Statuutswijziging naar arbeidsmigrant enkel nog mogelijk vanuit wettig kort verblijf, verblijf als student of verblijf als onderzoeker

Laatst bijgewerkt op 10 januari 2023.

Opgelet: sinds 30 december 2022 is het opnieuw mogelijk om een statuutswijziging naar arbeidsmigrant vanuit wettig kort verblijf of eender welke vorm van lang verblijf aan te vragen. Onderstaande informatie is dus niet langer actueel.

Sinds 1 september 2020 is het enkel nog mogelijk om vanuit België een gecombineerde vergunning aan te vragen vanuit:

  • een wettig kort verblijf;
  • een verblijf als student; of
  • een verblijf als onderzoeker.

Het is dus niet langer mogelijk om vanuit eender welk lang verblijf een statuutswijziging naar arbeidsmigrant te vragen.

Wijziging artikel 61/25-2, §2 Verblijfswet

Artikel 61/25-2, §2 Verblijfswet (Vw) werd gewijzigd door artikel 11, 1° van de wet van 31 juli 2020. Hoewel deze wet in het algemeen betrekking heeft op het invoeren van een gecombineerde vergunning voor binnen de onderneming overgeplaatste personen en de meeste bepalingen nog niet in werking zijn getreden, zijn de gevolgen van deze schijnbaar kleine wijziging aan artikel 61/25-2, §2 Vw groot.

De nieuwe formulering van artikel 61/25-2, §2 Vw, waarin staat in welke gevallen een aanvraag voor een gecombineerde vergunning vanuit België mogelijk is, verwijst immers enkel nog naar de bepalingen in verband met kort verblijf, verblijf als student of verblijf als onderzoeker. Vóór de wetswijziging van 31 juli 2020 verwees deze bepaling in het algemeen naar kort of lang wettig verblijf.

Kritische bedenkingen

Deze wetswijziging doet verschillende vragen rijzen:

1. Rechtsmisbruik

Uit de Memorie van Toelichting bij deze wetswijziging blijkt dat men door deze wetswijziging:

  • een duidelijker onderscheid wil maken tussen economische migratie en andere vormen van migratie;
  • aanvragen vanuit een wettig lang verblijf, anders dan als student of onderzoeker, zonder voorwerp zal verklaren of weigeren omwille van “misbruik van de procedure”.

Hoewel dit niet met zoveel woorden vermeld wordt, lijkt men vooral te willen vermijden dat wie niet langer aan de voorwaarden van zijn verblijf op basis van gezinshereniging voldoet, een statuutswijziging kan doen naar arbeidsmigrant.

Er zijn echter verschillende situaties denkbaar waarin er geen sprake is van misbruik of het omzeilen van de voorwaarden van gezinshereniging, die hierdoor ook uitgesloten worden. Hieronder geven wij enkele voorbeelden:

  • Een persoon met een verblijf op basis van medische regularisatie (9ter) die genezen verklaard wordt en ondertussen aan het werk is in België, kan geen gecombineerde vergunning meer aanvragen.
  • Familieleden van een derdelands student worden door het KB van 2-9-2018 uitgesloten van de arbeidsmarkt en kunnen dus ook niet langer een statuutswijziging aanvragen als zij toch wensen te werken.
  • Gezinsherenigers die voldoen aan de voorwaarden van hun gezinshereniging, maar die toch liever een verblijf op grond van werk bekomen om onafhankelijk te zijn van hun familiale relatie, kunnen niet langer een statuutswijziging doen.
  • Ook vanuit het oogpunt van de werkgever is een gecombineerde vergunning aanvragen voor zijn werknemer in bovenstaande situatie het veiligst: het verblijf hangt dan af van het werk en niet van de privésituatie waarop de werkgever geen invloed heeft.

2. Discrepantie met gewestelijke regelgeving

De verwoording van artikel 61/25-2, §2 Vw is strenger dan de gewestelijke bepalingen. Artikel 5 van de Brusselse versie van het KB van 9 juni 1999 wordt slechts in het algemeen naar wettig verblijf verwezen. Als gevolg hiervan zullen de gewesten de toelating tot werken goedkeuren bij aanvragen voor een gecombineerde vergunning die vanuit eender welk lang verblijf worden ingediend. De werkgever zal hier ook door het gewest van op de hoogte worden gebracht, maar de gecombineerde vergunning zal nadien toch geweigerd worden door Dienst Vreemdelingenzaken. Dat deze bepalingen niet op mekaar zijn afgestemd, komt de rechtszekerheid niet ten goede.

Update 1 maart 2021: Artikel 7 van het Vlaams Besluit van 7 december 2018 werd intussen aangepast en in overeenstemming gebracht met artikel 61/25-2, §2 Vw.

Europese Blauwe Kaart

Ten slotte dient te worden opgemerkt dat artikel 61/27-1, §2 Vw ongewijzigd is gebleven. Een aanvraag van een Europese Blauwe Kaart kan dus wel nog vanuit kort verblijf of eender welk lang verblijf.