Recht op opvang of financiële steun bij meervoudige asielaanvraag en bij asielaanvraag uit veilig land

De POD Maatschappelijke Integratie (POD MI) verduidelijkt in nieuwe FAQ’s op zijn website het recht op financiële steun van een asielzoeker na meervoudige asielaanvraag of na asielaanvraag uit een veilig land. Het recht op financiële steun (of op materiële opvang) hangt af van de code 207 die deze personen gekregen hebben van Fedasil, ook tijdens (de periode om) een schorsend beroep bij de RvV of een cassatieberoep bij de RvS (in te dienen).

We beschrijven hieronder de situatie voor materiële opvang en voor financiële steun.

Meervoudige asielaanvraag

Materiële opvang:

  • Fedasil kent doorgaans een code 207 “no show” toe bij een meervoudige asielaanvraag. Volgens artikel 4 van de Opvangwet moet Fedasil dat individueel motiveren.
    • Zolang de asielaanvraag niet in overweging genomen wordt door het CGVS of de RvV hebben deze asielzoekers dan geen recht op materiële steun, en kunnen ze alleen medische kosten betaald krijgen door Fedasil.
    • Als het CGVS een beslissing tot niet-inoverwegingneming neemt en de asielzoeker een schorsend beroep indient bij de RvV, dan heeft hij nog geen automatisch recht op materiële opvang.
  • Fedasil zal alleen verder opvang geven aan wie al bij de meervoudige asielaanvraag een plaats gekregen heeft (code 207 met opvangplaats).

Financiële steun:

  • Als de asielzoeker bij de nieuwe asielaanvraag geen code 207 heeft gekregen of de code 207 opgeheven werd, dan heeft hij recht op financiële steun.
    • Volgens de nieuwe FAQ van de POD MI is dit ook het geval tijdens het schorsend beroep bij de RvV tegen de niet-inoverwegingneming, en nadien tijdens het administratief cassatieberoep bij de Raad van State.
    • Opmerking: Niet elk beroep bij de RvV tegen een beslissing tot niet-inoverwegingneming van een meervoudige asielaanvraag is schorsend. Het RvV-beroep is niet schorsend als het CGVS oordeelt dat de uitwijzing van de asielzoeker niet leidt tot refoulement, én het minstens een derde asielaanvraag betreft, of een tweede asielaanvraag die binnen de 48 uur voor de repatriëring wordt ingediend louter om de geplande repatriëring te vertragen of te hinderen.

Asielzoeker uit veilig herkomstland

Materiële opvang:

  • Asielzoekers uit een veilig herkomstland die in een opvangstructuur verblijven en die een schorsend beroep bij de RvV hebben ingediend tegen de beslissing van het CGVS tot niet-inoverwegingneming, blijven recht hebben op opvang.
  • Als zij op het moment van indiening van hun beroep niet in een opvangstructuur verblijven, kunnen zij zich aanbieden bij de dienst Dispatching van Fedasil om toegewezen te worden aan een opvangstructuur.

Financiële steun:

  • Asielzoekers uit een veilig herkomstland die geen code 207 hebben gekregen of wiens code 207 opgeheven werd door Fedasil en die een schorsend beroep indienen bij de RvV tegen de beslissing van het CGVS tot niet-inoverwegingneming, blijven recht hebben op financiële steun van het OCMW.

Stopzetting steun of opvang na negatief arrest RvV

De FAQ van de POD MI bevestigen ook de berichten van de VVSG over OCMW-steun na een negatief arrest van de RvV(zie nieuwsbrief van 10/09/2014)

Asielzoekers die geen code 207 hebben gekregen of wiens code 207 opgehevenwerd en die een negatieve beslissing van het CGVS hebben gekregen, blijven recht hebben op financiële steun van het OCMW:

  • tijdens de termijn van het bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 13quinquies)
  • tijdens het schorsend beroep bij de RvV
  • tijdens de termijn van dertig dagen om een administratief cassatieberoep in te stellen bij de Raad van State tegen de beslissing van de RvV tot weigering van toekenning van het statuut van vluchteling of van subsidiaire bescherming, en dit ongeacht de duur van de eventuele verlenging van het BGV.
Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen en Kruispunt M-I