Wettelijke samenwoning voortaan huwelijksbeletsel

De wet van 8 februari 2023 voert de wettelijke samenwoning (WS) in als huwelijksbeletsel in artikel 147 Burgerlijk Wetboek (BW). Sinds 11 maart 2023 kan je geen huwelijk meer aangaan als je nog wettelijk samenwoont met een derde persoon. Deze wetwijziging roept een aantal vragen op. Geldt dit beletsel ook voor Belgen die eerder in het buitenlandse een relatie van samenleven aanging? Of voor niet-Belgen?

De basisidee is duidelijk: Als je wilt trouwen met een andere partner dan je wettelijke samenwonende partner, moet je eerst de wettelijke samenwoning ontbinden om te kunnen trouwen. Alleen als je wettelijke samenwoont met je toekomstige huwelijkspartner, is de wettelijke samenwoning geen huwelijksbeletsel. Het huwelijk beëindigt in dat geval de wettelijke samenwoning.

De wijziging van artikel 147 BW betekent dat dit een nieuwe grondvoorwaarde is voor Belgen om in het huwelijk te treden. De grondvoorwaarden zoals opgenomen in het Belgische Burgerlijk Wetboek zijn altijd van toepassing op Belgische huwelijkskandidaten, ook als ze in het buitenland in het huwelijk treden. Wanneer een Belg een buitenlands huwelijk wil laten erkennen in België, zal de ambtenaar die de akte beoordeelt voortaan dus moeten onderzoeken of aan de grondvoorwaarden was voldaan op het moment van de huwelijkssluiting.

Van zodra men de nieuwe bepaling toepast op grensoverschrijdende situaties rijzen er een aantal vragen.

A. Is artikel 147 BW ook van toepassing op in het buitenland geregistreerde partnerschappen?

Artikel 147 BW vermeldt alleen de wettelijke samenwoning. Dat is een specifieke rechtsfiguur zoals we die in België kennen. Art. 147 BW is echter ook van toepassing op buitenlandse geregistreerde partnerschappen. Zie ook Nieuwsbrief Burgerzaken Vlaanderen 06/2023 van 10 maart: “Ook de buitenlandse rechtsfiguren die als een relatie van samenleven in de zin van artikel 58 WIPR beschouwd kunnen worden, vallen onder de regeling (net zoals dat met artikel 1475, § 2, 1° oud BW het geval is).”

B. Is art. 147 BW ook van toepassing op niet-Belgen?

In principe worden de grondvoorwaarden om te huwen bepaald volgens het nationale recht van de huwelijkskandidaten en is artikel 147 BW enkel van toepassing op Belgen. De parlementaire voorbereiding stelt dat men deze regel dient te beschouwen als zijnde van internationale openbare orde in de zin van artikel 21 van het Wetboek van internationaal privaatrecht.

Als het nationale recht van de huwelijkskandidaat niet in een dergelijk huwelijksbeletsel voorziet, zal art.147 BW dus alsnog toepassing vinden omdat het resultaat anders als strijdig met onze openbare orde dient te worden beschouwd. Deze strijdigheid moet echter in concreto beoordeeld worden, rekening houdend met de mate van verbondenheid met onze Belgische rechtsorde én met de ernst van de gevolgen die de toepassing van het buitenlands recht met zich meebrengt.

C. Concreet kunnen de volgende situaties zich voordoen:

Een Belg wil in België of in het buitenland huwen en

  • is Belgische WS aangegaan
    • de wettelijke samenwoning zal moeten worden ontbonden.
  • is een buitenlands geregistreerd partnerschap aangegaan
    • het buitenlands geregistreerd partnerschap zal moeten worden beëindigd.

Een niet-Belg wil in België of in het buitenland huwen en

  • is een Belgische WS aangegaan
    • De wettelijke samenwoning zal moeten worden ontbonden.
  • is een buitenlands geregistreerd partnerschap aangegaan
    • Het buitenlands geregistreerd partnerschap zal moeten worden beëindigd, tenzij er geen verbondenheid met de Belgische rechtsorde is en de gevolgen ervan niet onaanvaardbaar zijn. Omdat het tegelijkertijd bestaan van een wettelijke samenwoning en een huwelijk met een andere partner als strijdig wordt beschouwd met onze openbare orde, zal men vooral dienen na te gaan of het geregistreerd partnerschap automatisch wordt beëindigd door een daaropvolgend huwelijk met een derde.