Nieuws

DVZ mag geen uitwijzingsbevel van 0 dagen met inreisverbod geven wegens de loutere vaststelling van illegale tewerkstelling. DVZ moet rekening houden met de interpretatie van de notie ‘gevaar voor openbare orde’ door het Europese Hof van Justitie. DVZ kan bovendien geen EU-breed inreisverbod opleggen als de lidstaat die eerder een verblijfsrecht toekende aan de betrokkene niet bereid is dat verblijfsrecht in te trekken.
In twee arresten schorst en vernietigt de RvV de weigering van DVZ om een verblijf op basis van artikel 9ter te verlengen en het bijhorende bevel om het grondgebied te verlaten. DVZ mocht zich niet uitsluitend baseren op het advies van de DVZ-arts, omdat deze geen specialist is in de materie en desondanks geen contact opnam met de behandelende specialist. Opmerkelijk is ook dat de RvV zich onder meer baseert op medische rapporten die bij het beroep voor het eerst werden toegevoegd.
In het kader van een 9ter-aanvraag geeft de DVZ-arts medisch advies over beschikbaarheid en toegankelijkheid van de nodige behandeling in het land van herkomst. De DVZ-arts mag rekening houden met equivalente of vervangingsmedicatie (RvV arresten van 7 juni 2016 en 9 september 2016), zelfs als die bijwerkingen heeft of iets minder aanslaat (RvV arrest van 6 september 2016).
De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen verwierp een beroep omdat de verzoekende partij een processtuk niet met aangetekende brief naar de RvV stuurde. De Raad van State verbreekt op 04-10-2016 dit RvV arrest wegens overdreven formalisme.
In haar arrest A.B. en anderen tegen Frankrijk van 12-07-2016 geeft het EHRM opnieuw de grenzen aan waarbinnen de opsluiting van gezinnen met minderjarige kinderen met het oog op repatriëring mogelijk is. De overheid mag minderjarige kinderen alleen kortstondig opsluiten met het oog op repatriëring als er geen andere, minder dwingende alternatieven mogelijk zijn.