Raad van State - 240.767 - 20-02-2018

Samenvatting

De erkenningsgraad van Albanese asielzoekers in de loop van de jaren gedaald (van 11,4% in 2012, 13,7% in 2013, 12,9% in 2014 naar 8,3% in 2015). Het advies van het CGVS vermeldt dat het aantal gevallen van eerwraak en vendetta verminderd is, er is een positieve evolutie en dat de Albanese overheid de wil zou getoond hebben om een bescherming te voorzien door onder meer een aanpassing in de strafwet. De RvS oordeelt dat dit advies van het CGVS niet strijdig is met de lage erkenningsgraad uit 2015.
 
(…)
 
Met betrekking tot Georgië oordeelt de RvS dat de lage erkenningsgraad en het feit dat het KB elk jaar kan aangepast worden voldoende zijn om het land op de lijst te behouden. Het Ministerie van Buitenlandse zaken had er in een eigen advies immers op gewezen dat de onzekerheid na een regimewisseling niet tot gevolg kan hebben dat het land niet op de lijst zou terecht moeten komen, indien men toch elk jaar de lijst moet herzien.