Wijziging Vlaams inburgeringsdecreet: wat verandert

Update 1 september 2023

Op 1 september 2023 wordt inburgering betalend in Vlaanderen, en wordt er naast de bestaande test maatschappelijke oriëntatie (MO) ook een test Nederlands als tweede taal (NT2) ingevoerd. Inburgeraars die in een Vlaamse gemeente wonen en die een inburgeringscontract ondertekenen vanaf 1-9-2023 zullen een retributie moeten betalen voor de lessen MO en de MO-test. Ze zullen inschrijvingsgeld moeten betalen voor de lessen NT2 en de NT2-test. Zowel voor MO als NT2 zijn soms sociale correcties, zoals bijvoorbeeld een vrijstelling van retributie, mogelijk voor inburgeraars met een sociaal-economisch kwetsbaar profiel. Een aantal organisaties vocht de invoering van de NT2-test aan maar het Grondwettelijk Hof (GwH) stelde geen schending van de Grondwet vast op dit punt. Wel vernietigde het GwH de decreetsartikelen die voor de vrijstelling, vermindering of terugbetaling van inschrijvingsgeld NT2 een onevenredig verschil in behandeling creëerden tussen verplichte en vrijwillige inburgeraars. We gaan analyseren dit in ons artikel 'GwH vernietigt uitsluiting verplichte inburgeraars van sociale correcties bij betaling NT2 - ook relevant bij betaling MO'.

INHOUDSTAFEL

A. Wijzigingen vanaf 1 maart 2022

    1. de doelgroep van inburgering
    2. de inhoud van het inburgeringstraject,
    3. de inhoud van de inburgeringsplicht.
    4. de sanctionering
    5. de invoering van een verklaring van rechten en plichten. Inburgeraars die een contract ondertekenen (in Vlaanderen) moeten voortaan ook een verklaring van rechten en plichten ondertekenen. In Brussel is dat nog niet duidelijk geregeld.
    6. de afronding van de cursus maatschappelijke oriëntatie met een test

B. Wijzigingen vanaf 1 januari 2023: het participatie- en netwerktraject (PNT)

C. Wijzigingen vanaf 1 september 2023: betalend inburgeren in Vlaanderen en NT2-test

A. Wijzigingen vanaf 1 maart 2022

class="standaard"

Op 1 maart 2022 wijzigde en het Decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid (Decreet) en het Besluit van de Vlaamse regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid (BVR).

1. Wijziging doelgroep van de Vlaamse inburgering

Vanaf 1 maart 2022 worden verzoekers om internationale bescherming (“asielzoekers”) uitgesloten van de doelgroep van inburgering. Zij mogen vanaf die datum geen inburgeringscontract meer tekenen.

Asielzoekers die vóór 1 maart 2022 al doelgroep van inburgering waren geworden en een inburgeringscontract ondertekenden, mogen hun inburgeringstraject ook na 1 maart 2022 verderzetten.

Asielzoekers die ook op een andere basis in het Rijksregister ingeschreven zijn, bijvoorbeeld op basis van een humanitair visum of gezinshereniging, kunnen wel recht hebben op of verplicht zijn om inburgering te volgen. We bekijken dan alleen dat verblijfsstatuut om de doelgroep te bepalen.

Lees meer:

2. De inhoud van het inburgeringstraject

Voor nieuwe inburgeringscontracten vanaf 1 maart 2022 wordt het inburgeringstraject uitgebreid. Naast de bestaande trajectonderdelen maatschappelijke oriëntatie (MO) en Nederlands (NT2), wordt vanaf 1 maart 2022 ook een inschrijving bij VDAB, of bij Actiris in Brussel, gevraagd. Deze laatste geldt alleen voor inburgeraars die volgens de regelgeving mogen werken en die op beroepsactieve leeftijd zijn.

Vanaf 1 januari 2023 wordt het inburgeringstraject uitgebreid met een vierde trajectonderdeel, nl. het participatie- en netwerktraject (PNT). Een PNT heeft als doel een betere integratie en participatie door een netwerk te creëren (artikel 33 Decreet). Bovendien moet het PNT plaatsvinden in een Nederlandstalige context. (artikel 30/4 BVR)

De inburgeraar toont aan dat hij dit onderdeel heeft voldaan door:

  • aan te tonen dat hij minimaal veertig uur heeft deelgenomen aan het PNT gedurende de termijn van het inburgeringscontract
  • aan te tonen dat hij werkt of studeert op het ogenblik van de ondertekening van het inburgeringscontract
  • door aan te tonen dat hij werkt of studeert na de ondertekening van het inburgeringscontract en voordat het inburgeringstraject afloopt.

Wat werken of studeren juist inhoudt, wordt bepaald in (artikel 1, 11/1° en 13/1 BVR).

Voor rechthebbende inburgeraars is dit onderdeel optioneel. Het inburgeringscontract bepaalt de verschillende onderdelen van het traject. Op het moment van ondertekening moet de rechthebbende inburgeraar kiezen of hij het participatie- en netwerktraject wel of niet wil doen.

Om een inburgeringsattest te krijgen, moeten de doelen van de verschillende onderdelen van het inburgeringstraject behaald worden, zoals vermeld in het inburgeringscontract.

3. De inhoud van de inburgeringsplicht

De inhoud en draagwijdte van de sanctioneerbare verplichte inburgering verschilt naargelang de inburgeraar verplicht werd voor of na inwerkingtreding van de wijzigingen aan artikel 27 Decreet. Met name is inburgering verplicht voor wie “voor het eerst” wordt ingeschreven volgens bepaalde criteria. De verplichting ontstaat op de datum van eerste inschrijving in het rijksregister in een Vlaamse gemeente met een bepaalde status. Zie daarover meer in de doelgroepbrochure (hoofdstuk 4, maar ook hoofdstukken 2, 3 en 5).

3.1. Inburgeraars die vanaf 1 januari 2023 verplicht worden tot inburgering

Inburgeraars die vanaf 1 januari 2023 verplicht worden tot inburgering (op datum van inschrijving, niet op datum van contract) zijn door het nieuwe artikel 27, §3 en artikel 34/5 Decreet verplicht tot het volgende.

  • om zich binnen de 3 maanden nadat de verplichting ontstaat aan te melden bij een Agentschap Integratie en Inburgering. In de praktijk geldt deze termijn vanaf verzending van een aangetekende brief door het Agentschap Integratie en Inburgering.
  • om de doelstellingen van de onderdelen van het inburgeringstraject te behalen
    • cursus MO of Maatschappelijke oriëntatie,
    • cursus NT2 of Nederlands tot taalniveau A2 waarvan alfa-cliënten enkel mondeling,
    • inschrijving bij VDAB of Actiris binnen 60 dagen
    • en de doelstellingen behalen van het participatie- en netwerktraject (waarna zij een inburgeringsattest krijgen), behalve als het omwille van beperkte leercapaciteiten onmogelijk is om die doelstellingen te behalen (waarna zij een “verklaring van geleverde inspanning” krijgen).
    • Als deze doelstellingen behaald zijn, krijgen zij een inburgeringsattest. Als het omwille van beperkte leercapaciteiten onmogelijk is om die doelstellingen te behalen, krijgen zij een “verklaring van geleverde inspanning”
  • om binnen 24 maanden na het behalen van het inburgeringsattest het taalniveau B1 mondeling te bewijzen (dit moet niet als de inburgeraar een “verklaring van geleverde inspanning” kreeg omdat het omwille van beperkte leercapaciteiten onmogelijk was om het inburgeringsattest te behalen).

3.2. Inburgeraars die vanaf 1 maart 2022 verplicht werden tot inburgering

Inburgeraars die vanaf 1 maart 2022 verplicht werden tot inburgering (op datum van inschrijving, niet op datum van contract), zijn en blijven door het nieuwe artikel 27, §3 en artikel 34/5 Decreet verplicht tot het volgende:

  • om zich binnen de 3 maanden nadat de verplichting ontstaat aan te melden bij een Agentschap Integratie en Inburgering. In de praktijk geldt deze termijn vanaf verzending van een aangetekende brief door het Agentschap Integratie en Inburgering.
  • om de doelstellingen van de onderdelen van het inburgeringstraject te behalen
    • cursus MO of Maatschappelijke oriëntatie,
    • cursus NT2 of Nederlands tot taalniveau A2 waarvan alfa-cliënten enkel mondeling,
    • en inschrijving bij VDAB of Actiris binnen 60 dagen)
    • Als deze doelstellingen behaald zijn, krijgen zij een inburgeringsattest. Als het omwille van beperkte leercapaciteiten onmogelijk is om die doelstellingen te behalen, krijgen zij een “verklaring van geleverde inspanning”
  • om binnen 24 maanden na het behalen van het inburgeringsattest het taalniveau B1 mondeling te bewijzen (dit moet niet als de inburgeraar een “verklaring van geleverde inspanning” kreeg omdat het omwille van beperkte leercapaciteiten onmogelijk was om het inburgeringsattest te behalen).

3.3. Inburgeraars die vóór 1 maart 2022 verplicht werden

Inburgeraars die vóór 1 maart 2022 verplicht werden (op datum van inschrijving, niet op datum van contract), zijn en blijven verplicht volgens het oude artikel 27, §3 Decreet zoals van toepassing vóór 1 maart 2022, tot het volgende:

  • om zich binnen de 3 maanden nadat de verplichting ontstaat aan te melden bij een Agentschap Integratie en Inburgering. In de praktijk geldt deze termijn vanaf verzending van een aangetekende brief door het Agentschap Integratie en Inburgering.
  • om per onderdeel van het vormingsprogramma (MO en NT2) hetzij regelmatig deel te nemen, hetzij de doelstellingenervan te behalen. Regelmatige deelname volstaat dus nog om te voldoen aan de verplichting, ook al moet men, om een inburgeringsattest te behalen, de doelstellingen van het inburgeringstraject bereiken.

Zowel de nieuwe als de oude verplichtingen zijn “blijvend” (artikel 27, §3 Decreet): verplichte inburgeraars blijven verplicht tot zij aan hun verplichtingen voldoen (voor zover zij aan de definitie van verplichte inburgeraar blijven voldoen, zoals in een Vlaamse gemeente wonen met een verblijfstitel van meer dan drie maanden en niet vrijgesteld zijn).

Dus: het moment waarop een inburgeraar verplicht wordt, bepaalt waartoe de inburgeraar verplicht is en verplicht blijft tot aan die verplichtingen voldaan is.

Inbreuken en sancties gelden alleen op deze verplichtingen van de inburgeraar: dat verschilt dus naargelang de inburgeraar verplicht werd vóór of vanaf 1 maart 2022 en 1 januari 2023. Zie meer info in de doelgroepbrochure (hoofdstuk 7.1).

De wijze waarop die verplichting voldaan kan worden, wijzigt wel enigszins voor alle nieuwe inburgeringscontracten vanaf 1 maart 2022 of 1 januari 2023, ook voor wie al verplicht was voor 1 maart 2022 of of 1 januari 2023. (zie hierboven "inhoud van het traject").

4. Sanctionering: inbreuken en administratieve geldboetes

4.1 Rechthebbende inburgeraars

Vóór 1 maart 2022 konden (sinds 1 maart 2009) rechthebbende inburgeraars in het Vlaamse gewest (niet in Brussel) na bepaalde inbreuken op hun contract een administratieve geldboete krijgen.

Vanaf 1 maart 2022 is een administratieve geldboete voor rechthebbende inburgeraars niet meer mogelijk. Deze afschaffing geldt onmiddellijk, zowel voor oude als nieuwe inburgeringscontracten van rechthebbende inburgeraars.

4.2. Verplichte inburgeraars

Sinds 1 maart 2009 kunnen administratieve geldboetes worden opgelegd aan verplichte inburgeraars die hun verplichtingen niet nakomen. Let op: boetes worden enkel opgelegd aan inburgeraars ingeschreven in het Vlaamse Gewest. In Brussel wordt geen administratieve geldboete opgelegd bij niet-naleving van het inburgeringscontract. Let op: vanaf 1 april 2022 wordt inburgering ook verplicht voor bepaalde doelgroepen in Brussel, maar daarvoor gelden andere regels (hierover publiceren wij tegen 1 april 2022 een apart nieuwsbericht).

Sinds 1 maart 2022 zijn de inbreuken en boetes voor verplichte inburgeraars in het Vlaams gewest gewijzigd. Die nieuwe inbreuken en boetes gelden voor inburgeraars die verplicht worden vanaf 1 maart 2022. Om te bepalen of de oude of de nieuwe inbreuken en boetes van toepassing zijn, moeten we nagaan wanneer de verplichting ontstond. Meer info hierover vind je in de doelgroepbrochure (hoofdstuk 7.1)

5. De verklaring van rechten en plichten

Wie vanaf 1 maart 2022 een inburgeringscontract ondertekent, ondertekent daarmee ook een “bepaling over de essentiële rechten en plichten die in onze samenleving moeten worden gerespecteerd”. Deze wordt als bijlage bij het inburgeringscontract gevoegd (art. 34/2, §1, 1° van het decreet).

Deze bepaling essentiële rechten en plichten is opgenomen als bijlage bij het BVR. Het is een verklaring die luidt als volgt: "Ik ben bereid te leren over de rechten, plichten, vrijheden en waarden in Vlaanderen en zal die respecteren. Ik zal de wetgeving van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest en van dit land naleven." Daarop volgt een opsomming van de essentiële rechten en plichten in de Vlaamse samenleving die je moet respecteren.

De volgende aspecten daarin zijn nog niet zo duidelijk:

5.1 Integratie als verplichte voorwaarde voor behoud verblijfsrecht?

In de bepaling over essentiële rechten en plichten wordt onder andere vermeld: “Integreren in de samenleving is belangrijk en is een voorwaarde om het verblijfsrecht in dit land te blijven genieten zoals voorzien in artikel 1/2, §3 van de Vreemdelingenwet.” Deze bepaling is verwarrend om verschillende redenen:

Artikel 1/2, §3 van de Verblijfswet voorziet inderdaad dat bereidheid tot integratie een verblijfsvoorwaarde is voor sommige categorieën van vreemdelingen. Er zijn echter ook heel wat verblijfsstatuten waarvoor deze verblijfsvoorwaarde tot het bewijzen van integratie-inspanningen niet geldt, zoals erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden en hun familieleden, erkende staatlozen, studenten, slachtoffers van mensenhandel,… De verplichte en vrijgestelde doelgroep van deze federale verblijfsvoorwaarde komt niet overeen met die van het Vlaams inburgerings- en integratiedecreet. Dus niet alle inburgeraars die een inburgeringscontract ondertekenen moeten integreren om een verblijfsrecht te blijven genieten.

Artikel 1/2, §3 van de Verblijfswet voorziet dat de doelgroepen voor wie integratie wel in zekere zin een verblijfsvoorwaarde is, hun inspanningen tot integratie op heel wat verschillende manieren kunnen bewijzen. Naast het volgen van een inburgeringstraject zijn er ook andere manieren om dit aan te tonen, namelijk door bewijs van werk, studie, het volgen van een beroepsopleiding, talenkennis, deelname aan het verenigingsleven,…

Intrekking van het verblijfsrecht omwille van het niet bewijzen van integratie-inspanningen is bovendien maar mogelijk na het uitvoeren van een evenredigheidstoets waarbij familiebanden, duur van het verblijf in België en het bestaan van familie- of sociale banden in het land van herkomst ook een rol spelen.

Door in de bepaling essentiële rechten en plichten te poneren dat ‘integratie een voorwaarde is om het verblijfsrecht in dit land te blijven genieten’, kan verkeerdelijk de indruk ontstaan dat iedereen inburgering moet volgen en het verblijfsrecht zonder meer kan worden ingetrokken wanneer een vreemdeling geen inburgeringstraject volgt en succesvol afrondt.

Lees meer in ons nieuwsbericht ‘Behoud verblijf wordt afhankelijk van integratie-inspanningen’.

5.2 Toepassing in Brussel?

De bepaling essentiële rechten en plichten moet vanaf 1 maart 2022 bij het inburgeringscontract gevoegd worden. Dat moet in principe bij elk Vlaams contract, zowel in Vlaanderen als in Brussel (artikel 34/2 van het decreet).

Maar de uitvoering daarvan is geregeld door artikel 32/1 BVR, en dat is niet van toepassing in Brussel (volgens artikel 53 BVR). Ook de inhoud en bewoordingen van de huidige bepaling essentiële rechten en plichten lijken niet toepasbaar in de Brusselse context.

Het is dus nog niet duidelijk geregeld wat er in Brussel moet gebeuren. We wachten af hoe de toepassing in Brussel geregeld wordt.

B. Wijzigingen vanaf 1 januari 2023: het participatie- en netwerktraject (PNT)

class="standaard"

Op 1 januari 2023 trad de zogenaamde “vierde pijler”, het participatie- en netwerktraject (PNT) van het inburgeringstraject in werking. Sinds 1 maart 2022 moeten verplichte inburgeraars de doelstellingen behalen van drie trajectonderdelen: MO, NT2 en VDAB. Inburgeraars die verplicht worden tot inburgering vanaf 1 januari 2023 zullen ook de doelstellingen moeten behalen van een PNT. Zij voldoen aan hun plicht door het behalen van de doelstellingen van de vier pijlers. Dan hebben zij recht op een inburgeringsattest. Rechthebbende inburgeraars (vrijgesteld van verplichting) kunnen kiezen of zij dit PNT wel of niet doen. Dit moeten zij beslissen op het moment dat zij een inburgeringscontract ondertekenen. Zie meer info onder “inhoud van het traject” en “inhoud van de plicht”. Het besluit van de Vlaamse regering van 7 oktober 2022 legt de inwerkingtreding hiervan vast op 1 januari 2023.

C. Wijzigingen vanaf 1 september 2023: betalend inburgeren in Vlaanderen en NT2-test

Op 1 september 2023 wordt inburgering betalend in Vlaanderen. Inburgeraars die in een Vlaamse gemeente wonen en die een inburgeringscontract ondertekenen vanaf die datum zullen een retributie of inschrijvingsgeld moeten betalen voor de lessen maatschappelijke oriëntatie (MO), de MO-test, de lessen Nederlands als tweede taal (NT2) en de NT2-test. Dit volgt uit gewijzigde artikelen 30 §3 Inburgeringsdecreet en 113novies §4, 6° Decreet volwassenenonderwijs. Soms is er vrijstelling, vermindering of terugbetaling van retributie of inschrijvingsgeld mogelijk voor inburgeraars met een sociaal-economisch kwetsbaar profiel. Een aantal organisaties vocht de invoering van de NT2-test aan maar het Grondwettelijk Hof (GwH) stelde geen schending van de Grondwet vast op dit punt. Wel vernietigde het GwH de decreetsartikelen die voor de vrijstelling, vermindering of terugbetaling van inschrijvingsgeld NT2 een onevenredig verschil in behandeling creëerden tussen verplichte en vrijwillige inburgeraars. We lichten dat verder toe in in ons artikel 'GwH vernietigt uitsluiting verplichte inburgeraars van sociale correcties op inschrijvingsgeld NT2'. In de praktijk zullen zowel verplichte als rechthebbende inburgeraars beroep kunnen doen op sociale correcties.

Naast de al bestaande MO-test wordt nu dus ook een nieuwe NT2-test ingevoerd (artikel 2, 29bis Decreet volwassenenonderwijs). Het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2022 over de NT2-test in het volwassenenonderwijs legt de inwerkingtreding van de NT2-test vast op 1 september 2023. Twee besluiten van de Vlaamse regering leggen de inwerkingtreding voor de NT2-test en de retributies/inschrijvingsgeld vast op 1 september 2023.

Meer info