Nieuws

Dit verdrag van Den Haag vergemakkelijkt de grensoverschrijdende inning van levensonderhoud tussen sommige landen. Vanaf 1 augustus 2014 geldt het tussen EU-lidstaten (behalve Denemarken) en andere verdragsstaten. Het geldt voor kinderen jonger dan 21 jaar. Het kan uitgebreid worden naar andere familieleden.
Het GwH arrest nr. 95/2014 van 30 juni 2014 vernietigt een deel van artikel 57quinquies OCMW-wet. EU-werknemers en -zelfstandigen en personen die deze status behouden hebben, en hun familieleden, mogen niet uitgesloten worden van maatschappelijke dienstverlening (tijdens de eerste 3 maanden van hun verblijf). Ze mogen ook niet uitgesloten worden van steun voor levensonderhoud (zolang ze een voorwaardelijk verblijfsrecht hebben).
In een synthesenota van 8 mei 2014 verduidelijkt de POD MI voor welke personen, volgens welk criterium, wanneer, en welke gegevensoverdrachten in de praktijk gebeuren. Omwille van technische redenen is de gegevensoverdracht nog niet effectief voor alle categorieën vreemdelingen voor wie de POD MI gemachtigd is.
Sinds 1 juni 2014 kunnen ziekenhuizen voor intramurale zorg van mensen zonder ziekteverzekering geen papieren facturen meer ten laste leggen van de Staat. Dat komt door de invoering van computersysteem Mediprima. Voor ziekenhuizen die op 1 juni 2014 nog niet elektronisch kunnen factureren in het kader van Mediprima, voorziet de POD MI een webformulier en een systeem van voorschotten.
Op 15 mei 2014 treden diverse wijzigingen van de Verblijfswet in werking. Ouders van een minderjarige Unieburger, en bepaalde andere familieleden van een Unieburger, krijgen een recht op gezinshereniging. De status van langdurig ingezeten derde lander staat voortaan open voor vluchtelingen en subsidiair beschermden. De Verblijfswet wijzigt nog op diverse andere punten.