Raad van State - 167.672 - 9-02-2007

Samenvatting

De minister van Binnenlandse Zaken beperkt zich ertoe, in antwoord op de door de verzoekende partijen in hun aanvraag om machtiging tot verblijf aangehaalde vrees voor "aanslagen op hun persoonlijke integriteit", te verwijzen naar de bevestigende beslissingen van weigering van verblijf van de commissaris-generaal van 24 oktober 2001. Dit is geen afdoende motivering aangezien de voornoemde bevestigende beslissingen slechts onontvankelijk werden verklaard omdat ze geen verband houden met de criteria van het Vluchtelingenverdrag noch met andere criteria die de toekenning van asiel wettigen. De minister van Binnenlandse Zaken motiveert daarmee dus niet waarom het in casu niet om "bijzondere omstandigheden" in de zin van het voornoemde artikel 9, derde lid zou gaan.