Technische wijzigingen over inschrijving, verblijfsdocumenten en recht om te werken van verzoekers om internationale bescherming

Er zijn enkele technische wijzigingen in de wet op de bevolkingsregisters, het Verblijfsbesluit, en het KB tewerkstelling met betrekking tot verzoekers om internationale bescherming. De inschrijvingsprocedure is verduidelijkt, de geldigheidsduur van attesten van immatriculatie is gedifferentieerd, en het recht om te werken in verschillende situaties van verzoekers om internationale bescherming is duidelijker beschreven in de wetgeving.

Fictieve inschrijving op adres DVZ gedurende maximaal 6 maanden

Op 23 december 2018 trad een wijziging van artikel 1bis van de Wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten in werking. Dit geeft een wettelijke basis aan een bestaande praktijk waarbij verzoekers om internationale bescherming eerst fictief worden ingeschreven op het adres van Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), maar het beperkt deze fictieve inschrijving ook tot maximum 6 maanden. Als een verzoeker om internationale bescherming dan nog niet ingeschreven is bij de gemeente van het grondgebied waar hij verblijft, wordt hij door DVZ geschrapt uit het wachtregister. De informatiegegevens van deze verzoekers worden in het wachtregister bewaard, met daarbij de reden van schrapping. De ambtshalve schrapping beëindigt de lopende asielprocedure niet.

Artikel 74 van het Verblijfsbesluit van 8 oktober 1981 voorziet nog steeds dat een verzoeker om internationale bescherming zich binnen de acht werkdagen na indiening van het eerste verzoek (en na toelating tot binnenkomst als de asielaanvraag aan de grens gebeurde) moet aanmelden bij de gemeente waar hij verblijft. Na inzage van de bijlage 26 of 25 (bewijs van het eerste verzoek om internationale bescherming) en na woonstcontrole schrijft de gemeente de verzoeker in op het adres in de gemeente en geeft daarbij een attest van immatriculatie (AI).

Verblijfsdocumenten en recht om te werken van asielzoekers

Sinds begin dit jaar wordt het recht om te werken aangeduid op het verblijfsdocument en heb je geen arbeidskaart C meer nodig. In verband daarmee is ook de geldigheidstermijn van het eerste AI van een verzoeker om internationale bescherming gewijzigd. Verder is op 1 maart 2019 het Koninklijk Besluit over tewerkstelling van buitenlande onderdanen gecorrigeerd voor verzoekers om internationale bescherming. Hierna een overzicht:

  • Eerste verzoek om internationale bescherming

Sinds 3 januari 2019 voorziet artikel 74 van het Verblijfsbesluit dat een verzoeker om internationale bescherming in eerste instantie een AI van vier maanden krijgt (vroeger: drie maanden). Op dat eerste AI van vier maanden wordt op de achterzijde een vermelding over toegang tot de arbeidsmarkt: "NEEN" opgenomen.

Als het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) binnen de vier maanden na de bijlage 26 een negatieve beslissing betekende, mag de verzoeker om internationale bescherming niet werken. Dat mag ook niet als hij een schorsend beroep indient bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) en het asielonderzoek met volle rechtsmacht in beroep langer duurt dan dan vier maanden na de bijlage 26. In dat geval wordt het AI met vermelding NEEN (over toegang tot de arbeidsmarkt) verlengd zolang het beroep loopt.

Als het CGVS vier maanden na de bijlage 26 nog geen negatieve beslissing betekende, mag de verzoeker om internationale bescherming vanaf dan werken, en dat mag zolang het asielonderzoek verder loopt bij CGVS of RvV. Bij de start van het recht om te werken stelt zich nu het probleem dat het AI met vermelding NEEN (over toegang tot de arbeidsmarkt) vier maanden geldig is vanaf de afgifte ervan, wat per definitie langer is dan vier maanden na de bijlage 26. In dat geval kan de verzoeker om internationale bescherming wel al een aanpassing vragen van de vermelding op het AI over toegang tot de arbeidsmarkt: ONBEPERKT. Het nieuwe model van AI voorziet hiervoor een tweede regel en de gemeente zal de eerste regel schrappen. Ook de verlengingen van het AI zullen dit ONBEPERKT recht om te werken vermelden. De termijn van verlengingen van het AI is niet wettelijk bepaald, maar dat zou nu ook per vier maanden gebeuren gedurende de eerste twee jaar en daarna maandelijks zolang het asielonderzoek verder loopt bij CGVS of RvV.

Voor oude asielberoepen van voor 22 maart 2018 werd geen AI afgeleverd maar een bijlage 35. Dergelijke verzoekers om internationale bescherming wiens oud asielberoep bij de RvV nog loopt, behouden hun bijlage 35 die maandelijks wordt verlengd zolang dat beroep loopt. De correctie van 1 maart 2019 aan het KB tewerkstelling bevestigt dat ook zij mogen werken zolang dat beroep loopt, mits het CGVS geen negatieve beslissing nam binnen de vier maanden na indiening van hun asielaanvraag. Op hun bijlage 35 wordt bij toegang tot de arbeidsmarkt ONBEPERKT vermeld.

  • Volgend verzoek om internationale bescherming

Wanneer je een volgend verzoek om internationale bescherming doet, krijg je een bijlage 26quinquies (of 25quinquies aan de grens) die verlengd wordt tot het CGVS een beslissing neemt over de ontvankelijkheid van de nieuwe elementen. Van zodra het volgend verzoek ontvankelijk verklaard is, krijg je een AI dat drie maanden geldig is (zoals vroeger dus: drie en geen vier maanden). De termijn van verlengingen van het AI is niet wettelijk bepaald, maar dat zou ook per drie maanden gebeuren gedurende de eerste twee jaar en daarna maandelijks zolang het asielonderzoek verder loopt bij CGVS of RvV.

Je hebt het recht te werken bij een volgend verzoek om internationale bescherming als je volgend verzoek ontvankelijk is verklaard (en je dus een AI ontving), en als het CGVS binnen de vier maanden na de bijlage 26quinquies (of 25quinquies) nog geen negatieve beslissing betekende. Onder die dubbele voorwaarde vermeldt de gemeente op het AI toegang tot de arbeidsmarkt ONBEPERKT, en mag de volgende verzoeker om internationale bescherming werken zolang het asielonderzoek verder loopt bij CGVS of RvV.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen en Agentschap Integratie en Inburgering