justitie. Die kan niet-bindende adviezen geven bij twijfel over nationaliteitsverwerving. Maar voor artikel 10 WBN wordt die adviesbevoegdheid bij de parketten gelegd en niet bij de Centrale Autoriteit.

  • 20 januari 2023

    Door nieuw beleid sinds 14-11-2022 had Fedasil de toewijzing aan een materiële opvangplaats (code 207) opgeheven van een verzoeker om internationale bescherming (VIB) die halftijds werkt met een contract van onbepaalde duur. De voorzitter van de arbeidsrechtbank van Charleroi schorst die opheffing omdat het nettoloon van de VIB lager is dan het leefloon (er is dus niet voldaan aan de voorwaarden uit artikel 9 van het KB van 12-01-2011), en omdat de opheffing gestandaardiseerd is opgesteld in algemene bewoordingen (er is dus niet voldaan aan de motiveringsplicht van de Wet van 29-7-1991). De voorzitter veroordeelt Fedasil om de VIB terug op te vangen tot aan de uitspraak door de Arbeidsrechtbank ten gronde.

  • 20 januari 2023

    Een ernstig zieke derdelander kan niet worden teruggestuurd naar zijn land waar hij geen adequate behandeling kan krijgen, als zijn pijn daardoor snel, aanzienlijk en onomkeerbaar zou toenemen. Volgens een Hof van Justitie arrest van 22-11-2022 verzet de Europese Terugkeerrichtlijn 2008/115 en het Handvest van de Grondrechten van de EU zich in dat geval tegen een terugkeerbesluit of repatriëring.

  • 20 januari 2023

    EU-lidstaten moeten bij een aanvraag gezinshereniging na internationale bescherming de minderjarigheid van een kind beoordelen op het tijdstip dat het kind of de ouder erkend wordt als vluchteling. Ook als het kind meerderjarig wordt tijdens of na de asielprocedure blijft het recht op gezinshereniging bestaan. De aanvraag gezinshereniging moet wel binnen een redelijke termijn ingediend worden. Een werkelijk gezinsleven tussen ouder en kind vereist geen samenwoonst: bezoeken en regelmatige contacten kunnen volstaan. Dat volgt uit twee arresten van het Hof van Justitie van 1 augustus 2022 over gezinshereniging met een erkend vluchteling. In België gelden dezelfde regels voor gezinshereniging met subsidiair beschermden.

  • 20 januari 2023

    Het begrip “ander familielid dat in het herkomstland inwoont bij de Unieburger” slaat op personen die met de Unieburger een afhankelijkheidsrelatie hebben gebaseerd op een nauwe, duurzame en persoonlijke band. De band moet ontstaan zijn in hetzelfde huishouden in het kader van een gemeenschappelijk huiselijk leven dat verder gaat dan tijdelijk samenwonen om louter praktische redenen. Het is daarbij niet vereist dat de Unieburger aan het ‘hoofd van de huishouding’ staat. Ook mogen lidstaten niet eisen dat de band zodanig is dat de Unieburger zijn vrijheid van verkeer niet zou uitoefenen, als het ander familielid hem niet zou kunnen begeleiden of vervoegen in het gastland. Tot slot is ook de duurtijd van het samenleven belangrijk. Daarbij moet men rekening houden met een eventuele periode van samenleven vooraleer het statuut van Unieburger bekomen werd. Dat alles zegt het Hof van Justitie (HvJ) in een arrest van 15 september 2022.

  • 18 januari 2023

    De Geschillencommissie Groeipakket bevestigt in een beslissing van 19 augustus 2022 dat de leeftijdsbeslissing van Dienst Voogdij niet voldoende is om als niet-begeleide minderjarige vreemdeling (NBMV) aangemerkt te worden. De NBMV heeft pas recht op Groeipakket vanaf de definitieve aanstelling van de voogd.

  • 18 januari 2023

    Actuele informatie over retributies vind je op de webpagina

  • 11 januari 2023

    Sinds 30-12-2022 is het opnieuw mogelijk om vanuit België een gecombineerde vergunning aan te vragen vanuit wettig kort verblijf of vanuit lang verblijf. Hierdoor wordt de wetswijziging van 1 september 2020 teruggedraaid. Hiermee was statuutswijziging naar arbeidsmigrant alleen nog mogelijk was vanuit wettig kort verblijf, verblijf als student of verblijf als onderzoeker. In de praktijk aanvaardde DVZ al langer een statuutswijziging vanuit lang verblijf. Deze wetswijziging officialiseert deze soepele praktijk nu ook.

  • 10 januari 2023

    Op 1 november, 1 december 2022 en 1 januari 2023 waren er indexeringen van de leefloonbedragen ten gevolge van het wettelijk mechanisme voor de welvaartsaanpassing. Soms is het voor gezinshereniging een voorwaarde dat men ‘stabiele en toereikende bestaansmiddelen’ heeft. Een inkomen van 120% van het leefloon voor persoon met gezin ten laste volstaat hiervoor. Vanaf 1 januari 2023 is dat 1.969,00 euro.

  • 10 januari 2023

    Bepaalde categorieën van arbeidsmigranten zijn vrijgesteld van arbeidsmarktonderzoek voor een gecombineerde vergunning of een arbeidskaart, wanneer hun bruto jaarloon een bepaald minimumbedrag overschrijdt. Vanaf 1-1-2023 veranderen de minimumbedragen. Deze worden jaarlijks aangepast. De bedragen en berekeningswijze verschilt per gewest.

  • 21 december 2022

    Het bijzonder profiel van Afghaanse verzoekers om internationale bescherming van Hazara-afkomst vereist een individuele risicoanalyse gecombineerd met een analyse van de algemene landeninformatie. Hazara’s hebben herkenbare fysieke kenmerken waardoor zij de belangrijkste slachtoffers zijn van sektarische aanvallen op sjiieten. Veel Hazara’s zijn immers sjiitische moslims. Bij terugkeer naar Afghanistan kunnen zij een gegronde vrees voor vervolging hebben waartegen de talibanregering geen behoorlijke bescherming kan bieden. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen erkende op 13-10-2022 een Afghaanse verzoeker van Hazara-afkomst als vluchteling.

  • 21 december 2022

    Het willekeurig geweld in Afghanistan is aanzienlijk gedaald sinds de machtsovername van de Taliban. Er zijn geen ernstige redenen om aan te nemen dat een burger die naar Afghanistan terugkeert een reëel risico loopt om te worden onderworpen aan een ernstige bedreiging van zijn leven of persoon. Om in aanmerking te komen voor subsidiaire bescherming moeten verzoekers aantonen hoe hun persoonlijke omstandigheden het risico om het slachtoffer te worden van willekeurig geweld verhogen. Dit oordeelde de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) in twee arresten op 13 oktober 2022.

  • 20 december 2022

    In twee arresten van 16 januari 2023 en 19 januari 2023 geeft de Raad voor Vreemelingenbetwistingen (RvV) meer duiding over "verwestering". Eerder stelde de RvV op 12 en 13 oktober 2022 dat verwesterde Afghanen die vanuit Europa terugkeren naar Afghanistan geen sociale groep in de zin van artikel 48/3, § 4, d) van de Verblijfswet. Zij kunnen wel worden erkend als vluchteling op basis van hun politieke of religieuze overtuiging als na individueel onderzoek blijkt dat zij zich westerse waarden en normen of kenmerken of gedragingen zodanig eigen hebben gemaakt dat niet kan worden verwacht dat zij deze opgeven. Een verzoeker moet bewijzen dat hij in die zin is verwesterd of als verwesterd kan worden beschouwd.

  • 20 december 2022

    De socio-economische situatie in Afghanistan is geen “onmenselijke behandeling” in de zin van artikel 48/4, § 2, b) van de Verblijfswet. De onmenselijke behandeling moet worden veroorzaakt door een opzettelijke handeling of nalaten van een actor en moet gericht zijn tegen de betrokkene. De socio-economische situatie is na de machtsovername door de taliban in augustus 2021 is het gevolg van een complexe crisis waarvoor niet één specifieke actor verantwoordelijk is. Dit oordeelde de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) in twee arresten op 12 en 13 oktober 2022. De RvV beklemtoont wel dat de huidige socio-economische situatie een schending van artikel 3 van het EVRM kan uitmaken en mee moet worden onderzocht bij de afgifte van een bevel om het grondgebied te verlaten.

  • 20 december 2022

    Verzoekers om internationale bescherming uit Afghanistan moeten kunnen duiden wat de invloed is van de machtsovername door de taliban op hun persoonlijke situatie. Een nieuw persoonlijk onderhoud met het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (CGVS) of het invullen van een nieuwe vragenlijst is niet altijd vereist. Verzoekers kunnen dat ook duiden in hun verzoekschrift, bij aanvullende nota of ter terechtzitting bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV). Dit oordeelt de RvV op 13-10-2022.

  • 20 december 2022

    In een arrest van 11-2-2022 stelt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) dat er in de Gazastrook sprake is van een gewapend conflict. Voor de toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus moet het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en staatlozen (CGVS) de persoonlijke omstandigheden onderzoeken. De RvV vernietigt de weigering van het CGVS omdat deze de verscherpte lokale vatbaarheid te weinig heeft onderzocht. De familiewoning van verzoekster licht immers dichtbij doelwitlocaties.

  • 20 december 2022

    Een RvV arrest van 22-6-2022 erkent een 17-jarig Somalisch meisje dat vier jaar met haar moeder in België woont als vluchteling, gelet op haar vrees voor vervolging (genitale verminking, discriminatie, ...) doordat ze tot een bepaalde sociale groep behoort, met name verwesterde personen.

  • 19 december 2022

    Het Grondwettelijk Hof stelt in een arrest van 24-11-2022 een discriminatie vast in de woonplaatsvoorwaarde van de Brusselse ordonnantie van 25-4-2019 voor kinderen die vóór 1-1-2020 recht hadden op de ‘oude’ federale gezinsbijslagen ook als hun hoofdverblijfplaats niet geregistreerd staat in het Rijksregister in een Brusselse gemeente maar ze er wel daadwerkelijk verblijven. Volgens de letter van de ordonnantie voldeden deze kinderen wel nog aan de verblijfsvoorwaarde van de nieuwe Brusselse gezinsbijslag, maar niet aan de woonplaatsvoorwaarde. Dat is ongrondwettig ook omdat het niet strookt met de wens van de Brusselse regelgever om kinderen zonder wettig verblijf het recht op kinderbijslag niet te ontnemen als zij hier voor 1-1-2020 recht op hadden.

  • 19 december 2022

    Bij vonnis van 18-8-2022 veroordeelt de Arbeidsrechtbank van Brussel Fedasil om aangepaste opvang te voorzien voor een verzoeker om internationale bescherming (VIB) die het slachtoffer werd van verkrachting in een opvangcentrum. Deze opvang moet aangepast zijn aan de kwetsbaarheid van deze VIB zoals voorzien in de Opvangwet.

Pagina's