Uitsluiting 9ter-aanvraag: proportionaliteitsonderzoek noodzakelijk

In arrest nr. 241.656 van 29 september 2020 vernietigt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) een uitsluitingsbeslissing van een medische regularisatie-aanvraag (9ter-aanvraag). De RvV vernietigde de beslissing omdat er geen individuele proportionaliteitstoets werd gevoerd door Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ).

Feiten

Een Marokkaanse verzoeker diende op 14 november 2018 een 9ter-aanvraag in. Op 1 februari 2019 werd een beslissing genomen tot uitsluiting van het voordeel van de 9ter-aanvraag met als motivering dat de verzoeker een ernstig misdrijf had gepleegd, overeenkomstig art.55/4 Verblijfswet (Vw). Concreet verwees DVZ naar een veroordeling op 24 oktober 2007 wegens drugs en verdovende middelen.

Tegen deze uitsluitingsbeslissing diende de verzoeker een annulatieberoep in bij de RvV omdat de proportionaliteitstoets, waarbij de impact van de beslissing wordt afgewogen tegen de gevraagde bescherming, ontbreekt in de motivering van de beslissing. De verzoeker meent dat geen rekening werd gehouden met volgende elementen:

  • de veroordeling dateert van meer dan elf jaar geleden
  • verzoeker verblijft al meer dan vijftien jaar in België
  • het actueel karakter van de dreiging die van hem zou uitgaan, werd niet onderzocht
  • het ging om een éénmalig feit
  • verzoeker heeft zijn straf uitgezeten en werd vrijgelaten na het uitzitten van één derde ervan

Beoordeling RvV

De RvV merkt op dat DVZ gebruik maakte van art. 55/4, §1, eerste lid, c) Vw. Voor een verduidelijking van dit artikel moet gekeken worden naar de voorbereidende werkzaamheden ervan. De toepassing van de uitsluitingsclausule uit art. 9ter juncto art. 55/4 Vw, vereist een proportionaliteitstoetsing, zo stelt de RvV.

Uit de voorbereidende werkzaamheden van art. 55/4 Vw blijkt dat bij de toepassing van deze uitsluitingsclausule de pro’s en contra’s moeten afgewogenworden, rekening houdend met de aard van de inbreuk in verhouding tot de aangevraagde bescherming. Zowel verzachtende omstandigheden als verzwarende, zoals het bestaan van eerdere veroordelingen, het feit dat de straf al werd uitgezeten, alsook het risico voor het leven of de vrijheid van de verzoeker, spelen hierbij een rol oordeelt de RvV.

De RvV is dan ook van mening dat de opgeworpen elementen van de verzoeker kunnen worden gevolgd. Uit de bestreden beslissing blijkt namelijk niet dat de pro’s en contra’s concreet en voldoende werden afgewogen, noch werden de strafrechtelijke inbreuken beoordeeld in verhouding tot de medische problematiek van de verzoeker. De medische situatie werd niet betrokken in de beslissing om over te gaan tot uitsluiting van de 9ter-aanvraag.

Om die reden besluit de RvV dat er geen individuele proportionaliteitstoets heeft plaatsgevonden aan de hand van de concrete elementen van de zaak. Concluderend is de motiveringsverplichting van art. 9ter, §4 Vw geschonden en vernietigt de RvV de uitsluitingsbeslissing.