RvV: Niet gelegaliseerde Somalische huwelijksakte kan erkend worden door de burgerlijke rechtbank, niet door de RvV

Als Belgische autoriteiten een buitenlandse authentieke akte of een buitenlandse rechterlijke beslissing niet hebben gelegaliseerd, blijft erkenning door de burgerlijke rechtbank mogelijk. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) heeft hierover geen rechtsmacht. Dit stelt de RvV in arrest nr. 256.571 van 16 juni 2021.

De beoordeling van de erkenning van een niet gelegaliseerde buitenlandse huwelijksakte blijft tot de exclusieve bevoegdheid van de burgerlijke rechter behoren. De RvV verwijst naar zijn vaststaande rechtspraak ter zake om tot de conclusie te komen dat hij niet bevoegd is om te oordelen over de erkenning ervan.

Feiten

Twee Somalische burgers traden in Somalië in het huwelijk in oktober 2014.

De echtgenote kwam in 2017 naar België en deed een aanvraag om internationale bescherming. In april 2018 werd ze, samen met haar minderjarige dochter, erkend als vluchteling in België.

De Somalische echtgenoot vertrok naar Italië en kreeg daar het statuut van subsidiair beschermde. Hij diende in april 2019 een aanvraag gezinshereniging met zijn Somalische echtgenote in bij de Belgische ambassade in Rome.

Er gebeurde een onderzoek schijnhuwelijk door het parket van Antwerpen. Het parket oordeelde dat er wel degelijk sprake was van een schijnhuwelijk.

Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) volgde het negatieve advies van het parket en besloot om de aanvraag gezinshereniging te weigeren.

Beoordeling RvV

Er werd in casu een religieus huwelijkscertificaat uit Somalië voorgelegd dat wel is gelegaliseerd door de Somalische autoriteiten maar niet door de Belgische autoriteiten in de zin van artikel 30 Wetboek Internationaal Privaatrecht (WIPR). De verzoeker verwees dan ook naar artikel 12bis, §§ 5 en 6 van de Verblijfswet dat voorziet in een cascade-systeem voor wat betreft de bewijsregeling inzake gezinsbanden. Als er geen officiële documenten worden voorgelegd in het kader van gezinshereniging, kan er op basis van deze regeling rekening worden gehouden met “andere geldige bewijzen”.

De RvV stelt vast dat DVZ niet alleen vaststelde dat verzoeker geen gelegaliseerde Somalische huwelijksakte heeft voorgelegd maar is overgegaan tot de toepassing van de cascaderegeling van artikel 12bis, §6 van de Verblijfswet.

DVZ weigerde het huwelijk te erkennen omdat het volgens hem ging om een schijnhuwelijk. Het verweer van de verzoeker kwam neer op een feitelijke betwisting van de argumenten van DVZ. De RvV haalt in dit kader aan dat hij geen rechtsmacht heeft om een standpunt in te nemen over het bestaan of de draagwijdte van een burgerlijk recht en verwijst hier naar de principearresten van de Raad van State (RvS) van 2009 (RvS 25 februari 2009, nr. 190.806 en RvS 28 mei 2009, nr. 193.626).

De RvV volgt de argumentatie van DVZ dat de verzoeker de mogelijkheid heeft om het buitenlandse huwelijk te laten erkennen door de burgerlijke rechter. Het feit dat een buitenlandse authentieke niet werd gelegaliseerd door de Belgische autoriteiten, maakt de erkenning door de burgerlijke rechter niet absoluut onmogelijk. De RvV verwijst hiervoor naar rechtspraak van een familierechtbank. Hoewel artikel 30 WIPR bepaalt dat een buitenlandse akte of beslissing moet worden gelegaliseerd om in België te worden voorgelegd, hield de familierechter rekening met het feit dat het voor de betrokkenen onmogelijk was om een gelegaliseerde akte uit Somalië voor te leggen, gezien de situatie in dat land.

Tot slot besluit de RvV dat hij ook niet kan vaststellen dat DVZ ten onrechte geen belangenafweging in het licht van artikel 8 EVRM heeft gedaan aangezien de feitelijke beoordeling of DVZ al dan niet rechtmatig het huwelijk als een schijnhuwelijk beschouwde, tot de bevoegdheid van de burgerlijke rechter behoort.

De RvV verwerpt het beroep tot nietigverklaring.

De verzoekers hebben de mogelijkheid om de erkenning van hun Somalische huwelijksakte te vragen aan de familierechtbank. Als deze de huwelijksakte erkent, kan de echtgenoot een nieuwe aanvraag gezinshereniging met zijn echtgenote doen.