RvV: onzorgvuldig gebruik signalementsfiche NBMV in asielprocedure

Op 22-4-2022 vernietigt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) een weigering door het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en staatlozen (CGVS) van de vluchtelingenstatus en subsidiaire bescherming aan een niet-begeleide minderjarige vreemdeling (NBMV) op basis van tegenstrijdige verklaringen in de NBMV-signalementsfiche en bij het CGVS-interview. Dit is onzorgvuldig omdat in de signalementsfiche niet uitdrukkelijk werd gevraagd naar de redenen voor het verzoek om internationale bescherming (VIB). Bovendien confronteerde het CGVS verzoekster nooit met de tegenstrijdigheden.

Verzoekster is een Somalische NBMV. Zij kwam in 2020 aan in België en diende een VIB in. De cel MINTEH (Bureau niet-begeleide minderjarigen en slachtoffers van mensenhandel) van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) vulde een signalementsfiche in voor de Dienst Voogdij. Dit is vereist wanneer een NBMV zich aanbiedt. Het RvV-arrest verwijst naar de “MINTEH-fiche”. Het CGVS behandelde het VIB op 14 oktober 2021 en weigerde zowel de vluchtelingenstatus als de subsidiaire bescherming.

In de weigering verwijst het CGVS onder meer naar tegenstrijdigheden tussen de verklaringen van verzoekster in de signalementsfiche en in de CGVS-vragenlijst in het kader van het VIB. Toen bij de invulling van de signalementsfiche naar haar gezinsleden werd gevraagd, vermeldde ze bv. haar overleden broer en zus niet. Verzoekster geeft aan dat ze niet had begrepen dat ze ook overleden gezinsleden moest vermelden. In de CGVS-vragenlijst verklaarde ze wel dat ze een overleden broer en zus heeft. Daar werd expliciet gevraagd om ook overleden familieleden te vermelden.

De RvV oordeelt dat het CGVS de signalementsfiche onzorgvuldig gebruikte in de motivering. Uit het administratief dossier blijkt dat de MINTEH-ambtenaar de redenen voor het VIB niet heeft bevraagd bij het invullen van deze fiche. Het feit dat verzoekster haar overleden broer en zus niet vermeldde, kan haar dus niet worden verweten. Bovendien werd verzoekster door het CGVS nooit geconfronteerd met de tegenstrijdigheden.

De RvV stelt bovendien dat verder onderzoek nodig is naar de reden waarom verzoekster haar VIB indiende, namelijk haar vrees voor een gedwongen huwelijk met een lid van Al-Shabaab. Het onderzoek gebeurde onzorgvuldig en onvolledig. De RvV vernietigt de weigeringsbeslissing en zendt de zaak terug naar het CGVS.