Grondwettelijk Hof vernietigt verblijfsvoorwaarden voor inkomensgarantie ouderen

Update 19 maart 2020

In arrest nr. 6/2019 vernietigt het Grondwettelijk Hof (GwH) de bijkomende verblijfsvoorwaarden bij inkomensgarantie voor ouderen (IGO). De wet van 27 januari 2017 tot wijziging van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen (IGO), voerde bovenop de nationaliteitsvoorwaarden, een verblijfsvoorwaarde in om recht te hebben op de IGO. De betrokkene moest:

  • zijn hoofdverblijfplaats hebben in België
  • gedurende minstens 10 jaar een werkelijk verblijf gehad hebben in België
  • van deze 10 jaar moet minstens 5 jaar ononderbroken zijn

Analyse Grondwettelijk Hof

Het GWH oordeelt dat de verblijfsvoorwaarde niet verenigbaar is met het standstill-beginsel uit artikel 23 Grondwet. Dat beginsel verbiedt de bevoegde wetgever het beschermingsniveau aanzienlijk te verminderen zonder dat daartoe redenen van algemeen belang bestaan.

De wetgever voerde de bijkomende verblijfsvoorwaarde in met als doel:

  • de band die de gerechtigde met België en het stelsel van maatschappelijke dienstverlenging heeft, te versterken
  • de kostenevolutie van de IGO onder controle te houden
  • misbruiken tegen te gaan

De verblijfsvoorwaarde houdt volgens het GwH een aanzienlijke achteruitgang in van het beschermingsniveau voor personen die een dergelijk verblijf niet kunnen aantonen. Bovendien ziet het GwH niet in op welke manier de verblijfsvoorwaarde een voldoende band met België en zijn sociaal stelsel aantoont. In welk opzicht het ontbreken van een verblijfsvoorwaarde een verklaring vormt voor de verhoging van de budgettaire kosten van de IGO blijkt ook niet, volgens het GwH.

De bijkomende verblijfsvoorwaarde is ook strijdig met verordening 883/2004/EU betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels oordeelde het GwH. Volgens artikel 6 van die verordening moet de tijd die men in een andere EU-lidstaat heeft verbleven ook in aanmerking genomen worden wanneer de toekenning van een recht op een prestatie afhankelijk wordt gemaakt van het vervullen van bepaalde tijdvakken van wonen. De verblijfsvoorwaarde voor de IGO neemt die tijdvakken niet in aanmerking zonder onderscheid naar gelang van de gerechtigden.

Eenzelfde arrest over tegemoetkoming wegens handicap

Het GwH oordeelde in dezelfde zin in arrest nr. 41/2020 over de inkomensvervangende tegemoetkoming voor personen met een handicap. Ook daar had de wetgever (in dat geval op 26 maart 2018) eenzelfde verblijfsduurvoorwaarden ingevoerd, om gelijkaardige redenen. Het GwH vernietigde op 12 maart 2020 ook die voorwaarden wegens dezelfde schendingen.

Gevolgen arrest Grondwettelijk Hof

De verblijfsvoorwaarde wordt geacht nooit te hebben bestaan vanaf de publicatie van het vernietigingsarrest in het Belgisch Staatsblad op 1 maart 2019.

De administratie zal zijn praktijk onmiddellijk moeten aanpassen aan de inhoud van het arrest. De verblijfsvoorwaarde mag niet meer toegepast worden.

Ook in lopende beroepen tegen een beslissing gebaseerd op de vernietigde verblijfsvoorwaarden, kan het arrest van het GwH als middel worden ingeroepen. De Federale Pensioendienst zal in die gevallen een nieuw onderzoek naar het recht op IGO opstarten waarbij de vernietigde voorwaarde niet wordt toegepast.

De reeds genomen beslissingen tot afwijzing van de IGO en vonnissen en arresten van die op de vernietigde bepaling gesteund zijn, blijven in principe bestaan. Maar er is wel een beroep mogelijk:

  • Als de beroepstermijn nog niet verstreken is, kan tegen deze beslissingen of gerechtelijke beslissingen een beroep worden ingesteld bij het bevoegde rechtscollege, waarbij het arrest van het GWH als middel kan worden ingeroepen.
  • Als de gewone beroepstermijn verstreken is, kan bovendien tot zes maanden na publicatie van het arrest in het Belgisch Staatsblad een bijzonder beroep ingediend worden tegen deze beslissingen of gerechtelijke beslissingen.

Wanneer binnen een termijn van zes maanden na de publicatie in het Belgisch Staatsblad een nieuwe aanvraag voor een IGO wordt gedaan in gevallen waar eerder een beslissing tot afwijzing van de IGO is genomen op basis van de vernietigende verblijfsvoorwaarde, zal dit leiden tot een retroactieve toekenning. Bij een nieuwe aanvraag buiten die termijn is er geen retroactieve werking.