Inburgering bestaat tien jaar

Op 1 april 2014 bestaat het inburgeringsbeleid in Vlaanderen en Brussel tien jaar. In die periode ondertekenden 134.250 nieuwkomers een inburgeringscontract. Opvallend is hoe de samenstelling van de groep inburgeraars in die tien jaar veranderd is.

Tegenwoordig komen de meeste nieuwkomers in ons land uit Europa. Vooral uit Nederland (15 procent van de nieuwkomers), Polen (11 procent) en Roemenië (8 procent). Marokkanen en Turken waren vroeger een grote groep, maar stonden in 2013 respectievelijk op de zesde en twaalfde plaats met 4 en 2 procent.

Die groeiende groep Europese nieuwkomers en hun familieleden is niet verplicht om een inburgeringstraject te volgen: ze zijn ‘rechthebbende’ inburgeraars. In 2013 behoorde meer dan 73 procent van de nieuwkomers tot die groep.

De meeste mensen die een inburgeringstraject volgen zijn weliswaar nog steeds 'verplichte' inburgeraars, maar het aandeel 'rechthebbenden' neemt jaarlijks toe. In 2010 maakten de rechthebbenden 33 procent uit van het totale aantal inburgeraars, in 2013 al 59 procent.
Daarom willen onthaalbureaus in de toekomst meer investeren in het bereiken van vrijwillige of rechthebbende inburgeraars. De inburgeringscursus helpt bijvoorbeeld Oost-Europese nieuwkomers zelfredzaam maken, en brengt hen op de hoogte van hun rechten en plichten.

Veel inburgeraars, zowel verplichte als rechthebbende, blikken met een positief gevoel terug op de inburgeringscursus.

Antwerpen is van oudsher de stad met de meeste nieuwkomers. In 2013 goed voor bijna 21 procent van de totale instroom in Vlaanderen. De meeste inburgeringscontracten worden daar getekend: 27 procent in 2013.