RvV: medisch attest conform Istanbulprotocol kan nieuw element zijn voor volgend verzoek om internationale bescherming

In arrest nr. 219.732 van 12 april 2019 vernietigt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) een niet-ontvankelijkheidsbeslissing van een volgend verzoek van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS). Het CGVS houdt onder meer onvoldoende rekening met een medisch attest. Dat attest omschrijft gedetailleerd en conform het Istanbul-protocol elk letsel en de graad van consistentie tussen de letsels en de verklaringen van verzoekster. De RvV wijst erop dat het CGVS een tegenexpertise kon doen indien nodig.

Feiten

De zaak gaat over een vrouw uit Djibouti die op 5 september 2014 van het CGVS een weigeringsbeslissing ontving, omwille van ongeloofwaardigheid van haar vluchtmotieven. De RvV bevestigde deze beslissing op 13 juli 2015. Op 9 oktober 2017 dient zij een tweede verzoek om internationale bescherming in, met de volgende nieuwe elementen:

  • Zij stelt ook gevlucht te zijn voor een gedwongen huwelijk en huiselijk geweld. Ze beweert daarover in de eerste procedure niet te durven spreken omdat zij zich schaamde tegenover de mannelijke tolk.
  • Zij stelt medische en psychiatrische problemen te hebben door het geweld dat zij onderging. Ze legt hiervan attesten voor, onder andere van Constats vzw, een organisatie gespecialiseerd in het vaststellen van lichamelijke en mentale gevolgen van foltering en onmenselijke en vernederende behandelingen.

Het CGVS hecht geen geloof aan het (gedwongen) huwelijk omdat zij het in geheel onvermeld liet in de eerste procedure en omdat haar verklaringen vaag zijn en lacunes bevatten. Er kan bijgevolg ook geen geloof worden gehecht aan de gevolgen van dit huwelijk.

De medische attesten op zich zijn geen bewijzen van de omstandigheden waarin zij haar littekens en psychologische klachten heeft opgelopen. Een arts of therapeut kan de fysieke of mentale gezondheidstoestand van een patiënt beoordelen rekening houdend met zijn bevindingen en de verklaringen van de patiënt en kan vermoedens hebben over de oorzaak van de opgelopen aandoeningen. Hij kan echter nooit met volledige zekerheid de precieze omstandigheden schetsen waarbij de aandoeningen zijn opgelopen. Het CGVS oordeelt dat zij geen nieuwe elementen voorlegt die de kans aanzienlijk groter maken dat zij in aanmerking komt voor internationale bescherming.

Beoordeling RvV

Uit de memorie van toelichting blijkt dat de wetgever de ontvankelijkheidsfase bij volgende verzoeken heeft ingevoerd met de bedoeling een filter te creëren. Zo kan het CGVS nagaan of er effectief nieuwe elementen zijn die een verder, diepgaand, onderzoek rechtvaardigen.

Niettegenstaande de arts inderdaad niet met zekerheid kan bepalen waar of op welke manier de letsels werden opgelopen, merkt de RvV op dat het attest van Constats vzw de graad van consistentie tussen elk letsel en de verklaringen van verzoekster hierover vermeldt, conform het Istanbul-protocol.

Het CGVS weerlegt de waarde van het attest met een uiterst beknopte motivering. Nochtans heeft het CGVS mogelijkheden om zelf deze elementen te onderzoeken door middel van een tegenexpertise. De RvV oordeelt dat het administratief dossier minstens degelijke informatie moet bevatten die de aard van enkele van deze letsels kunnen verklaren. Het CGVS rechtvaardigt niet voldoende waarom deze nieuwe elementen geen verder inhoudelijk onderzoek vereisen.

Verder ontbreekt specifieke landeninformatie over gedwongen huwelijken in Djibouti en informatie uit het visumdossier die een licht zouden kunnen werpen op de vraag of de beweerde gebeurtenissen effectief plaats hebben gevonden. De beslissing van het CGVS is op deze punten onvolledig.

De RvV vernietigt de beslissing van het CGVS.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen