POD MI actualiseert infodocument medische bewijsstukken tot begin 2018

De POD Maatschappelijke Integratie (POD MI) werkte het informatiedocument over de 'medische bewijsstukken' die nodig zijn voor federale terugbetaling van OCMW-steun, bij tot begin 2018.

Dit infodocument verwerkt alle reglementeringen, omzendbrieven en FAQ's tot 31 december 2017 en duidt de wijzigingen ten opzichte van de vorige versie (van 2017) aan in het groen. Ook de structuur van het document werd verduidelijkt. Hierna bespreken we enkele elementen van het Informatiedocument.

Informatiedocument POD MI en MediPrima-dossiers

De POD MI wijst er in het informatiedocument op dat MediPrima in 2018 mogelijks wordt uitgebreid naar huisartsen en apothekers. Vanaf dat moment moeten de richtlijnen die dan worden meegedeeld door de POD MI gevolgd worden.

Sinds eind 2017 kunnen huisartsen al vrijwillig instappen in MediPrima. De verplichte instap voor huisartsen is afhankelijk van de verplichting tot elektronisch factureren in het kader van de derdebetalersregel. Hiervoor is voorlopig nog geen duidelijke timing. Als voorlopige timing voor de uitbreiding van MediPrima naar apothekers voorziet de POD MI voorlopig het tweede trimester van 2018.

De Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV) bevestigde aan het Agentschap Integratie en Inburgering dat de elementen van het informatiedocument die relevant zijn voor de controle door de HZIV verder gevolgd zullen worden.

Uitputten van rechten

Hoofdstuk D van het Informatiedocument, dat getiteld wordt ‘Uitputten van rechten’, behandelt zowel:

  • de aansluiting bij de Belgische verplichte ziekteverzekering
  • als de eventuele tussenkomst van een andere verzekering of derde (zie punt 2). Het gaat dan bijvoorbeeld over een publieke ziekteverzekering in het land van herkomst, een arbeidsongevallenverzekering, een borgsteller of garant…

Belangrijk is dat POD MI de mogelijkheid verduidelijkt voor de OCMW’s om de medische kosten ten laste te nemen in afwachting van een eventuele tussenkomst door een andere verzekering of derde. In afwachting van (een onderzoek naar) een tussenkomst, of in geval van weigering door de andere verzekering of derde, kan het OCMW de kosten te laste nemen en vergoed krijgen door de POD MI. De verschillende stappen die ondernomen werden naar de verzekering of derde moeten opgenomen worden in het sociaal onderzoek.

Huisbezoek niet verplicht voor tussenkomst in medische kosten

De POD MI verwijst expliciet naar de Omzendbrief van 14-03-2014 betreffende het sociaal onderzoek om te verduidelijken dat een huisbezoek niet verplicht is in een sociaal onderzoek voor een tussenkomst in medische kosten. De POD MI beveelt het wel aan maar stelt ook dat het niet kunnen afleggen van een huisbezoek geen reden op zich is om een tussenkomst in medische kosten te weigeren.

Medische kosten voor personen afkomstig van visumplichtige landen tijdens periode van legaal kort verblijf

De POD MI gaat zoals vroeger uit van het principe dat derdelanders die visumplichtig zijn een reisverzekering hebben voorgelegd met een minimum dekking van 30.000 euro voor het verkrijgen van hun visum kort verblijf. Voor derdelanders tijdens hun periode van legaal kort verblijf komt de POD MI in de regel daarom enkel tussen voor kosten >30.000 euro. Voor kosten <30.000 euro gaat de POD MI er van uit dat de reisverzekering tussenkomt.

Uitzonderlijk kan de POD MI toch tussenkomen voor medische kosten, onafhankelijk van het bedrag, indien het sociaal onderzoek een gemotiveerde weigering tot tussenkomst van de verzekeraar bevat.

De POD MI vraagt om de inspecteur in te lichten bij tussenkomst voor medische kosten >30.000 euro en in geval van gemotiveerde weigering door de verzekeraar.

Indien de betrokken derdelander eenvoudigweg geen reisverzekering afsloot, terwijl hij hiertoe verplicht was voor het verkrijgen van het visum, komt de POD MI nooit tussen voor de medische kosten tijdens de periode van legaal kort verblijf.

Bepaalde personen zijn wel vrijgesteld van de voorwaarde van het bewijs van reisverzekering om visum te verkrijgen.

Het gaat om:

  • derdelands familieleden van Unieburgers
  • diplomaten

Medische kosten voor personen afkomstig van visumplichtige landen

Voor derdelanders afkomstig van visumplichtige landen moet het OCMW bovendien nagaan of er een borgsteller is of een publieke ziekteverzekering in het herkomstland. Dit zowel tijdens de periode van legaal kort verblijf als wanneer de betrokkene na verloop van het visum zonder wettig verblijf in België is.

Het OCMW moet nagaan of de betrokkene een garant heeft. Dit geldt niet wanneer de betrokkene:

  • al langer dan 2 jaar in België verblijft, of
  • asielzoeker is.

Het OCMW zal dit nagaan bij DVZ en het antwoord in het dossier voegen. In afwachting van duidelijkheid hierover, kan een OCMW de medische kosten ten laste nemen en zal ze deze ook terugbetaald krijgen door de POD MI. Van zodra het OCMW duidelijkheid krijgt, moet het de nodige stappen zetten zoals de tenlasteneming stopzetten en eventueel gemaakte kosten terugvorderen van de garant.

Getuigschriften voor verstrekte hulp: POD MI aanvaardt oude modellen niet langer

Sinds 1 januari 2017 moeten zorgverstrekkers het nieuwe model getuigschrift voor verstrekte hulp gebruiken. Ook de POD MI koppelt hier nu gevolgen aan: verstrekkingen vanaf 1 januari 2018 die op oude getuigschriften worden geattesteerd weigert de POD MI als basis voor de terugbetaling van de medische kosten.