In arrest 251.246 van 19 maart 2021 vernietigt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) een beslissing van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) waarbij het statuut van vluchteling en subsidiaire bescherming geweigerd werd aan een Congolese vrouw die het slachtoffer werd van seksueel misbruik in Spanje. De RvV is van oordeel dat het seksueel misbruik een bijzonder ernstig element uitmaakt waarmee rekening gehouden moet worden bij de beoordeling van de risico’s waaraan zij blootgesteld kan worden bij terugkeer naar Congo. Haar extra kwetsbaarheid omwille van het seksueel misbruik moet bovendien onderzocht worden in het licht van de in Afrika heersende stigmatiserende sociale normen ten aanzien van vrouwen die het slachtoffer werden van seksueel misbruik.
Feiten
De vrouw met Congolese nationaliteit dient op 18 december 2018 een verzoek om internationale bescherming (IB) in. De vrouw was lid van een religieuze congregatie, waarvoor zij tussen 2016 en 2017 in Spanje verbleef. Tijdens dit verblijf werd zij misbruikt door de priester die verantwoordelijk was voor haar. Hierop keerde zij terug naar Congo, waarna ze politiek actief werd bij de partij Ecide en zich kritisch opstelde tegenover Kabila. De vrouw verklaarde dat zij in 2018 verschillende keren werd gearresteerd, vastgehouden en misbruikt door de politie. Bij een terugkeer naar Congo vreest de vrouw dat zij vervolgd zal worden omwille van haar politieke activiteiten in Ndjili.
Op 10 september 2020 weigert het CGVS dit verzoek om IB. Het CGVS is van oordeel dat de vrouw geen geloofwaardige individuele vervolgingsvrees heeft omdat:
- de terugkeer van de vrouw naar Congo na haar verblijf in Spanje niet geloofwaardig is;
- het seksueel misbruik in Spanje niet van belang is bij de beoordeling van haar verzoek om IB.
Beoordeling RvV
De RvV oordeelt dat belangrijke aspecten van het verzoek om IB niet voldoende werden onderzocht door het CGVS.
Zo is het niet uitgesloten dat de vrouw terugkeerde naar Congo in november 2017 en hier verbleef tot 2018. De bestreden beslissing acht deze terugkeer onwaarschijnlijk op basis van het beperkt aantal voorgelegde en betrouwbare documenten. Het CGVS stelt namelijk het religieuze parcours van de vrouw in Spanje niet in vraag, maar beschouwt de documenten die haar terugkeer naar Congo moeten staven als onvoldoende en onbetrouwbaar. Volgens de Raad is dit niet voldoende om de terugkeer als onwaarschijnlijk te beschouwen, en moet het CGVS wel degelijk de voorgelegde documenten en verklaringen van de vrouw aan een grondig onderzoeken onderwerpen.
Daarnaast speelt het seksueel misbruik in Spanje volgens de RvV wel een rol bij de beoordeling van het verzoek om IB:
- Het gegeven dat de vrouw geen vrees voor vervolging uitte ten aanzien van deze feiten betekent niet dat deze niet onderzocht moeten worden als onderdeel van het verzoek om IB. Zo stelt de RvV dat de bijzondere ernst van het seksueel misbruik in Spanje als onderdeel van de individuele situatie van de betrokkene in aanmerking genomen moet worden om de risico's te beoordelen waaraan de vrouw kan worden blootgesteld bij terugkeer naar haar land van herkomst. Het misbruik kan hierop namelijk zeer ernstige en beslissende gevolgen hebben, aangezien het bijdraagt aan de kwetsbaarheid van haar profiel.
- Verschillende rapporten wijzen op (religieuze) vrouwen die misbruikt worden in Afrika, die zich daarna ‘in stilte afzonderen’ en gemarginaliseerd en gestigmatiseerd worden. Volgens de RvV is het dan ook van belang om de angsten van de vrouw te beoordelen, rekening houdend met de stigmatiserende sociale normen waaraan zij bij haar terugkeer onderworpen zou kunnen worden.
De Raad oordeelt dat deze bijzondere omstandigheden enige voorzichtigheid vereisen, waardoor een nieuw gehoor met de vrouw noodzakelijk is. Bijgevolg vernietigt de RvV de weigeringsbeslissing en stuurt deze terug naar het CGVS voor verder onderzoek.
In casu wijkt de RvV af van de redenering die het volgt in andere gelijkaardige arresten, waarin het, bij de beoordeling van vrouwelijke slachtoffers van seksueel geweld, de ‘zelfstandigheidsgraad’ van het slachtoffer onderzoekt op basis waarvan zij zich individueel kan verzetten tegen de stigmatiserende sociale normen in haar land van herkomst (RvV nr. 277.048 van 3 oktober 2019 en RvV nr. 223 906 van 11 juli 2019). Hoewel de Raad hier in dit arrest dus van afwijkt, kunnen hieruit geen voortijdige conclusies getrokken worden.
Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen
- RvV nr. 251.246 van 19 maart 2021
- RvV nr. 277.048 van 3 oktober 2019
- RvV nr. 223.906 van 11 juli 2019
- Z. Crine "Elles "se confinent dans le silence": le C.C.E. apprécie les risques d’une ressortissante congolaise de retourner en RDC après avoir subi des violences sexuelles en Espagne", Cahiers de l’EDEM, mai 2021.