RvV asiel: persoonlijke omstandigheden belangrijk element bij beoordeling willekeurig geweld in Bagdad

In arrest nr. 195.228 van 20 november 2017 bevestigt de Algemene Vergadering van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) een beslissing van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) die het statuut van vluchteling en subsidiaire bescherming weigerde aan een Iraakse man afkomstig uit Bagdad.

De RvV oordeelde dat het willekeurig geweld in Bagdad niet dermate hoog is om aan te nemen dat de Iraakse man, louter door zijn aanwezigheid in Irak, een reëel risico zou lopen op ernstige schade. Er zijn geen persoonlijke omstandigheden van de man die tot gevolg hebben dat hij, in vergelijking met een ander persoon, een verhoogd risico zou lopen om slachtoffer te worden van willekeurig geweld.

De feiten

Een Iraakse man werkte bij de Iraakse spoorwegen. Hij verklaarde, samen met drie andere collega’s, aan de basis te liggen van een betoging in 2015 bij de Iraakse spoorwegen. De betoging vond plaats omwille van het uitblijven van de betaling van de lonen door het Ministerie van Transport en om de corruptie binnen het bedrijf aan te klagen. Enkele dagen later werd hij ontvoerd en gedurende drie dagen vastgehouden. Daarop vluchtte de man via de Balkanroute naar België. Hij diende in september 2015 een asielaanvraag in. Het CGVS geloofde het asielrelaas van de Iraakse man niet en weigerde in maart 2017 de erkenning als vluchteling en de subsidiaire beschermingsstatus. De man ging in beroep tegen deze beslissing bij de RvV.

Beoordeling RvV

De RvV volgt het CGVS en vindt dat het CGVS terecht besloot tot ongeloofwaardigheid van het asielrelaas. De Iraakse man komt dan ook niet in aanmerking voor een erkenning als vluchteling.

De RvV bekijkt daarna ook of de Iraakse man in aanmerking komt voor de subsidiaire beschermingsstatus omwille van willekeurig geweld als gevolg van een gewapend conflict. De RvV stelt vast dat het gewapend conflict zich niet over heel Irak uitspreidt maar zich afspeelt in bepaalde gebieden. De RvV wijst erop dat eind 2016 de dichtstbijzijnde gebieden onder controle van ISIS meer dan 200 kilometer van Bagdad waren verwijderd. De verdere herovering van gebieden bezet door ISIS had een duidelijk voelbare impact op de veiligheidssituatie in Irak in het algemeen en in Bagdad in het bijzonder. In 2017 is er een verdere daling van het geweld in Irak.

De RvV beoordeelt in zijn arrest de veiligheidssituatie in Bagdad. De RvV besluit dat er in Bagdad actueel geen sprake is van een uitzonderlijke situatie waarbij het willekeurig geweld dermate hoog is dat er zwaarwegende gronden zouden bestaan om aan te nemen dat de Iraakse man, louter door zijn aanwezigheid in Bagdad, een reëel risico zou lopen op een ernstige bedreiging van zijn leven of zijn persoon.

De RvV verwijst naar rechtspraak van het Hof van Justitie (HvJ) in de zaak Elgafaji. In deze zaak oordeelde het HvJ dat men rekening moet houden met de eventuele persoonlijke omstandigheden van de betrokkene die tot gevolg hebben dat de betrokkene, in vergelijking met een ander persoon, een verhoogd risico loopt om slachtoffer te worden van willekeurig geweld.

De RvV verduidelijkt dat bijvoorbeeld volgende omstandigheden ertoe kunnen leiden dat een persoon een groter risico loopt dan andere burgers op een ernstige bedreiging van zijn leven of persoon als gevolg van willekeurig geweld;

  • een verhoogde kwetsbaarheid,
  • een verscherpte lokale vatbaarheid,
  • of een precaire socio-economische situatie.

In deze zaak van de Iraakse man afkomstig van Bagdad zijn dergelijk specifieke, persoonlijke omstandigheden niet aanwezig. De RvV weigert bijgevolg de subsidiaire beschermingsstatus.

Gelijkaardig arrest

In arrest 195.227 bevestigt de RvV eveneens een beslissing waarbij het CGVS het statuut van vluchteling en subsidiaire bescherming weigerde aan een Iraakse man afkomstig uit Bagdad. De RvV besloot dat er geen gegronde vrees aanwezig was voor vervolging en weigerde de erkenning als vluchteling. Er waren volgens de RvV ook geen persoonlijke omstandigheden van de Iraakse man die tot gevolg hebben dat hij, in vergelijking met een ander persoon, een verhoogd risico zou lopen om slachtoffer te worden van willekeurig geweld. De RvV weigerde ook de subsidiaire beschermingsstatus.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen