Subsidiaire bescherming Gaza - onderzoek nodig naar persoonlijke omstandigheden zoals verscherpte lokale vatbaarheid

In een arrest 11 februari 2022 stelt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) dat er in de Gazastrook sprake is van een gewapend conflict. Voor de toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus moet het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en staatlozen (CGVS) de persoonlijke omstandigheden onderzoeken. De RvV vernietigt de weigering van het CGVS omdat deze de verscherpte lokale vatbaarheid te weinig heeft onderzocht. De familiewoning van verzoekster licht immers dichtbij doelwitlocaties.

Gewapend conflict in Gaza

In tegenstelling tot wat het CGVS beweert, is er volgens de RvV in Gaza wel degelijk sprake van een gewapend conflict. De situatie wordt gekenmerkt door een grote onveiligheid en een willekeurige staat van aanhoudend geweld.

Twee situaties van subsidiaire bescherming bij een gewapend conflict

Men kent subsidiaire bescherming toe wanneer er zwaarwegende gronden zijn om aan te nemen dat een burger bij terugkeer naar het betrokken land of gebied, een reëel risico loopt op een ernstige en individuele bedreiging van zijn leven of persoon als gevolg van willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict.

Hierbij onderscheidt het Hof van Justitie twee situaties (HvJ arrest Elgafaji van 17 februari 2009, par. 39):

  • “Een uitzonderlijke situatie waarin de mate van het willekeurig geweld in het lopende gewapende conflict dermate hoog is dat er zwaarwegende gronden zijn om aan te nemen dat een burger, bij terugkeer, louter door zijn aanwezigheid aldaar een reëel risico loopt om blootgesteld te worden aan een ernstige bedreiging van zijn leven of persoon.
  • Een situatie waar er willekeurig geweld bestaat maar waar de mate van het geweld niet dermate hoog is dat elke burger louter door zijn aanwezigheid aldaar een reëel risico loopt. In deze situatie moet men rekening houden met de eventuele persoonlijke omstandigheden van de verzoeker die voor hem het risico, verbonden aan het willekeurig geweld, verhogen.”

Volgens de RvV valt verzoeker onder de tweede categorie. Men moet rekening houden met haar persoonlijke omstandigheden.

De motivering van het CGVS hierin is tegenstrijdig omdat het eerst beweert dat er ‘momenteel’ geen sprake is van een gewapend conflict maar vervolgens wel een poging doet om de persoonlijke omstandigheden te onderzoeken. Als men oordeelt dat er geen gewapend conflict is, kan men ook geen verder onderzoek doen naar de hierboven beschreven tweede situatie.

Een verscherpte lokale vatbaarheid

De familiewoning van verzoekster ligt in de buurt van locaties van Hamas die regelmatig het doelwit zijn van Israëlische aanvallen. Men spreekt hierdoor van “een verscherpte lokale vatbaarheid” die verder onderzocht moet worden.

De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen vernietigt de bestreden beslissing van het CGVS en zendt de zaak terug naar deze instantie. Deze moet verder onderzoeken of er nog altijd sprake is van een verscherpte lokale vatbaarheid voor de verzoekster. Het CGVS moet de persoonlijke omstandigheden verder onderzoeken en bevragen. Zo moet het nagaan of de toegang tot een redelijke en veilige andere verblijfplaats mogelijk is vooraleer te concluderen tot een alternatieve veilige verblijfplaats bij buren, familie of elders.