RvV: uitwijzing gemotiveerd door vermoeden van radicalisme en met gebrekkige inachtneming van gezinsleven schendt artikel 8 EVRM

In zijn arrest nr. 229.068 van 20 november 2019 schorst de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) bij uiterst dringende noodzakelijkheid (UDN) een bevel om het grondgebied te verlaten met vasthouding met oog op repatriëring (bijlage 13septies) wegens schending van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Uit de motivering van de beslissing bleek dat Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) geen rekening gehouden had met alle elementen van het privé- en gezinsleven van de betrokkene en niet concreet gemotiveerd had waarom zijn gedrag een gevaar voor de openbare orde en nationale veiligheid opleverde. Bijgevolg was er volgens de RvV geen sprake van een billijke belangenafweging tussen de particuliere belangen van de betrokkene en de belangen van de Staat.

Feiten

Een Afghaan kwam als minderjarige met zijn ouders en broers aan in België in 2008.

De RvV sloot zijn eerste asielaanvraag in 2016 definitief af waarna hij het grondgebied moest verlaten.

Datzelfde jaar opende de Staatsveiligheid op aangeven van de politie een dossier over de man wegens mogelijk radicaal gedrag. Volgens de Staatsveiligheid zou de betrokkene een gearrangeerd huwelijk zijn aangegaan met een Frans-Marokkaanse vrouw met het oog op het bekomen van Belgische verblijfsdocumenten. De man werd aanzien als radicaal wegens zijn rigoureuze geloofsopvatting en regelmatige bezoeken aan een openlijk radicale moskee.

In september 2017 kreeg hij opnieuw een uitwijzingsbevel betekend waaraan hij ook dit keer geen gevolg gaf.

In augustus 2018 diende de man een tweede asielaanvraag (eerste volgend verzoek om internationale bescherming) in die door de RvV in oktober 2019 werd verworpen.

Zijn derde asielaanvraag (tweede volgend verzoek om internationale bescherming) werd door het CGVS diezelfde maand onontvankelijk verklaard. Tijdens het gehoor verklaarde betrokkene dat hij niet meer samen was met zijn vrouw, zijn broers intussen erkend waren als vluchteling en zijn ouders een regularisatieaanvraag hadden ingediend.

In november 2019 nam DVZ een bijlage 13septies op grond van onwettig verblijf, risico op onderduiken en gevaar voor openbare orde en nationale veiligheid.

De man stelde tegen de uitvoering van de bijlage 13septies een vordering tot schorsing bij UDN in bij de RvV. DVZ had volgens betrokkene onvoldoende rekening gehouden met zijn gezins- en privéleven (artikel 8 EVRM) en had niet concreet aangetoond in welke mate hij een gevaar voor de openbare orde of nationale veiligheid zou uitmaken.

Beoordeling RvV

In geval van een uitwijzingsbevel vereist artikel 8 EVRM een zorgvuldig onderzoek naar alle relevante feiten en omstandigheden alsook een billijke belangenafweging.

Artikel 8 EVRM bepaalt dat:

  • iedereen recht heeft op respect voor zijn privé- en gezinsleven en
  • inmenging van overheidswege in de uitoefening van dit recht slechts toegestaan is voor zover dit:
      • bij wet voorzien is en
      • noodzakelijk is voor de nationale veiligheid, de openbare veiligheid, het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

Op grond van de rechtspraak van het EHRM moet iedere administratieve overheid in het licht van de waarborgen van artikel 8 EVRM alvorens een beslissing te nemen ten aanzien van een vreemdeling:

  • de feiten en omstandigheden van het individuele geval waarvan hij kennis heeft of zou moeten hebben, zo nauwkeurig mogelijk onderzoeken en op basis daarvan
  • komen tot een 'fair balance' bij de belangenafweging tussen het belang van de vreemdeling bij de uitoefening van zijn gezins- en privéleven en het algemeen belang van de samenleving bij het voeren van een migratiebeleid en het handhaven van de openbare orde.

Bij zijn wettigheidscontrole gaat de RvV na of DVZ:

  • alle relevante feiten en omstandigheden in zijn belangenafweging heeft betrokken en
  • zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat die belangenafweging heeft geresulteerd in een 'fair balance'.

Volgens de RvV heeft DVZ bij het nemen van de bijlage 13septies nagelaten:

  • alle relevante feiten en omstandigheden van de zaak te onderzoeken. Uit de motivering van de bijlage 13septies blijkt:
      • dat DVZ niet op afdoende en kenbare wijze rekening heeft gehouden met alle elementen die de omvang en hechtheid van het gezins- en privéleven van betrokkene kenmerken. DVZ laat in zijn beslissing betrokkenes aankomst in België op zeer jonge leeftijd, zijn langdurig verblijf en opvoeding in België, zijn samenwoonst met ouders en broers, zijn zorgtaak ten aanzien van zijn ouders, de verblijfsstatus van zijn broers en zijn tewerkstelling buiten beschouwing.
      • dat DVZ niet concreet onderbouwd heeft waarom het gedrag van betrokkene een gevaar oplevert voor de nationale veiligheid en openbare orde. DVZ verwijst enkel naar zeer summiere nota’s van de Staatsveiligheid met onbevestigde informatie zonder het vermeende radicalisme van de betrokkene te concretiseren. Uit de beslissing van DVZ blijkt niet wat betrokkenes denkbeelden precies zijn en waarom en in welke mate die denkbeelden de openbare orde of nationale veiligheid in het gedrang (zouden kunnen) brengen.
  • een billijke afweging te maken tussen de particuliere belangen van de betrokkene en de belangen van de Staat. DVZ heeft daarvoor bij de belangenafweging onder artikel 8 EVRM geen passend en voldoende gewicht gehecht aan de belangen van betrokkene. Bijgevolg kan niet worden vastgesteld dat het belang van de Staat primeert op dat van de betrokkene en zijn familiale belangen.

Daarom concludeert de RvV dat er sprake is van een schending van artikel 8 EVRM.

Gelet op het feit dat:

  • een middel op grond van artikel 8 EVRM ernstig werd bevonden en bijgevolg redelijkerwijze moet worden aangenomen dat de betrokkene een moeilijk te herstellen ernstig nadeel dreigt te ondergaan door de uitvoering van de bijlage 13septies.
  • het uiterst dringend karakter van de vordering wettelijk wordt vermoed omdat de betrokkene vastgehouden wordt in een gesloten centrum.

schorst de RvV de uitvoering van de bijlage 13septies bij UDN.