Raad van State - 181.821 - 8-04-2008

Samenvatting

De Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen is sedert de wet van 15 september 2006, wat betreft de aanhangige zaken waarvoor op 1 december 2006 nog geen rechtsdag was bepaald, in haar beoordelingsbevoegdheid beperkt door het rechtsplegingsdossier en heeft dus geen eigen onderzoeksbevoegdheid (meer) en kan zodoende geen onderzoeksdaden kan stellen. Wanneer de feitelijke toestand in die mate zou zijn gewijzigd dat de beslissing van de Vaste Beroepscommissie daardoor zou worden beïnvloed, kan zij zich daarbij slechts steunen op de gegevens die door de partijen zijn verstrekt. Wanneer die gegevens uit het rechtsplegingsdossier niet volstaan, kan de Vaste Beroepscommissie de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen vernietigen en terugstoren naar de commissaris-generaal. De Vaste Beroepscommissie kan zich buiten het rechtsplegingsdossier wel op algemeen bekende feiten Steunen. De Vaste Beroepscommissie verwijst in casu naar websites die niet in het administratief dossier of in de voor de Vaste Beroepscommissie neergelegde stukken zijn terug te vinden. Het opzoeken van informatie in strijd is met het begrip "algemeen bekende feiten", vermits die algemene bekendheid precies inhoudt dat geen opzoeking nodig zou zijn: daaraan wordt geen afbreuk gedaan door de mogelijkheid voor de verzoekende partij om zelf die informatie op te zoeken wanneer zij over toegang tot het internet beschikt. De Vaste Beroepscommissie heeft aldus haar in artikel 235, § 2, van de wet van 15 september 2006 tot hervorming van de Raad van State en tot oprichting van een Raad voor Vreemdelingenbetwistingen vastgelegde bevoegdheid, overschreden.