Verschil in behandeling tussen meerderjarige personen volgens de aard van de afstamming is niet te verantwoorden

Het Grondwettelijk Hof sprak zich in een arrest van 22 september 2016 uit over artikel 347-1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

Dat artikel bepaalt dat een kind dat al geadopteerd is, nogmaals kan worden geadopteerd als alle voorwaarden voor de totstandkoming van de nieuwe adoptie zijn vervuld en als:

  • de vorige adoptant of adoptanten overleden zijn;
  • de vorige adoptie herzien of herroepen is ten aanzien van de adoptant(en);
  • er zeer gewichtige redenen bestaan

De prejudiciële vraag was of artikel 347-1 BW de artikelen 10 en 11 (gelijkheidsbeginsel) van de Grondwet schendt indien het tot gevolg heeft dat een nieuwe, gewone adoptie van een meerderjarige persoon met een volle adoptieve afstammingsband absoluut onmogelijk is bij overlijden van de adoptant.

Dit zou een schending van het gelijkheidsbeginsel kunnen inhouden omdat ten aanzien van een meerderjarige persoon met een oorspronkelijke afstammingsband een gewone adoptie altijd mogelijk is, zelfs als beide ouders nog in leven zijn.

Het Hof besluit dat het verschil in behandeling tussen meerderjarige personen volgens de aard van hun afstamming niet te verantwoorden is. Als een meerderjarige persoon gewoon kan geadopteerd worden, zou het feit dat deze persoon tijdens zijn minderjarigheid al dan niet geadopteerd is, niet relevant moeten zijn. Het Hof antwoordt bevestigend op de prejudiciële vraag.