RvV: gebrek aan inhoudelijk onderzoek naar kopieën van bewijsstukken schendt zorgvuldigheidsplicht

In het arrest nr. 234.588 van 27 maart 2020 oordeelt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) dat kopieën van documenten ter staving van een verzoek om internationale bescherming (IB) niet zomaar ter zijde gelegd mogen worden enkel en alleen omdat het om kopieën gaat. Het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) schendt zijn zorgvuldigheidsplicht wanneer het besluit dat aan kopieën geen enkele bewijswaarde toekomt, zonder eerst de inhoud ervan te bestuderen.

Feiten en beslissing CGVS

Een Iraakse man diende in 2015 een eerste verzoek om IB in. Hij stelt dat hij de privéchauffeur was van de adviseur van de vicepresident en in die hoedanigheid problemen ondervond met de veiligheidsverantwoordelijke van de vicepresident. Ten gevolge hiervan verloor hij zijn werk en werden hij en zijn familie belaagd door milities.

In 2017 weigerde het CGVS hem de vluchtelingenstatus en de subsidiaire beschermingsstatus. Deze weigering werd op een aantal cumulatieve vaststellingen gestoeld, waaronder het bestaan van twijfels over de loopbaan van de verzoeker op het ministerie van financiën. Hij kon namelijk geen begin van bewijs voorleggen om zijn beweringen hieromtrent te staven.

In 2019 diende de man een volgend verzoek om IB in. Hij had via een connectie in Irak een hele reeks kopieën van documenten bekomen ter staving van zijn carrière als privéchauffeur.

Het CGVS oordeelde echter dat:

  • aan kopieën “geen enkele bewijswaarde” toegekend kan worden aangezien de herkomst en authenticiteit ervan niet kan worden nagegaan;
  • de verzoeker zijn beweringen over hoe hij aan de kopieën komt niet staaft;
  • de voorgelegde kopieën geen uitsluitsel verschaffen over de precieze en concrete inhoud van de functie van de verzoeker.

Het CGVS besluit dan ook dat het volgend verzoek om IB niet-ontvankelijk is.

De verzoeker stelt een beroep in bij de RvV tegen deze beslissing. Hij meent namelijk dat het CGVS zijn zorgvuldigheidsplicht niet is nagekomen doordat het de voorgelegde documenten niet in aanmerking nam.

Beoordeling RvV

De RvV verduidelijkt dat kopieën van documenten niet automatisch van elke bewijswaarde ontdaan zijn. Hoewel de bewijswaarde van kopieën relatief is, betekent dit niet dat met deze stukken geen rekening gehouden moet worden. Ze maken namelijk deel uit van een integrale geloofwaardigheidsbeoordeling en moeten in het kader van dit geheel beoordeeld worden.

Het CGVS moest wel degelijk een inhoudelijk onderzoek voeren naar de stukken. In deze zaak werden de stukken, die in het Arabisch opgesteld zijn, niet vertaald noch samengevat. Ook werd aan de verzoeker geen enkele vraag gesteld met betrekking tot de inhoud van de documenten. Bijgevolg stelt het CGVS onterecht dat er geen uitsluitsel kan verschaft worden over de precieze en concrete inhoud van de functie van de verzoeker bij het ministerie van financiën.

De RvV oordeelt dat, door geen inhoudelijk en dus geen daadwerkelijk onderzoek te voeren naar de voorgelegde stukken, het CGVS de zorgvuldigheidsplicht schendt. De RvV vernietigt de beslissing van het CGVS.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen