Tweede asielaanvraag na terugkeer uit land van herkomst is nieuwe asielaanvraag

Geactualiseerd op 29 februari 2016

In een beschikking op eenzijdig verzoekschrift van 1 oktober 2015 veroordeelt de (plaatsvervangend) voorzitter van de arbeidsrechtbank van Gent, afdeling Brugge, Fedasil tot het toewijzen van een opvangplaats aan een Irakees gezin dat een tweede asielaanvraag indiende. Het gezin was na de weigering van hun eerste asielaanvraag immers teruggekeerd naar Bagdad.

Op basis van een arrest van het Hof van Cassatie van 21 januari 2014 moet de tweede aanvraag in zo’n geval niet als een meervoudige, maar als een nieuwe asielaanvraag worden beschouwd.

Actualisering: DVZ verklaarde op de contactvergadering van Myria van 16 februari 2016 haar praktijk niet te zullen wijzigen zolang er geen wetswijziging is op dit vlak. Ook na terugkeer naar het land van herkomst zal DVZ een nieuwe asielaanvraag als een meervoudige asielaanvraag registreren. DVZ legt hiermee dus de rechtspraak van het Hof van Cassatie naast zich neer.

Feiten

De eerste asielaanvraag van verzoekster, die afkomstig is uit Irak, werd in 2011 geweigerd. Met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) keerde zij op 2 april 2012 terug naar Bagdad. Omwille van het terreurbewind van Islamitische Staat ontvluchtte zij Irak drie jaar later, samen met haar kinderen, voor de tweede keer.

Zij vroeg op 10 augustus 2015 opnieuw asiel aan in België. Deze aanvraag werd door de Dienst Vreemdelingenzaken geregistreerd als een meervoudige asielaanvraag, waardoor verzoekster geen recht heeft op materiële opvang van Fedasil zolang de asielaanvraag niet in overweging genomen wordt door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen.

Hof van Cassatie: geenmeervoudige, maar een nieuwe asielaanvraag

Onder verwijzing naar een arrest van het Hof van Cassatie van 21 januari 2014 stelt de voorzitter van de arbeidsrechtbank dat de asielaanvraag van verzoekster en haar kinderen niet als een meervoudige asielaanvraag kon worden beschouwd.

In dat arrest oordeelde het Hof van Cassatie dat een nieuwe asielaanvraag van een naar Nepal gerepatrieerde asielzoeker een eerste asielaanvraag is waarop artikel 50 Verblijfswet (Vw), en niet artikel 51/8 Vw met betrekking tot de meervoudige asielaanvragen, van toepassing is. Het is immers mogelijk dat de persoon aan nieuwe vervolgingsfeiten werd blootgesteld na de repatriëring.

Dit is volgens de voorzitter van de arbeidsrechtbank in het geval van de Iraakse verzoekster manifest het geval, aangezien er in 2012 nog geen sprake was van de Islamitische Staat en hun terreurbewind in Syrië en Irak. Dienst Vreemdelingenzaken moest de tweede asielaanvraag van verzoekster en haar kinderen als een nieuwe asielaanvraag registeren. Zij had dan ook een bijlage 26, in plaats van een bijlage 26quinquies, en een opvangplaats van Fedasil moeten ontvangen.

Conclusie

In afwachting van een uitspraak ten gronde van de arbeidsrechtbank wordt Fedasil, onder verbeurte van een dwangsom, veroordeeld om verzoekers onmiddellijk aan een opvangplaats toe te wijzen.