Raad van State unaniem: artikel 9ter Verblijfswet is een nationale norm die ruimer is dan Europese normen

Hoe ziek moet je zijn voor een medische regularisatie (artikel 9ter Verblijfswet)? Door arrest nr. 228.778 van de Franstalige kamer van de Raad van State van 16 oktober 2014 is de rechtspraak nu algemeen. De strenge praktijk die de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) heeft ingevoerd in 2012 is nu definitief afgewezen. DVZ had de motivering van zijn beslissingen al wel gedeeltelijk aangepast in februari 2013.

Eind 2013 oordeelde de Raad van State (RvS) verschillend naargelang de taalrol. Maar in RvS arrest nr. 228.778 van 16 oktober 2014 stelt de Franstalige kamer zich nu op de lijn van de Nederlandstalige kamer (arresten van 19 juni 2013 en 28 november 2013). De RvS heeft nu eenzelfde standpunt in kamers van beide taalrollen:

  • Artikel 9ter Verblijfswet moet begrepen worden als een eenvoudige norm van nationaal recht. Het is geen omzetting van een Europese norm zoals de subsidiaire bescherming. Artikel 9ter Vw moet op autonome manier geïnterpreteerd worden.
  • Het toepassingsgebied van artikel 9ter Vw is ruimer dan de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over artikel 3 EVRM bij repatriëring van een zieke vreemdeling. Artikel 9ter Vw betreft niet alleen direct levensbedreigende ziektes in een vergevorderd, kritiek stadium. Artikel 9ter Vw vereist weliswaar een zekere graad van ernst van de ziekte, maar is niet beperkt tot de norm die blijkt uit de rechtspraak van het EHRM.
  • Artikel 9ter Vw omvat verschillende hypotheses. Het betreft elke gezondheidstoestand die "een reëel risico inhoudt voor het leven of de fysieke integriteit of een reëel risico inhoudt op een onmenselijke of vernederende behandeling wanneer er geen adequate behandeling is in het land van herkomst". Die laatste frase houdt in dat de DVZ ook het reëel risico moet onderzoekenin geval van terugkeer naar het herkomstland wanneer daar geen adequate behandeling is.

Een medische regularisatie (art. 9ter Vw) is dus ook mogelijk voor mensen die dankzij hun behandeling in België nog niet terminaal ziek zijn, maar wiens gezondheid snel en ingrijpend zal verslechteren als ze moeten terugkeren naar hun herkomstland wanneer daar geen adequate behandeling is.

Dat is nu bevestigd door algemene rechtspraak, zowel door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, als door de Raad van State. Door deze algemene rechtspraak is de strenge praktijk die de Dienst Vreemdelingenzaken heeft ingevoerd in 2012 nu definitief afgewezen:

  • Sinds voorjaar 2012 weigerde de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) medische regularisatie-aanvragen als het geen direct levensbedreigende ziekte in een vergevorderd, kritiek stadium betrof.
  • Sinds eind 2012 veroordeelt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) deze strenge praktijk van DVZ.
  • Sinds midden februari 2013 heeft de DVZ de motivering van zijn beslissingen aangepast aan de RvV rechtspraak. Maar de DVZ stelde wel beroepen tegen RvV arresten in bij de Raad van State (RvS). Het was ondertussen niet duidelijk of de ruimere motivering van DVZ ook echt voorafgegaan werd door een ruimer onderzoek.
  • De Nederlandstalige kamer van de RvS (arresten nr. 223.961 van 19 juni 2013, en nrs. 225.632, 225.633 en 225.635 van 28 november 2013) oordeelde dat de criteria van artikel 9ter Vw ruimer zijn dan artikel 3 EVRM en dan de Kwalificatierichtlijn.
  • De Franstalige kamer van de RvS oordeelde in eerste instantie (arresten nrs. 225.522 en 225.523 van 19 november 2013) anders. Maar nu (arrest nr. 228.778 van 16 oktober 2014) oordeelt diezelfde Franstalige kamer zoals de Nederlandstalige kamers van de RvS.
  • Door deze algemene RvV en RvS rechtspraak moet de DVZ medische regularisatie-aanvragen dus ruimer toestaan dan alleen bij een direct levensbedreigende ziekte in een vergevorderd, kritiek stadium.