RvV schorst Dublinoverdracht naar Italië om medische redenen

In arrest nr. 215.169 van 15 januari 2019 schorst de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) de tenuitvoerlegging van een beslissing om op basis van de Dublin III-verordening een alleenstaande vrouw met medische problemen naar Italië over te dragen. De RvV verwijst naar een AIDA rapport en stelt dat DVZ de situatie onvoldoende heeft onderzocht.

Feiten

Een Eritrese alleenstaande vrouw vraagt op 7 augustus 2017 internationale bescherming in België. Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) stelt op basis van vingerafdrukken vast dat zij in mei 2017 via Italië Europa is binnengekomen en doet een overnameverzoek. Italië antwoordt niet binnen de voorgeschreven termijn en aanvaardt dus impliciet het verzoek. Op 14 december 2017 overhandigt DVZ haar een beslissing tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 26quater).

De vrouw dient een vordering tot schorsing en nietigverklaring in bij de RvV. Ze legt medische attesten voor waaruit blijkt dat zij aan een zware hernia lijdt die een heelkundige ingreep nodig maakt. Ze wordt daarvoor opgevolgd in het ziekenhuis.

Beoordeling RvV

Zowel het Europese Hof voor de Rechten van de Mens als het Europese Hof van Justitie bevestigen in rechtspraak dat het wederzijds vertrouwensbeginsel onder de lidstaten weerlegbaar is. In bepaalde omstandigheden kan de overdracht aan een andere lidstaat onverenigbaar zijn met het verbod op foltering, onmenselijke, of vernederende behandeling (artikel 3 EVRM en artikel 4 Europees Handvest). Om dit te beoordelen, moeten de voorzienbare gevolgen van een overdracht onderzocht worden. Daarbij moet rekening gehouden worden met de algemene situatie in de lidstaat en de elementen eigen aan het dossier.

DVZ stelt dat verzoekster geen medische attesten heeft voorgelegd die haar aandoening objectief staven. De RvV oordeelt op basis van rechtspraak over het recht op een effectief rechtsmiddel (artikel 13 EVRM en artikel 27 van de Dublin III-verordening) dat ze de attesten die verzoekster tijdens de beroepsprocedure voorlegt niet buiten beschouwing kan laten. De RvV stelt ook vast dat reeds voor de bestreden beslissing enkele objectieve elementen aanwezig waren in het dossier, zoals een voorschrift voor een medisch onderzoek.

Volgens het AIDA-rapport over Italië kan het maanden duren voor een asielzoeker toegang krijgt tot de gezondheidszorg. Een alleenstaande vrouw kan volgens de RvV op zich niet als een kwetsbare persoon worden beschouwd, maar de voorgelegde attesten in deze zaak wijzen prima facie op een ernstig medisch probleem. Daarom moet worden nagegaan:

  • of haar gezondheidstoestand dermate slecht is dat ernstig moet worden gevreesd dat de overdracht een reëel risico op onmenselijke of vernederende behandeling inhoudt
  • indien die vrees bestaat, onderzoeken of er voorzorgsmaatregelen kunnen worden genomen.

DVZ verwijst in de beslissing enkel theoretisch naar de mogelijkheid, voorzien in de Dublin III-verordening, om gegevens over te maken aan de andere lidstaat zodat de nodige voorzorgsmaatregelen kunnen worden getroffen. Dit is niet voldoende in het licht van artikel 3 EVRM en artikel 4 van het Handvest. Zeker niet omwille van de passieve houding van Italië, die niet antwoordde op het overnameverzoek. Het is aangewezen dat DVZ een geactualiseerd onderzoek voert van de opvangsituatie in Italië en de toegang tot de gezondheidszorg voor asielzoekers die een specifieke kwetsbaarheid inroepen. DVZ moet daarbij rekening houden met de medische attesten die verzoekster voorlegt.

De RvV stelt vast dat er een ernstig middel is op grond van artikel 3 en 13 van het EVRM in het licht van artikel 27 van de Dublin III-verordening. De tenuitvoerlegging van de bijlage 26quater wordt geschorst.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen