De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Oost-Timor over de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf treedt op 1 mei 2022 in werking.
Wederzijdse visumvrijstelling
Burgers van de Unie en burgers van Oost-Timor kunnen naar het grondgebied van de andere partij reizen voor maximaal 90 dagen binnen een tijdvak van 180 dagen met een paspoort en zonder visum.
Geen visumvrijstelling bij bezoldigde bezigheden
De visumvrijstelling geldt niet voor personen die tijdens hun kort verblijf reizen voor een bezoldigde bezigheid. Voor hen beslissen de staten elk afzonderlijk over de visumplicht.
Geen onvoorwaardelijk recht op binnenkomst
Vrijstelling van visumplicht houdt geen onvoorwaardelijk recht op binnenkomst in de Schengenzone in. Bij controle aan de (Schengen)grens moet de betrokkene kunnen aantonen dat hij aan de algemene binnenkomstvoorwaarden voldoet. Hij moet het bewijs kunnen leveren van:
- zijn reisdoel
- zijn verblijfsomstandigheden
- voldoende bestaansmiddelen voor de duur van het voorgenomen verblijf en voor de terugreis naar zijn herkomstland, of in staat zijn deze middelen rechtmatig te verwerven
Bovendien moet de betrokkene kunnen aantonen dat zijn voorgenomen verblijf niet langer dan 90 dagen binnen een termijn van 180 dagen zal duren.
- Kort verblijf als derdelander
- Wanneer mag je het grondgebied binnenkomen?
- Informatie betreffende de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Oost-Timor inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf, internationale overeenkomsten, Pb. L 13 april 2022, afl. 115, 42
- Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Oost-Timor inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf, Pb. L 3 juli 2015, afl. 173, 3