Opschortingen en sanctionering van het Brussels inburgeringstraject

Wanneer kan de Brusselse verplichting tot inburgering worden opgeschort?

De nieuwkomer kan een opschorting van de verplichting vragen in een aantal wettelijk bepaalde gevallen. De termijn van 6 of 18 maanden wordt dan verlengd met de duur van de betrokken opschorting. De regelgeving bepaalt de redenen van opschorting, het bewijs dat de nieuwkomer moet aanbrengen en de maximale duur van opschorting.

De redenen van opschorting zijn:

  • Werk of volgen van een opleiding die niet combineerbaar is met het volgen van een inburgeringstraject;
  • Ziekte of tijdelijk verblijf in het buitenland om medische redenen;
  • Geboorte van een kind;
  • Bijstand of verzorging of palliatieve zorgen aan een familielid of inwonende persoon;
  • Overlijden van familielid;
  • Het reeds volgen van een inburgeringstraject;
  • De nieuwkomer staat op een wachtlijst van een inrichter;
  • Gebrek aan opvangmogelijkheid voor kinderen

De opschorting moet bij de gemeente worden aangevraagd. De gemeente beslist of de opschorting wordt toegekend.

Welke sancties kan de verplichte inburgeraar krijgen?

Indien de nieuwkomer zijn verplichting niet nakomt, kan hij worden gesanctioneerd.

De gemeente stuurt eerst een aanmaning. Als de nieuwkomer zijn verplichting nog niet voldoet binnen twee maanden, wordt het dossier overgemaakt aan de handhavingsambtenaar van de GGC.

Deze kan hem een administratieve geldboete van €100 tot max. €2.500 opleggen. De boete loopt op bij elke nieuwe inbreuk. De boete ontslaat de betrokkene niet van de verplichting tot inburgering. 

Tegen deze sanctie kan de nieuwkomer binnen 60 dagen beroep instellen bij de Raad van State.