Verzoek internationale bescherming in België volstaat niet als gegronde vrees voor vervolging in Burundi

Update 24/1/2023 In een arrest van RvV 22 december 2022, nr. 282.473 oordeelt de RvV dat verblijf in België of er internationale bescherming hebben gevraagd, volstaat om een gegronde vrees voor vervolging te rechtvaardigen omwille van een toegeschreven politieke overtuiging

De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) oordeelde in arresten van 4 en 9 augustus 2022 dat het indienen van een verzoek om internationale bescherming (VIB) in België niet volstaat om een gegronde vrees voor vervolging te hebben in Burundi. In beide zaken vroegen verzoekers in eerste instantie internationale bescherming in België omdat ze vreesden voor vervolging omwille van hun politieke overtuiging. Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) weigerde in beide zaken de vluchtelingenstatus en subsidiaire bescherming. Verzoekers wezen de RvV op de problemen die zij zouden ondervinden als ze terug naar Burundi gaan nadat ze een VIB in België indienden. De RvV herinnerde eraan dat verzoekers concreet moeten aantonen dat zij persoonlijk een gegronde vrees voor vervolging hebben.

Algemene rapporten volstaan niet als bewijs voor persoonlijke, gegronde vrees

Algemene rapporten over discriminatie of schendingen van de mensenrechten tegen leden van een etnische of politieke groep in een land volstaan niet om vast te stellen dat iemand die lid is van die groep moet vrezen voor vervolging. Verzoekers moeten concreet aantonen dat zij persoonlijk een gegronde vrees voor vervolging hebben. Er zijn geen aanwijzingen dat verzoeker bij terugkeer naar Burundi een reëel risico loopt op ernstige schade zoals bedoeld in artikel 48/4, lid 2 van de Verblijfswet.

VIB in Belgie volstaat niet als bewijs van gegronde vrees bij terugkeer naar Burundi

Sinds 2019 vermeldt geen enkel internationaal rapport over de mensenrechtensituatie in Burundi dat er problemen zijn bij de terugkeer van Burundese onderdanen uit België. Het CGVS heeft geen informatie dat Burundese onderdanen die in België een VIB indienden problemen ondervinden bij terugkeer naar Burundi. De RvV oordeelt dat verzoeker geen gegronde vrees voor vervolging heeft bij terugkeer naar Burundi omdat hij een VIB in België indiende.