Inschrijving buitenlandse kinderen geboren in België: nieuwe instructie aan gemeenten

Geactualiseerd in september 2017

Op 31 augustus 2017 gaf Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) de gemeenten een nieuwe (interne) instructie over de inschrijving van kinderen geboren in België uit niet-Belgische ouders, waarvan minstens één ouder een wettig verblijf heeft in ons land op het moment van de geboorte. De nieuwe instructie keert terug naar het oude beleid van ambtshalve inschrijving. De fel bekritiseerde infofiche van 4 mei 2017 is dus ingetrokken.

Ambtshalve inschrijving

Volgens de nieuwe instructie moeten ouders géén procedure gezinshereniging opstarten voor hun kind geboren in België. Dit geldt zowel wanneer het kind een derdelands onderdaan is, als wanneer het gaat om een Unieburger.

  • Beide ouders hebben een wettig verblijf hebben in België: het kind geboren in België, krijgt dezelfde verblijfsstatus als zijn ouders. Hebben de ouders niet dezelfde verblijfsstatus dan krijgt het kind de meest gunstige status.
  • Een van de ouders heeft een wettig verblijf in België: het kind geboren in België krijgt dezelfde status als de ouder met het wettig verblijf. Het kind moet daarvoor niet noodzakelijk verblijven bij deze ouder.

Afstammingsband moet vaststaan op moment van geboorte

Om van de soepele regeling te kunnen genieten is volgens de instructie wel vereist dat de afstammingsband tussen het kind en de ouders juridisch vastgelegd is op het moment van de geboorte. Dat betekent dat als een vader met wettig verblijf zijn kind bij een vrouw in onwettig verblijf pas erkent na de geboorte van het kind, dit kind volgens de instructie niet ambtshalve ingeschreven kan worden. De instructie verduidelijkt niet welke procedure in een dergelijke situatie wel gevolgd moet worden. In dat geval kan het zijn dat de ouders toch een procedure gezinshereniging moeten opstarten voor hun kind. Het is niet duidelijk waarom de instructie dit onderscheid maakt, vooral nu het wetsontwerp met het oog op de strijd tegen de frauduleuze erkenning op 13 juli 2017 goedgekeurd werd door de Kamer. Eens wet, zullen valse vaderlijke (schijn)erkenningen immers niet meer mogelijk zijn.

Prenatale erkenning

Om te vermijden dat een kind niet ambtshalve ingeschreven wordt na vaderlijke erkenning na geboorte kan de vader zijn kind eventueel prenataal erkennen. Dat zal pas kunnen als het nationale recht van de vader hem die mogelijkheid biedt. Als de mogelijkheid om het kind vóór de geboorte te erkennen bestaat, dan zal de vader samen met de moeder voor de ambtenaar van de burgerlijke stand een verklaring moeten afleggen. Wil je in een concreet dossier weten of een vader zijn kind prenataal kan erkennen? Vraag het na bij de juridische helpdesk van het AgII, via mail: juridesk@integratie-inburgering.be of telefonisch op 02/205 00 55 (toets 1: vragen over Internationaal Familierecht).

Nationaliteit van het kind

De oude infofiche van DVZ van 4 mei 2017 suggereerde ten onrechte dat voor de vaststelling van de nationaliteit van het kind een nationaal identiteitsdocument of paspoort van het kind zou nodig zijn, zoniet moest de gemeente het kind met 'onbepaalde nationaliteit' registreren. Deze informatie was foutief.

De gemeente kan en moet de nationaliteit van een kind nagaan op basis van de nationaliteit(en) van de ouder(s) en volgens de betrokken nationaliteitswetgeving(en):

  • Als die nationaliteitswetgeving(en) de nationaliteit van de ouder(s) automatisch toekent aan een in het buitenland (in dit geval in België) geboren kind, dan heeft het kind van rechtswege die nationaliteit; het kind moet daarvoor geen nationale identiteitskaart of paspoort hebben.
  • Enkel wanneer de betrokken nationaliteitswetgeving stelt dat een in het buitenland geboren kind pas de nationaliteit van de ouder(s) verkrijgt na aangifte van het kind bij de eigen nationale overheid én als dat ook mogelijk is, kan de gemeente het in België geboren kind niet direct met een nationaliteit inschrijven. Enkel dan kan de gemeente het kind voorlopig met onbepaalde nationaliteit inschrijven en de ouders verwijzen naar hun ambassade. Let op, dat kan niet voor asielzoekers, vluchtelingen of subsidiair beschermden!
  • Als uit de betrokken nationaliteitswetgeving(en) blijkt dat het in België geboren kind geen enkele nationaliteit heeft én het ook niet mogelijk is om een nationaliteit te krijgen door registratie bij de ambassade van de ouders, dan heeft het kind automatisch de Belgische nationaliteit (artikel 10 Wetboek Belgische Nationaliteit).

In de nieuwe instructie is de info over de vastelling van de nationaliteit van het kind weggelaten. DVZ benadrukt dat het niet bevoegd is voor de wetgeving met betrekking tot de bevolkingsregisters en dat deze wetgeving valt onder de bevoegdheid van de Algemene Directie Instellingen en Bevolking (FOD Binnenlandse Zaken).