Raad van State - 178.832 - 23-01-2008

Samenvatting

De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen is van mening dat het verzoekschrift geen enkel ernstig middel formuleert die de geloofwaardigheid van de feiten kan herstellen. Nochtans heeft verzoeker op zeer precieze wijze zijn argumenten omschreven en telkens verwezen naar de betrokken passages in het gehoorverslag van de Commissaris-generaal. Zelfs wanneer de Raad van mening is dat de argumenten van verzoeker niet ernstig zijn, dient hij nog uit te leggen waarom dat zo is, om op die manier op een adequate wijze te antwoorden op het beroep van verzoeker.