Hoger belang van het kind primeert: kind behoudt Belgische nationaliteit ondanks onrechtmatige toekenning

In het vonnis nr. 20/1603/A van 3 juni 2021 beslist de familierechtbank van de rechtbank van eerste aanleg van Leuven dat een kind dat ten onrechte door de gemeente als Belg werd ingeschreven toch Belg blijft, wanneer na meer dan vier jaar wordt vastgesteld dat er geen toekenning van de Belgische nationaliteit had mogen plaatsvinden.

De rechter oordeelt dat het hoger belang van het kind primeert. De betrokkene wordt al meer dan vier jaar als Belg beschouwd, en het zou onaanvaardbaar zijn dat zij nadelige gevolgen ondervindt van de vergissing door de gemeente.

Feiten

De betrokkene werd geboren in Sierra Leone in 2007. In 2009 werd haar mama Belg als gevolg van collectief effect nadat haar eigen mama Belg werd, dus via toekenning van de Belgische nationaliteit op basis van het oude artikel 12 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (WBN). De mama van de betrokkene was op dat moment zelf nog minderjarige.

In 2011 kreeg de betrokkene een broer, die ook in Sierra Leone geboren werd. Broer en zus kwamen in 2016 samen met hun vader naar België op grond van gezinshereniging met hun mama, die tot dan heen en weer reisde tussen België en Sierra Leone. De betrokkene werd op dat moment ingeschreven in het Rijksregister als Belg.

In juli 2020 stelt het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Haacht vast dat de toekenning van de Belgische nationaliteit op een fout berustte, en besluit het de betrokkene terug in te schrijven onder haar oude nationaliteit.

Beoordeling familierechtbank

Artikel 12 WBN in de versie zoals van toepassing vóór 1 januari 2013, bepaalde: “Bij vrijwillige verkrijging of herkrijging van de Belgische nationaliteit door een ouder of een adoptant die het gezag uitoefent over een kind dat de leeftijd van achttien jaar niet bereikt heeft of niet ontvoogd is voor die leeftijd, wordt aan dit laatste de Belgische nationaliteit toegekend.”

De toekenning van de Belgische nationaliteit gebeurt dus alleen, en automatisch, als de ouder op basis van verkrijging of herkrijging Belg werd. Verkrijging en herkrijging zijn procedures die enkel openstaan voor meerderjarigen.

De mama van de betrokkene werd echter zelf Belg op basis van artikel 12 WBN, wat een vorm van toekenning van de Belgische nationaliteit is voor minderjarigen. Daardoor zijn de voorwaarden van artikel 12 WBN niet vervuld om het opnieuw toe te passen op de dochter. Haar mama werd immers geen Belg via vrijwillige verkrijging of herkrijging. Zij werd dus ten onrechte als Belg ingeschreven.

Toch besluit de rechter dat de betrokkene de Belgische nationaliteit niet mag verliezen. Artikel 22bis, vierde lid van de Grondwet bepaalt dat het belang van het kind de eerste overweging is bij elke beslissing die het kind aangaat. Het zou onrechtvaardig zijn dat de betrokkene de nadelige gevolgen moet dragen van een fout die de gemeente meer dan vier jaar geleden maakte:

  • Zij zou de enige persoon van haar gezin zijn die niet de Belgische nationaliteit heeft.
  • De F kaart waarop zij recht zou hebben in het kader van gezinshereniging met haar moeder volstaat niet om de nadelige gevolgen ongedaan te maken nu de rechtsgevolgen verbonden aan een F kaart helemaal anders zijn dan die van het bezit van de Belgische nationaliteit.

De rechtbank oordeelt dus dat de betrokkene nog steeds de Belgische nationaliteit heeft.